Van die andere markies kan De Sade nog wat leren

De 18de eeuwse markies De Pelleport schreef in het cachot een filosofische schelmenroman. Na 216 jaar nu heruitgegeven. Door Peter Giesen..

Peter Giesen

Seks maakt vrij, vond de markies De Pelleport, zoals zo veel Franse libertijnen uit de 18de eeuw. Seks met mannen, vrouwen, trio’s, kwartetten en vooral orgieën: vrije seks was een daad van verzet tegen een samenleving die huns inziens verstikt werd door religieuze verboden en rigide sociale hiërarchie.

Terwijl De Pelleport van 1784 tot 1788 gevangen zat in de Bastille in Parijs – in ongeveer dezelfde periode als de markies De Sade – schreef hij Les Bohémiens, een roman over een groepje schelmen dat plunderend over het platteland van de Champagne trekt, seksuele escapades afwisselend met filosofische bespiegelingen.

De befaamde Amerikaanse historicus Robert Darnton stuitte enige tijd geleden op dit vergeten boek, waarvan in de hele wereld nog maar zes exemplaren over waren. ‘Ik werd er meteen door gegrepen. Dit werk moet absoluut opnieuw worden uitgegeven, dacht ik meteen’, zegt hij. ‘Ik vond het prachtig: filosofisch veel subtieler en beter geschreven dan het werk van De Sade. Het is grappig, erotisch en obsceen, zij het minder expliciet dan De Sade.’

Het vinden van een uitgever was echter niet zo gemakkelijk: wie ziet brood in een obscuur werk uit 1790, geschreven door een reeds lang vergeten, aan lager wal geraakte edelman? Darntons Franse uitgever Gallimard aarzelde. Maar toen Darnton in juni naar Nederland kwam voor een drie maanden durend verblijf als fellow in de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag, ontmoette hij Mai Spijkers, directeur van uitgeverij Prometheus/Bert Bakker. In minder dan drie maanden werd het boek vertaald en uitgegeven, een topprestatie. Volgende week zal Darnton De bohemiens presenteren op een publiekslezing in de KB.

Intriges

Robert Darnton (67) is een wereldberoemd kenner van het Frankrijk van de 18de eeuw, de periode van de Verlichting die uiteindelijk zou uitmonden in de Franse Revolutie. Maar het leeuwendeel van zijn onderzoek is niet gewijd aan de olympische geesten van Voltaire of Rousseau of de intriges aan het hof in Versailles. Darnton houdt van kleine krabbelaars met kleine verhalen. Hij is gespecialiseerd in de ondergrondse literatuur van de 18de eeuw. Vooral in de roerige jaren zeventig en tachtig was de honger naar nieuws groot, maar het vrije woord werd onderdrukt door een absolutistische staat. Het gat werd gevuld met illegale uitgaven, vaak gedrukt in Nederland, Zwitserland of Engeland.

Darnton bracht een universum in kaart van uitgevers en boekhandelaren, van pornografen, satiristen en pamflettisten, van sappelende broodschrijvers die Frankrijk overspoelden met opruiende geschriften en zo een bijdrage leverden aan de Revolutie van 1789.

Markies De Pelleport was zo’n broodschrijver. Pas in de gevangenis had hij tijd voor een roman. Daarvóór schreef hij vanuit Londen zogeheten libelles, smaadschriften over de liederlijke levensstijl van de koning, de koningin, de hoge adel en geestelijkheid onder het ancien régime. Waarom is Darnton zo geïnteresseerd in deze figuren van de tweede garnituur?

‘Denkers als Rousseau en Voltaire zijn al zo vaak bestudeerd’, zegt hij. ‘Bovendien ligt mijn interesse in de sociale geschiedenis. Ik wil weten wat mensen destijds lazen. Dat waren niet alleen de grote filosofen van de Verlichting, maar juist ook de libelles. Daarnaast heb ik wel sympathie voor die broodschrijvers. Ook De Pelleport was een boeiende man, een schurk, een Don Juan die loog en bedroog en alle vrouwen pakte die hij tegenkwam.’

Misschien heeft zijn voorkeur voor het kleinmenselijke ook te maken met zijn verleden als politieverslaggever voor The New York Times. Daar zag hij types die hij, in een andere gedaante, later ook in Franse archieven zou tegenkomen: schurken en kruimeldieven, boevenvangers die niet altijd even trefzeker optraden, maar ook zijn collega’s, de verslaggevers met hun blocnootjes die heimelijk droomden van een bestaan als schrijver.

Na een tijdje begon de verslaggeving hem tegen te staan. ‘Ik wilde dolgraag professor worden, maar daar schaamde ik me een beetje voor. Dat was geen ambitie die je kon uitspreken, tussen de andere verslaggevers op het New Yorkse hoofdbureau van politie’, zegt hij.

Het 18de eeuwse Parijs was een echte informatiesamenleving, zegt Darnton. ‘Veel mensen denken dat alleen wij in een mediasamenleving leven, terwijl het vroeger heel rustig was. Onzin. Alleen de media waren heel anders dan nu.’

Belangrijk was bijvoorbeeld de ‘boom van Krakow’, een boom bij het Palais-Royal, waar mensen bij elkaar kwamen om de laatste roddels door te nemen. Ook het lied was een belangrijk medium, in een samenleving waar veel mensen niet konden lezen. Van belangrijke nieuwsfeiten, geruchten en roddels werd meteen een lied gemaakt, vaak op een bestaande melodie die iedereen kon meezingen. Darnton heeft een aantal van zulke liederen laten inzingen door de zangeres Hélène Delavault (te beluisteren op www.historycooperative.org).

Het was een rommelig medialandschap, een stroom van nieuws, roddels en geruchten, waarvan de betrouwbaarheid moeilijk te beoordelen was. ‘In de 19de en 20ste eeuw is de journalistiek geprofessionaliseerd en gecentraliseerd’, zegt Darnton. ‘Door internet gaat het medialandschap weer iets meer op dat van de 18de eeuw lijken. Professionele en niet-professionele journalistiek, zoals de weblogs, lopen door elkaar. De grenzen tussen journalistiek, roddel en entertainment vervagen weer.’

Vulgariseren

Robert Darnton is wel verweten dat hij het 18de eeuwse equivalent van de roddeljournalist te veel eer heeft gegeven. Speelden hun ‘historische essays over het seksleven van Lodewijk XV of Marie-Antoinette wel zo’n belangrijke rol in de Verlichting en de Revolutie?

Darnton gelooft dat ze belangrijk waren, al vormden ze maar een van de factoren die tot de Revolutie zouden leiden. ‘Ze hebben wel degelijk een rol gespeeld bij het vulgariseren en populariseren van Verlichtingsideeën. In het pornografische Thérèse Philosophe voeren de hoofdpersonen filosofische discussies, als ze tussen de orgieën door even op adem moeten komen.’

De broodschrijvers bekritiseerden ook de sociale orde. Verhaaltjes over het seksleven van Lodewijk XV of Marie-Antoinette mogen triviaal lijken, ze bevatten een onderliggende boodschap die door tijdgenoten goed werd begrepen, zegt Darnton. Frankrijk viel ten prooi aan despotisme en decadentie. De koning en zijn onbekwame ministers lieten hun beleid bepalen door hun verdorven maîtresses.

Markies De Pelleport was op 14 juli 1789 getuige van de bestorming van de Bastille. Hij werd bijna doodgeslagen toen hij een van de commandanten probeerde te redden, De l’Osme, die hem altijd goed had behandeld. Uiteindelijk werd de borstkas van De l’Osme opengesneden en zijn hart naar het Hôtel de Ville gesmeten. Zijn hoofd werd op een piek door de straten van Parijs gevoerd.

Met de vrolijke, pornografische libelle was het toen wel afgelopen. De Revolutie kende smaadschriften, maar geen humor. Voortaan domineerde een bittere, moralistische toon. De Pelleport publiceerde Les Bohémiens in 1790, als een echo uit een verloren tijdperk. De Fransen waren druk met het bouwen aan hun ‘brave new world’. Ze hadden geen belangstelling voor een roman over een schuinsmarcheerder onder het ancien régime. Van De Pelleport werd niets meer vernomen, zijn boek raakte in vergetelheid. Tot Robert Darnton Mai Spijkers tegenkwam.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden