Uitstekende mix zang, cello en percussie & krachtige dans
De om elkaar dartelende polsen worden zwanenvleugels, de sleep wordt een wild schoppend derde been.
De Flamenco Biënnale begon met twee eigen producties als een reis door oosterse en westerse klankwerelden.
Vrijdag begon de zesde editie van de Flamenco Biënnale, het festival voor (vernieuwende) flamencomuziek en -dans met het concert Fantasía para Violonchelo y Flamenco. Het is een eigen productie, tot stand gekomen in samenwerking met de Cello Biënnale.
Ook wie geen muziekexpert is, hoort de uitstekende kwaliteit van deze muzikale ontmoeting tussen zang, cello en percussie. Het talent van flamencozangeres Rocío Márquez is alom erkend. Haar stem is, zelfs in de eindeloze vibrato's, glashelder en intens emotioneel. Het samenspel tussen de musici zit vol subtiele interacties en interventies, en de reis die ze samen langs oosterse en westerse klankwerelden maken, is spannend en nergens geforceerd. Met name de Turkse kemençe-speler Derya Türkan betovert. De vrouw die tussendoor wat mopjes flamencodans weggaf, stond eigenlijk best in de weg, hoe sterk haar voetroffels (zapateado) ook zijn.
Hedendaagse danstaal
Een avond later, in de Rotterdamse Schouwburg, ging de tweede eigen productie van het festival in première: Rebels' Cross van de Indiaas-Nederlandse choreograaf Kalpana Raghuraman. Flamenco is voortgekomen uit Indiase klassieke dans. In Rebels' Cross treedt de flamencodanseres Sara Cano op met de Indiase dansers Sooraj Subramaniam en Kamala Devam.
Flamenco Biënnale
Dans/muziek
****
Fantasía para Violonchelo y Flamenco
13/1, De Doelen, Rotterdam. Nog op 29/1 in Amsterdam.
A Palo Seco van Sara Cano en Rebels' Cross van Kalpana Raghuraman
14/1, Rotterdamse Schouwburg. Tournee t/m 29/1.
Allemaal zijn het jonge mensen die, net als Raghuraman, hun klassieke achtergrond willen ombuigen tot een hedendaagse danstaal. Maar dan wel een waarin je die roots nog kunt herkennen.
Rebels' Cross is een rijk gevarieerde, krachtig gedanste exercitie geworden. Het is een speels spel van twee gelijkgestemden en een buitenstaander die, via geflirt en geplaag, nader tot elkaar komen. In de stroom solo's, duetten en trio's, op een compositie van Jaap van Keulen met klassieke Indiase zang, worden de overeenkomsten tussen flamenco en stijlen als bharatanatyam en kathak zichtbaar: het felle klappen van de voetzolen, de naar voren gebogen armen, de sierlijke vingers. Maar frappanter zijn de verschillen: India hoekiger, vormgericht, koel; Spanje juist rond, emotioneel, warm.
Profiel flamencodanseres Rocío Molina
Ze heeft lak aan regels. Rocío Molina geldt als een van de beste dansers ter wereld, nu te zien tijdens de Flamenco Biënnale. Ongenaakbaar, hartstochtelijk, stoer en brutaal: Molina is het allemaal. (+)
Meeslepende solo
Wat dat betreft was Cano's zelfgechoreografeerde solo A Palo Seco, die ze voorafgaand aan de voorstelling danste, meeslepender. Haar geweldige techniek en expressiviteit en de live-zang droegen daaraan bij. Op zoek naar een eigen taal isoleert Cano de opvallendste elementen van flamencodans.
Zo worden de om elkaar dartelende polsen zwanenvleugels, de enorme sleep (bata) aan de rok wordt een wild schoppend derde been, de traditionele sjaal (mantón) teugels die haar intomen. Ze pelt alle lagen af, tot ze in haar spijkerbroek en sneakers staat en in een smalle lichtstreep - haar vrijheid is nog klein, nieuw - wegdanst.