Tussen rood en zwart

Heldere Zweedse roman over complexe periode in Duitse geschiedenis

Jannah Loontjens

Het derde deel van Jan Guillou¿s romancyclus De grote eeuw is er nu ook in het Nederlands. Met de eerste twee delen bewees de Zweedse bestsellerauteur Guillou al dat hij aan een ambitieus project bezig is. We volgen de drie Noorse broers Lauritzen, die na hun studie in Dresden ieder een ander levenspad bewandelen. Guillou geeft via deze familiegeschiedenis zijn visie op de politieke spanningen in de eerste helft van de 20ste eeuw.

In het vorige deel, Dandy uit het noorden, werden de broers tijdens de Eerste Wereldoorlog geportretteerd. In Tussen rood en zwart is de oorlog voorbij en lijkt er, ondanks de extreme inflatie van de Duitse mark, een rustiger tijd aan te breken. De drie broers zijn weer verenigd en ze hebben samen een familiebedrijf opgezet. Twee van hen, Oscar en Sverre, wonen in Berlijn en de oudste heeft zich met zijn gezin in een Zweeds kustplaatsje gevestigd. Ondanks de recessie, waardoor hun bedrijf failliet dreigt te gaan, is het leven in Berlijn opgewekt; er wordt veel gediscussieerd door begeesterde intellectuelen voor wie politieke en artistieke ideeën onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Christa, de vrouw van Oscar, organiseert salons waar Bertolt Brecht vaste gast is en samen met Alfred Döblin geeft ze seksuele voorlichting aan arme gezinnen. Het zijn in dit deel vooral de vrouwen die zich engageren en zich inzetten voor gelijke scholing en kansen.

Als de broers het kapitaal van hun familiebedrijf proberen te redden door het in onroerend goed te investeren, worden ze onder andere eigenaar van een theater. Sverre werpt zich op als directeur van het vervallen gebouw, Kurt Weill en Bertolt Brecht brengen er samen een toneelstuk op de bühne. Ondertussen verandert de politieke situatie in Duitsland en begint de SA de steden de terroriseren. Het is indrukwekkend hoe Guillou de psychologische ontwikkelingen van zijn personages weet te verbinden aan politieke gebeurtenissen. Oscar en Christa hebben de zoon van broer Lauritzen onder hun hoede, die vanuit Zweden naar Berlijn is gestuurd om een goede opleiding te kunnen genieten. Deze zoon, Harald, voelt zich aangetrokken tot het nazisme. Hij wordt al vroeg een SS¿er en een beschermeling van Göring.

Op subtiele wijze laat Guillou zien hoe de politieke realiteit geheimen het gezinsleven binnenbrengt en geliefden van elkaar doet vervreemden. Om je broer of vrouw of kinderen te beschermen, kan niet alles worden uitgesproken. Tijdens een lezing van Christa wordt de zaal door SA¿ers bestormd en wordt ze ernstig mishandeld. Kunstenaars vluchten het land uit. Sverre, die homo is, weet net op tijd te ontkomen, - schrijnend genoeg is het de status van Sverres SS-neefje die zijn redding betekent. Guillou belicht de situatie steeds vanuit verschillende perspectieven en blijft hierin bewonderenswaardig helder. Zó helder dat het soms bijna een simplificatie lijkt.

Toch dwingt deze helderheid vooral ontzag af; Guillou slaagt erin via uiteenlopende verhaallijnen inzicht te verschaffen in de complexiteit van deze tijdspanne. Tussen rood en zwart verlaat het interbellum niet, het is Kerst 1935 als het boek eindigt. Hoewel de roman een duidelijk einde kent, en overigens ook heel goed te lezen is zonder kennis van de twee voorgaande delen, maakt de dreiging van de oorlog die nog in het verschiet ligt dit einde tot een cliffhanger. Meteen begint het uitzien naar het volgende deel.

Uit het Zweeds vertaald door Bart Kraamer.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden