BoekrecensieBarack Obama - Een beloofd land

Treurigstemmende en soms bloedstollende memoires van de grootste optimist van het Witte Huis ★★★★☆

Wie denkt dat de polarisatie in de VS vooral de verdienste is van Donald Trump, wordt in Barack Obama's memoires Een beloofd land vriendelijk gecorrigeerd. Obama laat zijn lezers soms uitgeteld in de touwen hangen met zijn gedetailleerde verslag van de eerste vier jaar in het Witte Huis.

Wilma de Rek
President Barack Obama loopt door de West Colonnade van het Witte Huis, 8 januari 2011.  Beeld Pete Souza / The White House
President Barack Obama loopt door de West Colonnade van het Witte Huis, 8 januari 2011.Beeld Pete Souza / The White House

Op 4 november 2008 heeft Barack Obama, na jaren van intensief campagne voeren, eindelijk even tijd om lekker niks te doen. De timing vindt hij zelf ook merkwaardig – aangezien het de dag is waarop hij tot 44ste president van de Verenigde Staten zal worden gekozen – maar het is echt waar, schrijft hij in zijn dinsdag verschenen memoires: ‘Voor jou als kandidaat brengt de verkiezingsdag een verbazende rust. Geen verkiezingsbijeenkomsten of grote zalen meer. Televisie- en radiospotjes zijn niet langer belangrijk. Nieuwsuitzendingen hebben niets belangrijks meer te melden.’

Hij speelt een paar potjes basketbal met zwager Craig en wat vrienden en geeft zich dan over aan de onzekerheid ‘zoals je achterover gaat liggen en op een golf blijft drijven’. Terwijl de kapper het haar van Michelle en de meisjes doet, lummelt hij thuis ‘nutteloos rond’ en gaat uiteindelijk maar naar zijn studeerkamer, waar hij de teksten van zowel zijn overwinnings- als zijn verliezerstoespraak verder bijwerkt.

Vogelbekdier

We hebben er dan een kwart van Een beloofd land opzitten, het eerste deel van de 864 pagina’s tellende memoires van de man die van 2009 tot 2017 president van Amerika was. We hebben meegeleefd met de kleine ‘Bar’ of ‘Barry’, zoals zijn familie hem noemt, zoon van een eigengereide, witte Amerikaanse moeder en een grotendeels afwezige zwarte Keniaanse vader, die opgroeit in Indonesië waar de tweede man van zijn moeder woont en die als jochie het gevoel heeft dat hij overal en nergens bijhoort. Hij omschrijft zichzelf als ‘een combinatie van slecht passende onderdelen, zoals een vogelbekdier of een ander fantasiebeest’.

De jonge Barack Obama. Beeld Familiearchief Obama-Robinson
De jonge Barack Obama.Beeld Familiearchief Obama-Robinson

We zijn getuige geweest van zijn latere jeugd in Hawaii, waar hij bij zijn grootouders ‘Toot’ en ‘Gramps’ woont terwijl moeder Ann Durham met zijn zusje Maya in Indonesië blijft. De jonge Obama wordt een toegewijd lezer, met dank aan zijn moeder die steevast ‘ga een boek lezen’ riep als hij klaagde dat hij zich verveelde. Het kost hem geen moeite haar te gehoorzamen, want boeken geven hem troost. Hij stort zich op Dostojewski, Norman Mailer, Philip Roth. Dat soms de helft hem ontgaat vindt hij geen punt: ‘Ik was als een jonge prutser in de garage van mijn ouders, die oude buizen, schroefjes en losse kabeltjes verzamelde, zonder precies te weten wat ik ermee kon doen, maar overtuigd dat ze ooit nuttig zouden blijken zodra ik het wezen van mijn roeping had uitgevogeld.’

Barack Obama met zijn moeder Ann Dunham (links) en grootmoeder Madelyn Lee Payne Dunham. Beeld Familiearchief Obama-Robinson
Barack Obama met zijn moeder Ann Dunham (links) en grootmoeder Madelyn Lee Payne Dunham.Beeld Familiearchief Obama-Robinson

We hebben gelezen welke rituelen hij ontwikkelt voor de dagen dat hij debatten moest voeren: om vier uur ‘wat fitness om het teveel aan adrenaline kwijt te raken’ en daarna een lichte avondmaaltijd, bestaand uit een medium biefstuk, geroosterde of gepureerde aardappels en gestoomde broccoli.

We hebben meegeleden met Obama’s pogingen zijn belangrijkste Democratische tegenstrever Hillary Clinton kalt te stellen. De latere debatten met de echte concurrent om het presidentschap, Republikein John McCain, waren een eitje vergeleken met de ‘ingewikkelde haarkloverige spelletjes’ waaruit de debatten met Hillary bestonden. Ook toen alle peilingen uitwezen dat ze van Obama ging verliezen, weigerde ze de strijd op te geven. ‘Ze bleef maar doorploeteren’, schrijft Obama, en haar stem werd ‘steeds dringender’. Obama en zijn team werden er gek van. Terwijl senator John McCain op zijn gemakje de Republikeinse nominatie kon afronden en zich op de algemene verkiezingen van november kon richten, moesten zij zich nog altijd van Hillary verlossen – en ze liepen al op hun tandvlees. ‘Ze is als een verrekte vampier. Je kunt haar niet afmaken’, citeert Obama zijn campagneleider David Plouffe (verderop stipt hij in een passage over het sturen van meer troepen naar Afghanistan nog even losjes haar ‘oorlogszuchtige instinct’ aan).

Ruzies met Michelle

En we zijn inmiddels vertrouwd met de weerzin waarmee echtgenote Michelle al die jaren zijn ambities gadeslaat. ‘Verwacht niet dat ik campagne ga voeren’, snauwt ze hem toe als hij begin jaren ’90 besluit de politiek in te gaan. ‘En reken er zelfs maar niet op dat ik op je ga stemmen.’ Obama schrijft schuldbewust over de ruzies die ze krijgen als Michelle ‘na een aantal zalige maanden’ na de geboorte van dochter Malia weer aan het werk gaat, hijzelf heen en weer blijft pendelen tussen drie banen en ze ’s avonds allebei gesloopt naar de vieze borden in de keuken staren. ‘Dit is niet waar ik voor heb getekend, Barack’, zei Michelle op een gegeven moment. ‘Ik heb het gevoel dat ik alles helemaal alleen moet doen.’

Barack en Michelle Obama en hun dochters Malia en Sasha bij Sasha’s doop. Beeld Familiearchief Obama-Robinson
Barack en Michelle Obama en hun dochters Malia en Sasha bij Sasha’s doop.Beeld Familiearchief Obama-Robinson

Michelles aversie tegen politiek blijft een rode draad in het boek, evenals Obama’s reactie daarop, die zijn ‘sterke, intelligente en prachtige vrouw’ even keihard ophemelt als negeert. Met als resultaat dus die vierde november van 2008, wanneer zijn talloze van hope en change enYes We Can vergeven speeches hun vruchten hebben afgeworpen en een deel van de wereld in Obama de nieuwe verlosser ziet. Wat hem zorgen baart: hij worstelt met de gedachte dat hij niet aan de verwachtingen kan voldoen, en met de afstand tussen het opgepoetste beeld en de kwetsbare en vaak onzekere persoon die hij is.

Barack en Michelle Obama vieren samen met Joe en Jill Biden de verkiezingswinst van 2012.  Beeld The White House
Barack en Michelle Obama vieren samen met Joe en Jill Biden de verkiezingswinst van 2012.Beeld The White House

Twee oorlogen

Uiteraard keert het tij snel zodra Obama eenmaal president is. Van beginnen met een schone lei is sowieso geen sprake: van zijn voorganger erft Obama twee oorlogen (in Irak en Afghanistan) en bovendien staat de kredietcrisis voor de deur. De bestrijding van die crisis en de daarbij behorende Recovery Act – de wet die voorziet in een pakket stimuleringsmaatregelen – ziet hij als het succesvolste werk in zijn eerste presidentiële ambtsperiode.

President Barack Obama spreekt aan het einde van de gevechtsmissie in Irak het land toe vanuit de
Oval Office, 31 augustus 2010.  Beeld Pete Souza / The White House
President Barack Obama spreekt aan het einde van de gevechtsmissie in Irak het land toe vanuit deOval Office, 31 augustus 2010.Beeld Pete Souza / The White House

Maar veel voornemens komen tot stilstand in een zompig en giftig politiek moeras. Meteen in zijn eerste weken ziet de verse president zich geconfronteerd met een politieke dynamiek die verlammend werkt. ‘Hoe snel het Republikeinse verzet zich verhardde, onafhankelijk van wat wij zeiden of deden. En hoe grondig dat verzet de manier kleurde waarop de pers, en uiteindelijk het publiek, naar de inhoud van onze daden keek. Die dynamiek bepaalde immers de richting van zoveel wat er in de maanden en jaren gebeurde. Een verdeeldheid in Amerika’s politieke gevoeligheden waarmee we nu, tien jaar later, nog steeds te maken hebben.’

Wie denkt dat de huidige polarisatie in de VS vooral de verdienste is van Donald Trump, wordt door Een beloofd land vriendelijk gecorrigeerd. Ook in 2008 zat de politiek in de wurggreep van ‘een diep en verstikkend cynisme’, schrijft Obama. Uiteindelijk draait het er bij elke verkiezingsronde om wie door Amerika’s in het nauw gedreven middenklasse als schuldige wordt aangewezen voor het feit dat het niet beter met hen gaat: de rijken en machtigen, of de armen en minderheden.

President Barack Obama in 2013 met zijn vicepresident Joe Biden.  Beeld The White House
President Barack Obama in 2013 met zijn vicepresident Joe Biden.Beeld The White House

Gekleurd door de kennis van nu

Aan Trump maakt Obama overigens maar weinig woorden vuil. Hij speelde in de jaren waarover dit deel van de memoires gaat ook nog geen grote rol. Maar zijn zinnen zijn duidelijk gekleurd door de kennis van nu en door het besef hoeveel erger de stemming in het land nog zou worden.

Zo schetst hij Sarah Palin, de running mate van John McCain in 2008, als een voorafschaduwing van Trump. Door Palin, schrijft hij, leek het alsof duistere krachten die lang op de loer hadden gelegen aan de randen van de Republikeinse partij – xenofobie, anti-intellectualisme, paranoïde samenzweringstheorieën – naar boven kwamen. ‘Ik vraag me af of McCain als hij alles had geweten Palin nog steeds gekozen zou hebben. Als hij had geweten dat haar spectaculaire opkomst en haar bevestiging als kandidaat een model vormde voor toekomstige politici, waarbij het centrum van zijn partij en de politiek van het land in het algemeen een richting op gingen waarvan hij gruwelde.’

Waarom besteedt een aardig, redelijk en verstandig mens zo’n groot deel van zijn levensjaren aan iets glibberigs als de politiek? En was het de moeite waard? Die vragen staan centraal in het hele boek, en het is bijna aandoenlijk te zien hoe Obama zijn omgeving, zijn lezers maar waarschijnlijk vooral zichzelf probeert te overtuigen van de validiteit van de antwoorden die hij formuleert.

 President Barack Obama omhelst first lady Michelle Obama in de Red Room van het Witte Huis,
met senior adviseur Valerie Jarrett, 20 maart 2009. Beeld Pete Souza / The White House
President Barack Obama omhelst first lady Michelle Obama in de Red Room van het Witte Huis,met senior adviseur Valerie Jarrett, 20 maart 2009.Beeld Pete Souza / The White House

IJdelheid en geldingsdrang

Hij verbloemt niet dat ijdelheid en geldingsdrang belangrijke factoren zijn (‘je bent een groot gat dat gevuld moet worden’, bijt Michelle hem toe tijdens een van hun ruzies). En hoewel hij vindt dat zijn afkomst en kleur geen rol zouden moeten spelen, doen ze dat wel degelijk. Als Michelle hem vlak voor zijn kandidaatstelling recht op de man af vraagt waarom uitgerekend híj, Barack Obama, president moet worden, somt hij eerst de gebruikelijke redenen op – dat hij een nieuw soort politiek kan aanwakkeren, en de kloven in het land mogelijk beter kan overbruggen dan andere kandidaten. Dan zegt hij: ‘Maar dit weet ik wel zeker. Ik weet dat op de dag dat ik mijn rechterhand opsteek en de eed afleg om president van de Verenigde Staten te worden, de wereld anders naar Amerika zal kijken. Ik weet dat kinderen uit het hele land – zwarte kinderen, latino kinderen, buitenbeentjes – anders naar zichzelf zullen kijken.’

Vooral schetst Obama zichzelf als de idealist die dingen wil opschudden en mensen wil verbinden. Die de politiek is ingegaan om kinderen te helpen beter onderwijs te krijgen, en gezinnen van fatsoenlijke gezondheidszorg te voorzien.

Obamacare

Het Amerikaanse zorgstelsel (Medicare) en de hervorming daarvan (The Patient Protection and Affordable Care Act, kortweg ‘Obamacare’) neemt een flink deel van de memoires in beslag. Obama beschrijft hoe hij, in een poging af te rekenen met de negatieve beeldvorming – de opkomende Tea Party doet er alles aan zijn zorgwet te demoniseren – besluit een spontane persconferentie te geven om het land op prime time eens en voor altijd uit te leggen waarom zijn plannen echt wel deugen. Hij weet intussen alles over het onderwerp, ‘misschien was het zelfs zo dat ik er te veel van wist’, en hij vervalt in een oude fout: zo uitgebreid commentaar geven op elk facet ervan dat de persconferentie meer weg heeft van een spoedcursus over het Amerikaans zorgbeleid. De media hekelen zijn ‘professorale’ toon.

Als er iets op Een beloofd land valt aan te merken, is het dat: elk onderwerp wordt dermate gedetailleerd behandeld, of het nu over China of India of de economische crisis gaat, dat je bij tijd en wijle uitgeteld in de touwen hangt en snakt naar een onbekommerde anekdote over Bo, de trouwe viervoeter die het gezin cadeau heeft gekregen van de door Obama bewonderde en later betreurde senator Ted Kennedy. Gelukkig zijn dat soort anekdotes er volop.

Openhartig en geestig is Obama in zijn beschrijvingen van de mensen die hij ontmoet. Nicolas Sarkozy is ‘een en al emotionele uitbarstingen en gezwollen retoriek’ en lijkt op een figuur uit een schilderij van Toulouse Lautrec; Angela Merkel kijkt tijdens de G20-top in Londen naar de Franse president ‘zoals een moeder kijkt naar een stout kind’. Vladimir Poetin, de leider van wat volgens Obama ‘net zozeer een crimineel syndicaat zou kunnen zijn als een traditionele regering’, is ‘klein en gedrongen – de bouw van een worstelaar – met dun, zandkleurig haar, een flinke neus en bleke, waakzame ogen’. Mark Rutte wordt helaas niet genoemd, geen enkele Nederlander eigenlijk – of hij moet met de functionaris van de Europese Unie die hij tijdens een G8-top op de wc over de Grieken hoort zeggen dat ‘ze niet denken zoals wij’ Jeroen Dijsselbloem bedoelen.

Bloedstollend

Ook als hij de leraar uithangt, schrijft Obama (die al twee boeken op zijn naam heeft staan) soepel en gemakkelijk. Hij weet prima raad met spanningsbogen. De scènes waarin hij beschrijft wat er gebeurt nadat hij toestemming heeft gegeven voor de verrassingsaanval waarbij Osama bin Laden in Pakistan wordt gedood, zijn bloedstollend.

Maar hoewel de auteur zich ‘de grootste optimist van het Witte Huis’ noemt, is Een beloofd land toch vooral het treurigstemmende verslag van diens onmacht. ‘Natuurlijk zou een toekomstige president een presidentieel besluit altijd met een enkele streep van een pen ongedaan kunnen maken’, schrijft Obama tegen het einde. Hij heeft het dan over zijn wetsontwerp om het ‘Don’t Ask, Don’t Tell’-beleid in te trekken, dat lhbti’ers tot 2010 toestond het leger in te gaan op voorwaarde dat ze zouden zwijgen over hun seksuele geaardheid. Maar het zou op alles kunnen slaan waar Obama zich in zijn regeringsperiode voor heeft ingespannen. Het is de meest tragische zin in het hele boek; misschien is het ook de meest hoopgevende.

null Beeld Hollands Diep
Beeld Hollands Diep

Barack Obama: Een beloofd land. Uit het Engels vertaald door Rebekka W.R. Bremmer, Bep Fontijn, Edzard Krol en Frans Reusink. Hollands Diep; 864 pagina’s; € 45.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden