Tien jaar en negentien films later is Marvel nog steeds niet uitverteld en zijn de fans nog lang niet uitgekeken
Met Avengers: Infinity War dendert opnieuw een superheldenspektakel uit de filmstudio van Marvel op bezoekersrecords af. Het is de negentiende loot aan Marvels exploderende filmuniversum. Zo langzamerhand komen we om in de superheldenfilms, maar is dat wel zo erg? Vriend en vijand zijn het over één ding eens: bij Marvel doen ze iets heel erg goed.
Alwéér een superheldenfilm. Dat is toch niks bijzonders?
Jawel. Nooit eerder kwamen zo veel superhelden samen als in Avengers: Infinity War. Alles aan de film is kolossaal: het budget (bijna 250 miljoen euro, volgens geruchten), het aantal bekende acteurs (de namen passen nauwelijks op de filmposter), de verwachte opbrengst (alleen al de voorverkoop brak records) en ja, ook de marketingcampagne, die haast niemand ontgaan zal zijn. Maar het zijn toch vooral de ambities van de makers die dit actiespektakel uitzonderlijk maken. Avengers: Infinity War vormt de voorlopige climax binnen het Marvel Cinematic Universe (MCU), een immer uitdijende verzameling superheldenfilms waarvan de verhaallijnen elkaar kruisen en aanvullen. Veel van die verhalen leiden naar Infinity War, waarin tientallen personages uit achttien eerdere films gezamenlijk de strijd aangaan met opperslechterik Thanos. Alles en iedereen – van Vision tot Groot en van Iron Man tot Black Panter – maakt zijn opwachting in een gevecht waar tien jaar lang zorgvuldig naartoe is gewerkt. In de filmwereld is het een nooit eerder vertoond evenement.
Wie verzint zoiets?
Kevin Feige (44). Hij is de baas van Marvel Studios en het brein achter het megalomane filmuniversum. Hij zet de grote lijnen uit en houdt toezicht op ieder afzonderlijk project. Feige, in 2000 binnengehaald, schopte het in 2007 tot hoofd productie.
Hij is degene die potentie zag in een stelletje striphelden van B-garnituur. Dat begon met Iron Man (2008), de eerste film die Feige zelf besloot te produceren. Tot dan toe verhuurde Marvel, begonnen als stripuitgeverij, de rechten op populaire helden als Spider-Man en de X-Men aan andere filmstudio’s. De resultaten bevielen niet altijd; sommige stripverfilmingen namen het niet zo nauw met het bronmateriaal.
Met Feige nam Marvel in 2008 het heft in eigen handen, maar de studio moest het aanvankelijk doen met een arsenaal minder geliefde of half vergeten stripfiguren. Wie tien jaar geleden had gezegd dat er goud geld te verdienen viel met films over Thor, Captain America, de Guardians of the Galaxy of Black Panther, was voor gek versleten. Een halfgod die met een hamer zwaait? Een brave, met een superserum ingespoten soldaat die zeventig jaar in het ijs heeft gelegen? Een intergalactische bende bandieten, onder wie een wandelende boom en een genetisch gemanipuleerde wasbeer? De koning van een Afrikaans fantasieland? Feige zag het zitten en maakte er meteen een meerjarenplan van. Tien jaar en negentien films later is hij nog steeds niet uitverteld. En heeft hij een miljardenbusiness gecreëerd.
Wat is Marvels geheim?
De films zijn goed. Niet allemaal even goed, natuurlijk, maar zelfs de minst geslaagde Marvelfilm heeft kwaliteiten. In een tijd waarin iedereen uitgekeken leek op superheldenfilms, blies Kevin Feige het genre nieuw leven in. Het recept is simpel: huur goede scenarioschrijvers in, goede regisseurs en goede acteurs. Laat hen, binnen bepaalde grenzen, vrij om hun stempel op de materie te drukken. Wees niet bang wanneer de ene regisseur een serieuze spionagethriller aflevert (Captain America: The Winter Soldier), de ander een vreemde, intergalactische rockopera (Guardians of the Galaxy) en de derde een tienerkomedie (Spider-Man: Homecoming). Juist die variëteit werkt uitstekend en boort een breder publiek aan dan alleen de stripfans.
Dus het is een makkelijke truc?
Allesbehalve, kijk maar naar de mislukkingen bij Marvels concurrenten. Ook andere filmstudio’s brengen superheldenfilms uit, maar zij krijgen juist steeds minder krediet. Fantastic Four (van studio 20th Century Fox) flopte, Justice League (Warner Bros) bracht weinig fans op de been, Batman v Superman: Dawn of Justice (ook Warner) werd door zowel critici als het publiek afgeslacht. Natuurlijk zijn er uitzonderingen; zo doet het volwassen sarcasme van Deadpool (gebaseerd op Marvelstrips waarvan de rechten werden verhuurd aan Fox) het goed en is de filmreeks rond de X-Men (idem) populair. Ook Wonder Woman, naar de strips van Marvel-concurrent DC Comics, was in ieder geval in commercieel opzicht een schot in de roos. Toch kan niemand tippen aan het succes van Marvel.
Dan blijft de vraag: wat is het geheim?
Een veelgehoorde verklaring is dat de makers van de Marvelfilms een oprechte liefde koesteren voor de strips. Ze omarmen de rare trekjes (in superheldenstrips kan nu eenmaal alles, van reusachtige dwergen tot romantiek tussen androïden) en diepen de persoonlijke dilemma’s van de personages uit. Neem Tony Stark, alias Iron Man, een held die het niet van zijn fantastische karakter moet hebben. Als rijke industrieel en voormalig wapenproducent probeert hij zijn schuldgevoel om te zetten in goede daden. Daarbij faalt hij geregeld. Hij blijft een vervelende narcist, zij het wel een grappige. De casting van de ooit verguisde Robert Downey jr. als Iron Man is een van Marvels meesterzetten geweest. Waar andere filmstudio’s hun superheldenacteurs vooral lijken te selecteren op hun kaaklijn (Henry Cavill als Superman, Ben Affleck als Batman), kiest Marvel voor spelers die dieper durven te graven voor hun rol. Wie anders dan Downey jr., ex-verslaafd en eeuwig recalcitrant, had zoveel begrip kunnen opbrengen voor de gemankeerde Stark?
Ook een op het oog wat saaie acteur als de Australiër Chris Hemsworth – over kaaklijnen gesproken – blijkt een perfecte keuze. Voor zijn rol als Thor vindt hij precies de goede verhouding tussen serieuze heldenmoed en ironische distantie. Gevoel voor humor, dat is wat de meeste Marvelfilms en ook de acteurs gemeen hebben.
Gaan de films ook nog ergens over?
Uiteraard over het redden van de wereld, of een andere planeet, of het hele universum. Over knokken, technische snufjes en andere slimmigheden. Maar tussen de actiescènes door worden interessante vraagstukken opgeworpen. Dan gaat het vooral om de vraag hoe goed te doen. Aan wie legt een superheld verantwoording af? Wat als de overheid corrupt is, er te veel onschuldige slachtoffers vallen, de ongelijkheid toeneemt? Het aardige van de films is dat ze zich deels in een herkenbare wereld afspelen, met relevante politieke en ideologische discussies. Het superheldengenre heeft dat altijd al in zich gehad, maar Marvel weet het fris en verrassend te brengen. Zo wordt de loyale, brave Captain America juist degene die het meest van iedereen de machthebbers en zijn meerderen wantrouwt. En met reden.
Is het een serie, dat Marvel-filmuniversum, of staan de verschillende delen op zichzelf?
Alle gebeurtenissen in alle films zijn te plaatsen op een gemeenschappelijke tijdlijn en verschillende superhelden wandelden elkaars verhaal binnen. Zo was Black Panther voor het eerst te zien in Captain America: Civil War en werd naar zijn land, Wakanda, al verwezen in Iron Man 2. Toch vertelt elke film een afgerond verhaal. Dat geldt vooral voor de verhalen rondom één held, zoals Doctor Strange of Ant-Man. De vuistregel is: hoe meer hoofdpersonages er zijn, hoe lastiger het te volgen wordt zonder voorkennis. Ensemblefilms als The Avengers of Captain America: Civil War draaien om de samenwerking en botsingen tussen de superhelden. Hun karakters en geschiedenis zijn in eerdere films geïntroduceerd en worden bekend verondersteld.
Hoeveel belangrijke personages kende Avengers: Infinity War ook alweer?
Meer dan dertig.
Dus om daar iets van te snappen, moet je achttien films hebben gezien?
Het volstaat te weten dat Thanos, het machtigste wezen van het universum, zijn zinnen heeft gezet op de Infinity Stones, een soort oerstenen die hem een vernietigende kracht zullen schenken. De stenen zijn verspreid over verschillende planeten. Doctor Strange (een chirurg met magische krachten) heeft er een, en de Collector (een buitenissige verzamelaar, gespeeld door Benicio del Toro) ook. Een andere steen zit in het voorhoofd van Vision, een superrobot. Alle helden moeten Thanos gezamenlijk bestrijden, maar sommigen hebben elkaar nooit eerder ontmoet en anderen hebben ruzie. Zoals Captain America en Iron Man, die verschillen van mening over overheidstoezicht op superkrachten. Belangrijk is ook Gamora, een van de Guardians of the Galaxy, want zij is een stiefdochter van Thanos. En Loki, de niet-deugende geadopteerde broer van Thor, met wie Thanos nog een appeltje te schillen heeft. Ondertussen heeft Wakanda, een Afrikaans land met geavanceerde technologie, de grenzen geopend. Als dit allemaal klinkt als wartaal, is het misschien toch handig eerst een paar films te kijken.
Is met Infinity War het slot van Marvels filmuniversum in zicht?
Nog lang niet. Deze zomer nog komt Ant-Man and the Wasp uit, gevolgd door Captain Marvel (de eerste Marvelfilm met een vrouwelijke superheld in de hoofdrol) begin volgend jaar. Dan komt de vierde Avengers-film, die nog geen titel heeft. Een vervolg op Spider-Man: Homecoming is al aangekondigd, net als Guardians of the Galaxy Vol. 3. Daarna is het nog steeds niet afgelopen, al breekt volgens Kevin Feige wel een nieuwe fase aan. Veel oude acteurs zullen niet meer terugkomen, al was het maar omdat meerjarencontracten aflopen. Geen nood: Marvel heeft de rechten op zo’n zevenhonderd superhelden. Sinds kort is moedermaatschappij Disney, dat Marvel in 2009 heeft overgenomen, ook eigenaar van Fox, de filmstudio die de rechten van Marvelhelden als Deadpool en The Fantastic Four beheert. Dat schept mogelijkheden. Materiaal genoeg om tot in lengte van dagen door te gaan.
Complete waanzin.
Klopt. Maar wel leuke waanzin.
Tv-series
Marvel Studios grossiert niet alleen in superheldenfilms, er worden ook televisieseries gemaakt. Ook die passen binnen het grote, overkoepelende plan. De gebeurtenissen in series als Agent Carter, Luke Cage, Jessica Jones en The Defenders vallen allemaal te plaatsen binnen Marvels filmuniversum en sluiten dus inhoudelijk aan op de films. De Marvelseries worden door critici en publiek wisselend ontvangen, maar over de hele linie zijn ze iets minder geliefd dan de films.
Alle 19 films in het Marvel-filmuniversum: van de slechtste naar de beste
19. The Incredible Hulk (Louis Leterrier, 2008)
De Hulk, het monsterlijke alter ego van de keurige wetenschapper Bruce Banner, is onder stripfans een van de geliefdste superhelden. Toch lukt het maar niet een geslaagde film aan hem op te hangen. The Incredible Hulk uit 2008 (niet te verwarren met Ang Lee’s Hulk uit 2003) is een van de vroegste films uit het Marvel-universum en ook een van de saaiste.
18. Thor: The Dark World (Alan Taylor, 2013)
Te rommelig, te onevenwichtig, dit sombere verhaal over de Noorse God Thor, boze elven en een afwachtende geliefde op aarde (Natalie Portman). Humor moet verlichting brengen, maar de meeste grappen slaan dood. Lichtpunt is de Engelse acteur Tom Hiddleston als Loki, een van de fijnere slechteriken in het superheldengamma.
17. Iron Man 2 (Jon Favreau, 2010)
Na het succes van Iron Man, twee jaar eerder, viel dit vervolg tegen. Robert Downey jr. doet het goed als de egocentrische miljonair Tony Stark/Iron Man, maar het scenario is stuurloos.
16. Thor (Kenneth Branagh, 2011)
De twee vroege Thor-films hebben een beroerde reputatie, maar eigenlijk is deze eerste aflevering, waarin de goddelijke hamerzwaaier op aarde belandt, best aardig. Shakespeare-kenner Branagh geeft het tamelijk onzinnige verhaal het nodige gewicht. Chris Hemsworth toont zich een waardig Thor-vertolker.
15. Doctor Strange (Scott Derrickson, 2016)
Er is niet veel mis met deze vaardig geregisseerde, goed geacteerde film, behalve dat de titelheld (Benedict Cumberbatch) wel erg gemakkelijk de overstap maakt van navelstarend chirurg naar spiritueel mensenredder. Een tovenarijspektakel vol visuele hoogstandjes, maar zonder filmmagie.
14. Ant-Man (Peyton Reed 2015)
Als je superkracht bestaat uit krimpen tot het formaat van een mier, is het niet gemakkelijk om indruk te maken. Dat merkte Paul Rudd toen hij de rol van Ant-Man op zich nam. De sympathieke acteur doet wat hij kan en de film is plezierig, maar geen hoogvlieger. Regisseur Peyton Reed maakte er een komedie van en dat is maar goed ook, want het verhaal is dat van dertien op de twaalf superheldenfilms.
13. Captain America: Civil War (Anthony en Joe Russo, 2016)
Waar andere Marvelregisseurs vol inzetten op ironie en zelfspot, houden de broers Joe en Anthony Russo de ondertoon serieus. Dat werkt uitstekend, zie deze knap uitgebalanceerde ensemblefilm waarin verhaallijnen en personages vechten om voorrang, terwijl er ook nog gloedvol gediscussieerd wordt over de grenzen aan de macht van een kwaadbestrijder.
12. Avengers: Age of Ultron (Joss Whedon, 2015)
Iron Man heeft in al zijn goedbedoelde arrogantie een verwoestende supercomputer gecreëerd. Het resultaat is chaos. De film is overvol en coherent is het allemaal niet, maar toch is het een onderhoudend geheel. Avengers: Age of Ultron bevat een overdosis aan gevatte grappen, maar ook de griezelige scènes waarin de angsten van superhelden worden onthuld, zijn fraai getroffen.
11. Iron Man 3 (Shane Black, 2013)
Goed, het is vooral meer van hetzelfde, dit derde verhaal over playboy/miljonair/zelfbenoemde held Tony Stark. Maar het werkt, en de film bevat een van de leukste slechteriken uit de reeks: The Mandarin, gespeeld door Sir Ben Kingsley.
10. Captain America: The First Avenger (Joe Johnston, 2011)
Oorsprongsverhalen leveren doorgaans niet de meest originele superheldenfilms op. The First Avenger is een uitzondering. De geschiedenis van Steve Rogers’ transformatie tot supersoldaat Captain America is knap gemaakt, boeiend en broeierig.
9. Thor: Ragnarok (Taika Waititi, 2017)
Van saaiste superheld tot geliefd grappenmaker. Regisseur Waititi poetst de reputatie van Thor op door van diens derde film een over-de-top ruimtekomedie te maken, vol malle bijrollen en geestige terzijdes, soms doorslaand in meligheid. Cate Blanchett steelt de show als de gruwelijke Hela.
8. The Avengers (Joss Whedon, 2012)
Voor het eerst komen Captain America, Iron Man, Thor en de Hulk samen. Het is meteen ruzie. Heerlijk, hoe ego’s botsen in dit prettig gelikte avontuur. Ook vanwege de bijrollen van Harry Dean Stanton en de Poolse regisseur Jerzy Skolimowski verdient The Avengers een hoge notering.
7. Iron Man (Jon Favreau, 2008)
De film waarmee het allemaal begon. Iron Man liet zien hoe een superheldenfilm ook kan zijn: luchtig, vermakelijk, maar ook met een zekere geloofwaardigheid, dankzij sterk acteerwerk en een intelligent scenario.
6. Guardians of the Galaxy (James Gunn, 2014)
Popliedjes uit de jaren zestig tot tachtig vormen de soundtrack voor dit wonderlijke, geestige superhelden-in-de-ruimte-verhaal. Een briljante vondst met emotionele meerwaarde: het zijn de liedjes die de moeder van held Star-Lord (Chris Pratt) vroeger voor hem opnam.
5. Spider-Man: Homecoming (Jon Watts, 2017)
Met de zo onschuldig ogende Tom Holland als Spider-Man bracht Marvel vers bloed in een van hun meest verfilmde stripverhalen, waarvan de studio de rechten wist terug te huren. Een vrolijk, fris verhaal over opgroeien in een superheldenpak.
4. Avengers: Infinity War (Anthony en Joe Russo, 2018)
Nam Marvel niet te veel hooi op zijn vork met deze grootse, om niet te zeggen megalomane samenkomst van tientallen superhelden? Ja en nee; de film reikt iets te hoog, maar dwingt toch vooral bewondering af met een nieuwe, dodelijk ernstige benadering. Lees hier ook de recensie.
3. Captain America: The Winter Soldier (Anthony en Joe Russo, 2014)
De gebroeders Russo leverden een prima politieke thriller af met The Winter Soldier, waarin ze lieten zien dat de brave held Captain America (Chris Evans) ook een donkere, eenzame kant heeft.
2. Black Panther (Ryan Coogler, 2018)
De spraakmakendste Marvelfilm tot nu toe verbrak het ene na het andere bezoekersrecord. Het goed geschreven verhaal rond de Afrikaanse koning T’Challa, oftewel Black Panther, raakt duidelijk een gevoelige snaar. Regisseur Coogler beheerst de materie.
1. Guardians of the Galaxy Vol. 2 (James Gunn, 2017)
Even gek als geniaal is dit vervolg op de ruimte-avonturen van de Guardians, een samengeraapt zootje moreel dubieuze helden. De openingsscène, waarin de camera gericht blijft op een dansende Baby Groot terwijl op de achtergrond een gevecht plaatsvindt, is een meesterwerkje op zich.