InterviewAnoek Nuyens en Rebekka de Wit

Theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit willen de burger een stem geven in het klimaatdebat

Met hun voorstelling De zaak Shell nemen ze een voorschot op de rechtszaak van Milieudefensie tegen Shell.

Herien Wensink
Anoek Nuyens (links) en Rebekka de Wit. Beeld Eva Faché
Anoek Nuyens (links) en Rebekka de Wit.Beeld Eva Faché

Nee hoor, ze hebben geen hekel aan Ben van Beurden, ceo van Royal Dutch Shell, benadrukken theatermakers Anoek Nuyens (36) en Rebekka de Wit (34). Vooropgesteld: hun voorstelling De zaak Shell, die vanavond in première gaat, is géén links-activistisch anti-Shell-pamflet. Ze hebben weliswaar contact met Greenpeace en Milieudefensie, maar net zo goed met de VNCI, de branchevereniging van de chemische industrie in Nederland, en diverse (oud-)medewerkers van Shell. Van Beurden zelf heeft nog niet teruggebeld.

Hun voorstelling neemt een theatraal voorschot op de rechtszaak van Milieudefensie tegen Shell, die half december voorkomt. Op 4 april 2018 klaagde de ngo Milieudefensie Shell aan voor zijn aandeel in de klimaatverandering – een ‘historisch unicum’. Sinds hun voorstelling Tenzij je een beter plan hebt uit 2017 houden Nuyens en De Wit zich intensief bezig met het klimaat. De voorbereidingen van de rechtszaak volgen ze op de voet, om in het theater alle kanten van de kwestie te kunnen belichten. Hun research is grondig: zo lazen ze alle speeches van elke Shell-topman over klimaatverandering sinds de jaren tachtig en hebben ze een denktank opgericht bestaande uit politici, onderzoeksjournalisten, wetenschappers en advocaten.

De rechtszaak zelf beperkt zich tot twee partijen, maar het onderliggende vraagstuk is veel groter, zegt Nuyens. ‘Tijdens onze research constateerden wij dat de klimaatcrisis eigenlijk een verantwoordelijkheidscrisis is. Ons gaat het niet zozeer om de schuldvraag, maar om: wie draagt waar verantwoordelijkheid voor?’ Alle twee kennen ze het gevoel van onmacht dat je kan overvallen bij zorgen over klimaatverandering (Nuyens: ‘Fuck, ik ben zó alleen met dat gigantische probleem!’). Maar bij het maken van de voorstelling kwamen ze erachter dat je als burger niet alleen hoeft te staan, en dat je wel degelijk iets kunt doen.

In hun stuk onderscheiden ze drie partijen, die de verantwoordelijkheid voor klimaatverandering steeds op de ander afschuiven: de industrie, de overheid, en de burger of consument. Nuyens: ‘De industrie wijst naar de consument, zo van: júllie willen toch blijven tanken? Maar hoeveel keuze heb je in een wereld die bijna helemaal draait op fossiele industrie? Kun je je daar überhaupt aan onttrekken? Is daar geen overheidsingrijpen bij nodig? Maar de overheid, op haar beurt, zit klem, tussen de industriële lobby, Europese regelgeving en het klimaatakkoord.’

De Wit constateert dat de verantwoordelijkheid voor de klimaatcrisis wel heel gemakkelijk in de schoenen van de consument wordt geschoven. ‘In het Klimaatakkoord staat letterlijk dat de consument deze strijd moet leveren in de supermarkt. Maar mag je aan een vermoeide jonge moeder, ’s avonds in de supermarkt, de verantwoordelijkheid voor het uitsterven van de tonijn overlaten?’

Nuyens: ‘Alle verandering moet kennelijk van ons komen. Daar heb ik me enorm door aangesproken gevoeld. Nou, toen werd het even heel ongezellig tijdens het kerstdiner.’

De makers constateren dat er in het klimaatdebat veel te veel wordt gehamerd op individuele verantwoordelijkheid. De Wit: ‘Dan lees je weer ergens: ‘wat jij kunt doen tegen klimaatverandering!’ Maar er staat nooit: ‘Wat wij kunnen doen’.’ Uit de voorstelling: ‘En daardoor ben ik alleen achtergebleven met (...) mijn isolerende folie achter de verwarming. En bent u alleen overgebleven, met uw gerecyclede wc-papier en u, met een wekelijkse vegetarische dag.’

Nuyens: ‘De een doet dit, de ander dat, en ik doe misschien meer dan jij. Zo verspillen we al onze energie aan de ander de maat nemen. Terwijl we die ook heel goed aan vergadertafels zouden kunnen gebruiken.’

Om daadwerkelijk mee te kunnen praten werden Nuyens en De Wit aandeelhouder van Shell, elk met één aandeel, genoeg om de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in het Circustheater in Scheveningen te mogen bijwonen. De Wit: ‘Dat is één grote goochelshow met lichteffecten en decors, en het bestuur van Shell dat zijn rol tot in de perfectie beheerst.’ Nuyens: ‘Terwijl activisten of boze boeren hun klacht met trillende stem van een blaadje komen oplezen. Die staan meteen 10-0 achter.’

Rekening met rechtszaak

Tijdens hun research bleek bovendien dat de ‘scenarioafdeling’ van Shell niet alleen in 1989 al ernstige toekomstige klimaatschade voorspelde, maar ook sinds 1998 rekening houdt met een rechtszaak daarover. Nuyens: ‘Shell heeft zich dus twintig jaar op deze zaak kunnen voorbereiden.’

In het klimaatdebat missen politici en burgers zo’n gedegen voorbereiding. Nuyens: ‘Onze voorstelling moet ook functioneren als een soort scenarioafdeling, maar dan een voor burgers. Om in het debat niet steeds met je bek vol tanden te staan.’

Voor elk van de drie partijen schreven zij een tekst, die wordt gespeeld door een acteur. Zo houdt Jaap Spijkers een monoloog als ceo van Shell, maar is hij ook de betrokken leraar van een clubje klimaatspijbelaars. Tijdens een repetitie staat Spijkers op zijn sokken aan de rand van het verhoogde toneel. Zojuist heeft hij met onderdrukte wanhoop het Klimaatakkoord doorgebladerd. Dan kijkt hij de zaal in, moedeloos, en zegt: ‘Als je individuen zo verantwoordelijk maakt, terwijl ze dag in dag uit in de krant lezen dat de aarde ongekend opwarmt, wat krijg je dan? Dan krijg je een hoopje mensen die zich verantwoordelijk voelen voor alles, maar invloed hebben op niets.’

Maar zo hoeft het volgens de makers niet te zijn. Nuyens: ‘Ik geloof dat theater in dit debat een belangrijke rol kan spelen. Omdat je het gesprek daar open kunt voeren, zonder dat iedereen zich in zijn eigen loopgraaf verschanst. Als kunstenaars kunnen wij deze complexe kwestie van alle kanten belichten en echt invoelbaar maken. Ik hoop dat dat tot inzichten leidt die toeschouwers vervolgens meenemen, naar het kerstdiner, een debatavond of het stemhokje.’

Want wat ze met de voorstelling wél beogen, is emancipatie. Emancipatie, zoals De Wit het zegt, ‘van consument tot burger’. ‘In de supermarkt ben ik consument, en kan ik besluiten wel of geen vlees te kopen. Maar daarbuiten ben ik burger: in het theater, in debatten, in gesprekken met anderen. Waar onze consumptieve behoeften soms botsen – ‘hoho, blijf van onze biefstuk af!’ – hebben we als burgers een gezamenlijke verantwoordelijkheid, en een gezamenlijk belang, dat we delen met de overheid en zelfs met het bedrijfsleven.’

Nuyens: ‘En dat belang, ik zeg het nog maar even, is het voortbestaan van de planeet.’

De zaak Shell gaat op 29/10 in première bij theater Frascati in Amsterdam, en is ook te zien via een livestream. Info: frascatitheater.nl

Productiehuis Frascati in de problemen

Anoek Nuyens is een van de vele nieuwe theatermakers die zijn opgeleid bij productiehuis Frascati. Die belangrijke talentontwikkelingsplek dreigt te verdwijnen, nu Frascati bij een herverdeling van BIS-subsidies buiten de boot is gevallen. Waar minister Van Engelshoven de problemen bij het Fonds Podiumkunsten al wel heeft gerepareerd, is er voor Frascati nog geen oplossing gevonden. Het productiehuis vraagt daar aandacht voor in een even geestig als ontroerend filmpje, met in de hoofdrollen Caro Derkx en Halina Reijn.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden