Review
The Walk is een spektakel dat je klamme handen bezorgt
The Walk is een hommage aan de Twin Towers, maar ook een spektakel dat je klamme handen bezorgt. Door de subtiel maar effectief uitgevoerde 3D voel je de diepte tot in je vezels zuigen.
Er zijn regels waaraan een film zich normaliter beter kan houden, wil het een beetje spannend blijven. Het hoofdpersonage niet tegen de camera laten praten, bijvoorbeeld. Niet opzichtig met nepdecors werken. En niet direct de ontknoping van het verhaal verklappen. The Walk van Robert Zemeckis doet dat allemaal wél en toch is het een film die je klamme handen bezorgt.
The Walk draait om de ware, maar ongelooflijke gebeurtenis die eerder al centraal stond in James Marsh' Oscarwinnende documentaire Man on Wire (2008). Op 7 augustus 1974 spande de Franse koorddanser Philippe Petit in New York illegaal een kabel tussen de wolkenkrabbers van het World Trade Center en liep er drie kwartier overheen - zonder beveiliging of vangnet. De verwezenlijking van een waanzinnige droom, die Petit koesterde sinds hij voor het eerst een plaatje van de Twin Towers zag.
Zemeckis laat Petit (Joseph Gordon-Levitt, innemend ondanks zijn Frans accent, pruik en rare contactlenzen) zelf zijn verhaal aan het publiek vertellen. Door de bravoure waarmee hij zijn herinneringen ophaalt - twinkelende ogen, de fakkel van het Vrijheidsbeeld als podium - snap je direct dat hij glansrijk in zijn missie moet zijn geslaagd.
Lievige overvalfilm
Waarom doet een mens zoiets? Aan die vraag besteedt Zemeckis (Forrest Gump, Cast Away, Flight) net zo weinig tijd als Petit zelf. Het eerste deel van de film, waarin hij zijn passie voor het koorddansen opvat en in pittoresk Parijs wordt getraind door circusbaas Papa Rudy (grappige rol van Ben Kingsley), is de halfslachtige opmaat voor het echte werk. Veel interessanter zijn de gedrevenheid waarmee Petit zijn team medeplichtigen bijeen scharrelt en de inventiviteit waarmee ze vervolgens aan de slag gaan. Hoe span je een kabel over een gat van 61 meter? Hoe krijg je anderen zover om je bij zo'n onderneming te helpen? Zodoende wordt The Walk herhaaldelijk een lievige overvalfilm in jarenzeventig-stijl, compleet met jazzy deuntjes en voorbereidende bezoekjes aan de scene of the crime.
Maar bovenal blijkt de film een onverbloemd hommage aan de Twin Towers, hier geen kapitalistisch symbool, maar een wereldwonder van beton en glas. Precies zoals Petit ze zag. Met dezelfde verliefde blik klimt de camera langs de glanzende façades, terwijl componist Alan Silvestri de torens laat stralen in het zachte licht van zijn orkest. Het besef dat deze gebouwen er niet meer zijn, dat voor The Walk elke ruit en elk stuk staal in de studio of computer moest worden nagebouwd, maakt de betovering van de illusie alleen maar groter.
Wanneer het dan eindelijk zover is en Petit zijn balanceeract op de 110de verdieping begint, ben je als toeschouwer overgeleverd. Aan de roes en melancholieke schoonheid van het moment. Aan de verbluffende onemanshow van Gordon-Levitt, die voor de film leerde koorddansen bij de echte Petit. En vooral aan de afgrond onder Petits voeten: die komt in het subtiel, maar effectief uitgevoerde 3D zo overtuigend tot leven, dat je tot in je vezels de diepte voelt zuigen.
The Walk. Avontuur. Regie: Robert Zemeckis. Met Joseph Gordon-Levitt, Charlotte Le Bon, James Badge Dale, Ben Kingsley. 123 min., in 83 zalen.