De beste covers van 2019Volgens Jaap Biemans
The New York Times Magazine creëerde de mooiste covers van 2019
V sprak artdirector Jaap Biemans over zijn favoriete covers van het afgelopen jaar. We kunnen alvast verklappen dat The New York Times Magazine onverslaanbaar was.
Even kort door de bocht. 2017 was het jaar van de Trump-cover. Aan het eind van dat jaar waren de hyperbolen wel op. Trump als Hitler: check! Leuk, die barcode zo onder zijn neus. Trump als uitslaande brand, als tornado, met een KKK-masker, als horrorclown. Er bleef weinig speelruimte over.
In het jaarlijkse overzicht dat we maken met Jaap Biemans, de artdirector van Volkskrant Magazine en eminent coverkenner die wereldwijd als @coverjunkie wordt gevolgd op Instagram, concludeerde hij dat Trump als coverbeeld eind 2017 ‘echt niet meer kon’. En zo werd 2018 het jaar van de ijzersterke covers over de grote sociale onderwerpen, en over de liefde. Noem het een reactie op de ijzige wind van de liefdeloosheid die door de politiek waaide.
Biemans, die deze maand de Mercur d’Or won, de grote oeuvreprijs van de tijdschriftenwereld, wil het ditmaal hebben over de covers van The New York Times Magazine, het blad dat wekelijks bij de zondageditie van de krant zit en dat ‘met ruime voorsprong’ het hoogste gemiddelde niveau van het afgelopen jaar haalt. Biemans denkt dat 2019 bij dat ene blad zeker veertig topcovers heeft opgeleverd. En de rest was ook lang niet slecht. ‘Kijk, iedereen kan één goede cover per jaar maken, maar zo consequent goed zijn is uitzonderlijk.’
Nog even over Trump: de impeachment leverde nog even een kleine opleving in Trump-covers op, vooral omdat daar de perzik (peach) creatief gebruikt kon worden. Op de cover van Guardian Weekly werd het Witte Huis verpletterd door de vrucht en New York Magazine legde Trump zelf onder een ‘giant peach’ (zie ook Roald Dahl) met daarop het woord ‘finally’ (eindelijk).
Terug naar The New York Times Magazine. Biemans legt de zes beste covers voor uit een buitengewoon jaar, waarin het blad onder leiding stond van Gail Bichler (design director), Kathy Ryan (chef fotografie) en Jake Silverstein (hoofdredacteur). ‘Het is een blad waar de grootste talenten zitten’, aldus Biemans, ‘maar waar ze ook in staat zijn om de belangrijkste fotografen, illustratoren en kunstenaars van het moment om werk te vragen.’
Neem de recente techspecial (16 november) waarvoor het duo Maurizio Cattelan (ja, van de banaan en vele andere surrealistische kunstgrappen) en Pierpaolo Ferrari waren gevraagd een voorstel voor de cover te doen. Het duo vormt ook de hoofdredactie van het fotografiemagazine Toilet Paper. Ze kwamen met een aantal voorstellen, maar het werd deze kat, die met zijn woeste blik en wilde vacht (na een shampoobehandeling) stond voor alles wat er was misgegaan met het internet. De kat verwees naar onschuldiger tijden en naar Grumpy Cat, een van de eerste populaire memes. In gifgroene letters, tegen een blauwe achtergrond, luidde de kop: ‘So the internet didn’t turn out the way we hoped.’
Biemans wijst op het sterke gebruik van de typografie, iets wat hij ook wil benadrukken met de keuze van een andere topcover van dit jaar: De Franse kunstenaar en fotograaf JR maakte de cover voor ‘Madonna at Sixty’. De zestigjarige artiest kijkt naar ons door een scheur in een groot portret van haar jongere zelf, precies op de plek van haar oog. Een ijzersterk en ontroerend portret van Madonna, die nu ze ouder wordt steeds meer in de schaduw van haar jongere zelf, de baanbrekende superster, moet leven. ‘En let even op de titel en de naam van de auteur, die precies in het verlengde van de scheur in het doek zijn geplaatst.’
Wat hem behalve deze typografische finesse ook zo bevalt, is hoe The New York Times Magazine omgaat met het hele fenomeen ‘celebrity’. ‘Hoeveel bladen zouden het niet uitschreeuwen: ‘We hebben Madonna. We hebben J.Lo!’ En dan maar de meest herkenbare, mooiste foto op de cover zetten.’ Natuurlijk, tijdschriften bij kranten concurreren in de kiosk niet mee met de andere bladen. De vrijheid is groter, maar die vrijheid wordt dan ook wel genomen. Voor het jaarlijkse nummer over de ‘Great Performers’ werden tien verschillende covers geschoten, met de grootste sterren van het moment. Soms nauwelijks herkenbaar, en in dit geval geheel zonder tekst, zoals in het fraaie zwart-witportret van Jennifer Lopez van Jack Davison.
‘En kijk nu eens wat ze doen met de smiley, een beeldmerk dat eigenlijk helemaal niet meer kan.’ De tekst: ‘What makes a ‘good job’ good?’ En dan pas zie je de glazenwasser rechtsonder en realiseer je je de schaal van het beeld. En zo wordt een versleten icoon opnieuw tot leven gewekt.
Als hij zou moeten kiezen, dan zou hij toch voor de typografische cover van 2 juni gaan, een special over performers in New York. ‘A star is made. Twelve performers, from an opera singer to a subway dancer, show what it takes to light up the stage in New York City’. Deze tekst is getransformeerd tot een affiche-achtige cover. ‘Print als een kadootje’, noemt Biemans het. The NYT Magazine legt de lat elke week hoog. Uitdaging aan alle andere bladenmakers: probeer er in 2020 af en toe overheen te springen.
Laten zien zonder het te laten zien
Biemans was zelf redelijk tevreden over de cover van 1 juni 2019, met het verhaal van Nadia Ezzeroili over de ‘dickpic‘, waarvoor het magazine de Nederlandse vertaling ‘piemelselfie‘ verzon. Iets laten zien zonder het te laten zien, zo kun je de uitdaging formuleren. Binnenin werd het verhaal geïllustreerd met werk van Beni Bischof, portretten van mensen waar de kunstenaar op de plek van de neus een vinger doorheen prikt. In die stijl prikte Biemans een vinger door de cover. Er waren mensen die er aanstoot aan namen. ‘Het was een vinger!’