Komedie
The Descendants
Sjofele losers
Regisseur Alexander Payne is met zijn eigen toon in films een buitenbeentje in Hollywood. Is Oscarkandidaat The Descendants een typische Payne-film?
Hij mag dan op Hawaii wonen, dat betekent niet dat zijn leven een feest is. 'Mijn vrienden denken dat het hier een paradijs is', moppert Matt King (George Clooney) aan het begin van The Descendants op de voice-over. 'Zijn ze gek geworden? Ik heb in geen vijftien jaar op een surfplank gestaan. Het paradijs kan ophoepelen.'
King, een advocaat, stamt uit een familie van grootgrondbezitters. Hij is een van de erfgenamen van een flink stuk land op Hawaii dat binnenkort zal worden verkocht. Het gaat hem ongelooflijk rijk maken, maar blij wordt hij daar niet van. Logisch, want hij heeft wel iets anders aan zijn hoofd: zijn vrouw is na een watersportongeluk in coma geraakt.
Als een toegewijde echtgenoot zit hij al 23 dagen naast haar ziekenhuisbed, vervuld van goede voornemens. Wanneer Elizabeth weer bijkomt zal hij een betere man voor haar zijn, en een betere vader voor hun twee dochters. Zijn hele leven, dat de laatste jaren een beetje aan hem voorbij leek te gaan, zal weer op orde komen.
Het is duidelijk: Matt King is een typische Alexander Payne-held. De regisseur van Sideways (2004) en About Schmidt (2002) heeft een voorkeur voor een type hoofdpersoon dat het in andere films zelden tot held van het verhaal schopt. Een beetje sjofele, middelbare mannen zijn het, zonder duidelijk doel in het leven. De dromen die ze ooit koesterden, zijn allang vervlogen, hun relaties zijn kil en afstandelijk. En alsof dat niet al zwaar genoeg is, zit het hen ook nog zelden mee.
Neem Miles (Paul Giamatti), de mislukte schrijver en wijnproever in het met een Oscar (voor het scenario) bekroonde Sideways. Gedesillusioneerd en bitter is hij: 'Mijn halve leven is al voorbij en ik heb niks bereikt.' Echt zijn best doet hij ook niet: Miles is het soort man dat bij voorbaat al heeft besloten dat een vrouw toch niks in hem ziet.
Of neem Warren Schmidt (Jack Nicholson) uit About Schmidt. Hij is een sombere mopperaar die zich zijn hele leven aan anderen heeft aangepast. Wanneer hij met pensioen gaat en zijn vrouw overlijdt, heeft hij niets meer om op terug te vallen. Hij moet zichzelf opnieuw uitvinden - lastig, als je een lege huls bent.
Ook Jim McAllister (Matthew Broderick) uit de middelbareschoolsatire Election (1999) past in het rijtje: hij is de opportunistische leraar die het niet kan verkroppen dat een populaire scholiere (Reese Witherspoon) een schoolverkiezing wint. Ook hij wordt voor zijn kleinzieligheid gestraft.
Gefrustreerde, afstandelijke losers zijn het, de mannen in de films van Payne. Mannen die zichzelf als het ware hebben uitgewist. Ze verpesten het niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de mensen om hen heen. Matt King past naadloos bij zijn voorgangers, al lijkt het op het eerste gezicht misschien niet zo: hij is immers stinkend rijk en heeft de looks van George Clooney.
Maar in plaats van een levensgenieter is King een onhandige, ongelukkige binnenvetter. Een waardeloze vader ook, die het opvoeden van zijn dochters jarenlang aan zijn vrouw Elizabeth heeft overgelaten. Nu zij in coma ligt, zit hij plotseling opgescheept met twee onhandelbare meiden. Als klap op de vuurpijl vertelt de oudste dochter hem een nieuwtje: Elizabeth ging vreemd en stond, voor haar ongeluk, op het punt van hem te gaan scheiden.
The Descendants is een bijzonder fraaie tragikomedie, even hilarisch als pijnlijk. Payne, die zijn scenario baseerde op een roman van Kaui Hart Hemmings, slaagt erin om van Matt King een man van vlees en bloed te maken, hoe karikaturaal zijn situatie soms ook is. Dat is natuurlijk ook de verdienste van Clooney, die zijn komisch talent - zoals hij dat eerder bijvoorbeeld in Intolerable Cruelty en Burn After Reading van de gebroeders Coen liet zien - knap combineert me
t serieuze wanhoop.
Met vijf nominaties, waaronder die voor beste film, scenario en regie, is The Descendants een van de grote favorieten bij de uitreiking van de Oscars op 26 februari. Voor Payne is het geen onbekend succes: al sinds Election- zijn tweede speelfilm na het komische drama Citizen Ruth (1996) - halen zijn films Oscarnominaties binnen. Toch is hij altijd een buitenbeentje in Hollywood gebleven, met volledige zeggenschap over zijn films en een eigenzinnige, herkenbare toon.
Die toon wordt vooral bepaald door de combinatie van tragiek en humor. Payne is een meester in het mixen van beiden: hij maakt verdriet grappig en humor ontroerend, zonder dat het ten koste gaat van de geloofwaardigheid van zijn verhaal.
Ook in The Descendants lijken tragedie en komedie soms bijna te overlappen. Briljant is de scène waarin Julie, de vrouw van de minnaar van Elizabeth, haar in coma liggende rivale probeert te vergeven. Haar goedbedoelde woorden ontaarden in een hartverscheurend geestige tirade, sterk gespeeld door Judy Greer.
Wie erop gaat letten, ziet dat Payne in zijn montage voortdurend hardhandig schakelt: tussen opluchting en teleurstelling, geluk en ongeluk, slapstick en drama. Uiteindelijk gloort ook in zijn meest grauwe films nog iets van hoop; behalve een scherp observator van menselijke tekortkomingen blijft de regisseur ook een voorzichtig optimist.
In een onopvallende, efficiënte stijl, waarin de acteurs veel vrijheid krijgen, geeft Payne het alledaagse geploeter van zijn hoofdpersonen glans. Wie naar zijn films kijkt, wordt niet somber, maar krijgt juist oog voor de sympathieke kanten van zijn losers - hun levens lijken uiteindelijk niet eens zo slecht. Misschien is dat nog wel de grootste prestatie van Payne en The Descendants: een midlifecrisis was nog nooit zo respectabel en aanstekelijk.