The Big Short is volbloed acteursfilm
Tikje te opzichtig, die Pitt, maar The Big Short is een volbloed acteursfilm. De film, genomineerd voor vijf Oscars, biedt intelligente inzichten in een ondoorgrondelijke wereld.
Van alles wat het intens informatiedichte kredietcrisisdrama The Big Short in 130 wonderbaarlijk swingende minuten over de toeschouwer uitstort, vat het openingscitaat van Mark Twain de film waarschijnlijk het mooist samen. 'Je wordt niet in de problemen gebracht door wat je niet weet', schreef de Amerikaanse auteur, 'maar door wat je ten onrechte zeker weet.'
Die schijnzekerheid behelst in The Big Short het rotsvaste vertrouwen in de wereldeconomie anno 2005, en in de Amerikaanse hypotheekmarkt in het bijzonder. De film is gebaseerd op de bestseller The Big Short: Inside the Doomsday Machine (2010). Daarin legt schrijver en financieel journalist Michael Lewis (Moneyball, ook verfilmd) levendig uit hoe een handjevol handige beursjongens tegen de stroom in speculeerde op de instorting van die markt - en daarmee miljarden binnenharkte.
Een van hen is de markante voorspeller Michael Burry. Hij wordt gespeeld door Christian Bale, op blote voeten en in korte broek, acterend vol theater, die ratelende deathmetal door zijn glazen privékantoor pompt, in de hoop de druk van de buitenwereld te trotseren. Regisseur Adam McKay, tot voor kort enkel verantwoordelijk voor melige komedies met Will Ferrell, schetst Burry als het alwetende, verwarde genie in een rampenfilm, zonder hem tot paljas te maken. Bale (net als McKay Oscarkanshebber, in totaal is de film vijf keer genomineerd) houdt Burry menselijk; dat glazen kantoor voelt als een hogedrukketel waar niemand met gezond verstand wil zijn.
Het gevoel van een wereld die op overkoken staat, wordt nog versterkt door de onrustige beeldtaal. De camera zoomt nerveus en quasidocumentair in, korte sequenties zitten vol videoclipflarden en de editor (ook een Oscarnominatie) heeft soms de laatste woorden van een uitgesproken zin wegknipt.
Ondertussen krijgen anderen lucht van Burry's plan, onder wie de gluiperige investeerder Jared Vennett (een zonnebankbruine Ryan Gosling) en de rechtvaardiger Mark Baum (Steve Carell, na Foxcatcher opnieuw in serieuze modus), voor zover rechtvaardigheid in deze wereld toepasbaar is. Brad Pitt, die met zijn filmbedrijf Plan B ook produceerde, draaft even op als uit het wereldje gestapte goeroe met een geweten: verdienen op andermans verlies is prima, vindt hij, maar ga er niet bij dansen. Tikje te opzichtig, die Pitt, maar het maakt de status van The Big Short als volbloed acteursfilm er niet minder op.
De bedwelmende complexiteit van de financiële apocalyps wordt bovendien zonder concessies en geregeld verrassend komisch tot leven gebracht. Als McKay zich realiseert dat een scène die specifiek ingaat op een ingewikkeld financieel product niet zonder uitleg kan, voert hij doodleuk actrice Margot Robbie in een bubbelbad op om over de valkuilen van hypotheekobligaties te vertellen. Televisie-chefkok Anthony Bourdain geeft aan de hand van een visstoofpot les over het opwaarderen van financiële troep (een drie dagen oude heilbot) tot een 'volledig nieuw' product. Bijrolacteurs spreken recht in de camera om een gebeurtenis te bevestigen of te ontkrachten.
The Big Short biedt een groot publiek niet alleen intelligente inzichten in een voor velen ondoorgrondelijke wereld - de film maakt er ook spektakel van.