REPORTAGE

Testen, testen, testen en strikt in je eigen bubbel blijven; zo wordt gewerkt in de theaters

Acteursgroep Wunderbaum werkt aan haar nieuwe productie The Clowns Convention. Vanaf links: Maartje remmers, Walter Bart en Pina Bergemann.  Beeld Simon Lenskens
Acteursgroep Wunderbaum werkt aan haar nieuwe productie The Clowns Convention. Vanaf links: Maartje remmers, Walter Bart en Pina Bergemann.Beeld Simon Lenskens

Podiumkunstenaars mogen repeteren, maar ze houden zich aan strikte voorschriften. ‘We hebben er een fte aan extra werk aan. Maar we willen gewoon dolgraag maken en spelen.’

Herien Wensink

Het rek met bontgekleurde kostuums is voorlopig opzij geschoven. Op de ene deur staat met krijt ‘Kap + grime’ gekrabbeld, op die daarnaast prijkt het verrassende: ‘SNELTEST locatie op donderdag’. Tussen de helverlichte spiegelwanden van de kleedkamer neemt een wijkverpleegster van zorginstelling De Thuiszorg Parels vandaag bij 43 medewerkers van Theater Rotterdam een sneltest af – acteurs, dansers, technici, productiemensen, een decorontwerper, choreograaf en regisseur. Iedereen die op één van de locaties van het gezelschap moet werken, wordt getest – deze verslaggever en de fotograaf inbegrepen.

Net als bij andere organisaties werken de meeste medewerkers van theatergezelschappen nog altijd thuis, maar podiumkunstenaars mogen ondertussen wel gewoon repeteren. Bij drie grote gezelschappen wordt momenteel zelfs met meerdere artistieke teams (cast en crew) gewerkt aan meerdere producties tegelijk. Dat vraagt om drastische veiligheidsmaatregelen.

In Rotterdam werkt artistiek directeur Alida Dors aan een grote dansproductie, R.I.O.T., met 17 dansers, maakt acteursgroep Wunderbaum haar nieuwe productie The Clowns Convention en repeteert acteur Jacob Derwig met regisseur Erik Whien aan de toneelversie van Verdriet is het ding met veren. Stuk voor stuk nemen ze geroutineerd plaats in de teststoel. Twee keer per week, soms vaker. Marleen Scholten van Wunderbaum: ‘Vorige week deed ik er vier. Toen maakte ik me wel even zorgen om mijn holtes.’ De uitslag is steeds na een kwartier bekend. Volgens locatiemanager Yvo Greweldinger, die het testen begeleidt, testte hier nog nooit iemand positief.

Acteur Walter Bart van Wunderbaum ondergaat een sneltest voorafgaand aan de repetitie.  Beeld Simon Lenskens
Acteur Walter Bart van Wunderbaum ondergaat een sneltest voorafgaand aan de repetitie.Beeld Simon Lenskens

Theatergezelschappen volgen in principe de standaard RIVM-protocollen voor organisaties. Die zijn ook bij hen heilig, zegt directeur Cees Debets van Het Nationale Theater in Den Haag. Maar bij het werk van podiumkunstenaars en hun productieteam hoort onvermijdelijk een bepaalde mate van fysiek contact. Zeker als er dan ook nog véél mensen aanwezig moeten zijn – in Rotterdam en Den Haag nu enkele tientallen, bij ITA in Amsterdam soms 100 tegelijk, zijn extra voorzieningen vereist.

In Den Haag begonnen vorige week de repetities voor de grote zomerproductie De eeuw van mijn moeder, met 12 acteurs en een crew van (soms) 31 man. Hun wordt gevraagd zich in elk geval elke week zelf thuis te testen. Daarvoor zijn (voor 4.500 euro) duizend zelfsneltests aangeschaft. Debets: ‘Ons coronateam volgt de ontwikkelingen op de voet, en nu deze thuistests op de markt zijn, leek dat een goed idee, omdat ze handig zijn en snel.’ Hij beseft dat de tests een momentopname zijn, en niet 100 procent betrouwbaar. ‘Maar het geeft wel íéts aan. Wij hebben medewerkers gevraagd of deze testen ze een groter gevoel van veiligheid en vertrouwen zou geven, en dat was zo. Maar natuurlijk blijven ook de andere maatregelen strikt gehandhaafd.’

Testmateriaal in Theater Rotterdam.  Beeld Simon Lenskens
Testmateriaal in Theater Rotterdam.Beeld Simon Lenskens

Onder de andere maatregelen valt het werken in zogeheten ‘bubbels’. Bij ITA in Amsterdam werken momenteel drie teams: Eline Arbo repeteert er aan De uren, Maria Kraakman en Gijs Scholten van Aschat maken Cliënt E. Busken en er zijn repetities en opnamen van de succesvolle livestreams. Al die teams vormen een eigen bubbel, met een eigen in- en uitgang, afzonderlijke kleedruimten en aparte looproutes door het gebouw, vertelt hoofd productie Edith den Hamer. Ook Rotterdam en Den Haag werken met zulke bubbels.

Logistieke puzzel

Alle richtlijnen bij elkaar vormen een enorme logistieke puzzel, zegt Den Hamer. ‘We hebben er een fte aan extra werk aan. Maar we willen gewoon dolgraag maken en spelen. En ik vind dat het hoort bij onze maatschappelijke voorbeeldfunctie om dit zo zorgvuldig mogelijk te doen.’

Ook ITA test op grote schaal haar medewerkers. Twee assistenten van huisartsenpraktijk Rivierenbuurt komen in de Amsterdamse stadsschouwburg elke week een PCR-test afnemen. Daarnaast zijn vier collega’s – hiervoor werkzaam in de publieksservice en de horeca – getraind om wekelijks sneltests te doen. Den Hamer: ‘En als de activiteiten en dus ook de drukte in het gebouw toenemen, zoals in aanloop naar een livestream, kunnen we heel snel opschalen.’

Rond de live-uitzending van monsterproductie Romeinse Tragedies, toen er bij ITA honderd man aan het werk waren, moest iedere medewerker elke dag een sneltest ondergaan, naast de reguliere PCR-tests. De kosten vindt Den Hamer moeilijk te schatten, ‘maar het loopt flink in de papieren’. Elk zichzelf respecterend gezelschap investeert nu fors in veiligheid.

Face Recognition Thermometry Terminal

Wie in Rotterdam bij een van de twee theaters binnenloopt, staat direct oog in oog met een iPad op een zuil. De ‘Face Recognition Thermometry Terminal’ doet denken aan de paspoortcontrole met gezichtsherkenning op het vliegveld. Maar hier licht, als het goed is, rechtsboven een groen vakje op, met ‘normal temperature’. Dan mag de bezoeker naar binnen.

Sebas van Haperen, hoofd techniek en facilitair van Theater Rotterdam heeft de terminals aangeschaft voor de veiligheid van het personeel, maar ook met het oog op de langverwachte terugkeer van het publiek, straks. ‘Bizar eigenlijk, een jaar geleden was het onvoorstelbaar dat je ooit de temperatuur van toeschouwers zou meten.’ De iPads signaleren verhoging en dus een mogelijke infectie, maar dragen vooral ook bij aan de ‘bewustwording’, denkt Van Haperen. ‘Een kleine drempel bij binnenkomst maakt dat je ook weer scherper op de andere maatregelen let.’

Hanneke Van Der Paardt en Marleen Scholten (zittend) van toneelgroep Wunderbaum maken zich klaar voor de repetitie. Beeld Simon Lenskens
Hanneke Van Der Paardt en Marleen Scholten (zittend) van toneelgroep Wunderbaum maken zich klaar voor de repetitie.Beeld Simon Lenskens

Corona heeft, in zijn woorden, gezorgd voor een kloek nieuw hoofdstuk in het ARBO-handboek van theaters.

Nu ligt de nadruk nog op de veilige werkomgeving, maar straks moeten gezelschappen ook het consumentenvertrouwen terug zien te winnen. Daarvoor is volgens Van Haperen al deze nieuwe medische, technische en logistieke ervaring onmisbaar.

Cees Debets van Het Nationale Theater: ‘Tot nu toe gaat het goed, en werken we zo veilig mogelijk door. De machine moet helemaal startklaar zijn, om ons publiek straks zo snel mogelijk weer te kunnen ontvangen.’

Voorstellingen op de plank

Repeteren, voorstelling voltooien, en dan… wachten. Dat is het lot van tientallen nieuwe theatervoorstellingen: ze blijven ‘op de plank’, tot de theaters open kunnen. Dat belooft straks een explosie aan fonkelnieuw toneel, en een schreeuwend tekort aan schouwburgzalen. Fijn vooruitzicht is in elk geval de toneelbewerking van Max Porters prachtige rouwroman Verdriet is het ding met veren. In regie van Erik Whien, die uitblinkt in warmbloedig, diep menselijk toneel, en gespeeld door topacteur Jacob Derwig. Te zien bij Theater Rotterdam, ooit.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden