dagboekJozef Hillel Borensztajn (1898-1985)
Terug in dierbaar Nederland, met vlaggen en erwtensoep
Erik van den Berg deelt dagelijks een opmerkelijk fragment uit zijn verzameling historische dagboeken.
Roermond, 10 juni 1945
Bij het passeren van Aken – de laatste gebombardeerde stad op Duits grondgebied – wordt de stemming in de coupé uitbundig. In de wijde omgeving is letterlijk geen huis overeind blijven staan. Iets verderop zijn weer onbeschadigde huizen te zien, maar dat is al in Nederland. Mijn dierbaar Nederland!
Tien uur ’s avonds rijden we dan Maastricht binnen. Het station is versierd met vlaggen en er hangen spandoeken met ‘Welkom in Holland’. Meisjes van het repatriëringscomité met armbanden ontfermen zich over ons. Ze delen bekertjes erwtensoep uit.
Juist wanneer we weer een beetje tot onszelf zijn gekomen, moeten we instappen. Een uur later zijn we in Roermond. Daar verlaat het hele transport – ongeveer 1.400 Nederlanders, onder wie zo’n dertig joden – de trein. Onder de joden bevinden zich Keesing, de directeur van de Tip-Top-revue, en Jetty Cantor, die bekend is van de radio.
We worden naar een klooster gedirigeerd, waar we te eten krijgen. We kunnen er ook slapen. In dat klooster eet ik voor het eerst weer sla en de hele sfeer geeft me het gevoel dat ik nu echt terug ben in Nederland.
Na het eten worden we geregistreerd. Er vindt tegelijkertijd een controle plaats of er zich geen SS’ers of NSB’ers onder ons verborgen houden.
Jozef Hillel Borensztajn (1898-1985). Ingekort fragment uit Dagboek 1943-1945. Ambo, 1998.