Postuum
Terry Hall (1959-2022), zanger van Britse ska-band The Specials, had een van de allerbeste stemmen uit de popmuziek
Popzanger Terry Hall, zondag op 63-jarige leeftijd na een ‘korte ziekte’ overleden, was de stem van een van de belangrijkste bands die de Britse popgeschiedenis heeft voortgebracht.
The Specials uit Coventry brachten in 1979 met hun mengeling van Jamaicaanse ska en Britse punk en new wave een compleet nieuw geluid, bedacht door toetsenist Jerry Dammers waaraan Terry Hall zijn stem gaf. De eerste single Gangsters werd in 1979 meteen een hit, ook in Nederland. Het was een bewerking van een liedje van de Jamaicaanse rocksteady-zanger Prince Buster. Het door Elvis Costello in 1979 geproduceerde debuutalbum The Specials bevatte meer bewerkingen van Jamaicaanse pophits, zoals A Message To You Rudy en Monkey Man. Die werden aangevuld met liedjes van Dammers, die reggae en ska-ritmes verenigden met felle punk. De stem van Hall leende zich daar uitstekend voor.
Het was de combinatie van Dammers’ briljante, zeer actuele teksten over racisme en werkloosheid (en de (Dawning of A) New Era ingeluid door de toen net tot premier gekozen Margaret Thatcher) met de stem van Hall die het album klassiek maakten.
Terry Hall zong helder, met een diepe emotie in zijn stem. Hij klonk alsof hij ieder moment in huilen kon uitbarsten. Maar zijn boosheid en wanhoop behielden altijd een zekere rust en verschaften hem zo autoriteit, ook op het podium. Terwijl om hem heen de wildste danstaferelen plaatsvonden, stond hij altijd bijna stoïcijns op het podium. Hij was het oog van de orkaan.
The Specials creëerden met labelgenoten als Madness, The Beat en The Selecter op het door Dammers opgerichte 2 Tone-Records een heuse nieuwe dansrage: ska. Ook in Nederland sloeg mix van zwarte reggae en witte punk aan. Het modebeeld onder jongeren werd tussen 1979 en 1981 even bepaald door zwart-witte kleding, hoedjes en zonnebrillen. Maar Dammers wilde meer dan ska en punk reanimeren, op het tweede album More Specials (1980) ontwikkelde hij een breder, soulvoller geluid om in 1981 met de single Ghost Town het absolute hoogtepunt van The Specials te componeren, dat meteen ook de zwanenzang was. ‘All the clubs have been closed down, bands will play no more, too much fighting on the dancefloor’, zong Hall dit nummer naar de Britse eerste plaats. Precies in een tijd, zomer 1981, dat rassenrellen de Britse steden teisterden.
Maar intern zat het ook niet lekker in de band. Tijdens tv-opnamen voor Ghost Town in juni 1981, op het hoogtepunt van de roem, stapte Hall met twee andere bandleden uit The Specials om een nieuwe band te beginnen: Fun Boy Three.
Tekstueel hield Hall, die zelf ook aardig kon schrijven, de vinger aan de pols van de natie met het donkere The Lunatics Have Taken Over The Asylum, maar het waren vrolijkere hits met damestrio Bananarama (It Ain’t what You Do, It’s The Way That you Do It en Really Saying Something) die in 1982 het meest succesvol werden.
Het tweede Fun Boy Three-album Waiting werd in 1983 geproduceerd door David Byrne van Talking Heads, maar na een Amerikaanse tour dat jaar hief Hall de band op.
Een nieuwe band The Colourfield leverde een paar geweldige nummers van zijn hand op (Thinking of You, 1985) maar ook latere projecten met onder meer Dave Stewart (Vegas) hadden lang niet de impact van The Specials.
Hall werd getormenteerd door psychische problemen, het gevolg van ernstig seksueel misbruik op 12-jarige leeftijd (waarover hij in het liedje Well Fancy That zong). Aanvankelijk ging hij niet in op reünieverzoeken voor The Specials. Tot 2008, toen ze zonder Jerry Dammers bij elkaar kwamen en onder meer op Lowlands te zien waren. Hall zong nog altijd prachtig, maar een lachje kon er ook toen amper af. Met The Specials maakte hij nog twee aardige albums, maar geen liedje was zo ontroerend mooi als zijn eigen Friday Night, Saturday Morning dat hij in 1981 voor The Specials schreef als b-kantje voor Ghost Town, en in 2008 een van de hoogtepunten van de liveshows werd.
Dat droevige en tegelijk troostrijke in zijn zang zullen we missen. Terry Hall was beslist een van de allerbeste popzangers, en The Specials een van de meest invloedrijke albums die de woelige postpunkjaren 1978-1984 hebben voortgebracht. Het klinkt nog altijd even fris en opzwepend als in 1979.
Bijna God
De muziek van The Specials was van grote invloed op het werk van latere generaties Britse popmuzikanten. Een van hun grootste fans, Tricky uit Bristol, vroeg Terry Hall in 1996 voor een gastbijdrage op zijn tweede album, dat hij uitbracht onder de naam Nearly God. Daarop zijn ook onder meer Björk, Neneh Cherry en Alison Moyet te horen. Het nummer Poems dat Hall samen met Martina Topley-Bird en Tricky zingt, is wellicht het donkerste nummer waarop Terry Hall te horen is.