Tekortkomingen van een wereldmacht: drie boeken over de Verenigde Staten
Smeets' Amerika is amusant, Verhagens Amerika is spannend, Shorto's Amerikaanse Revolutie komt tot ons vanuit het perspectief van tastende en struikelende tijdgenoten.
Persoonlijk
Wie van Mart Smeets houdt, zal ervan smullen: een hoogstpersoonlijk boek van zijn hand over de Verenigde Staten dat dan ook Mijn Amerika heet. Een associatief verband van uiteenlopende thema's. Zoals een concert van blueszanger Taj Mahal en de weg er naartoe. De evolutie van de Amerikaanse vlag en de waarde die ze voor Amerikanen - in positieve en negatieve zin - vertegenwoordigt. Een terloopse ontmoeting met Robert Redford, die ervan op de hoogte blijkt dat Nederlanders heel verdienstelijk schaatsen.
Het gaat uiteraard over Lance Armstrong. Over de balad Sweet Caroline van Neil Diamond - clubhymne van de Boston Red Sox. Over Southern Comfort, een koppig drankje waarvan de ervaringsdeskundige weet dat je het met 'kleine teugjes' moet innemen. En het gaat ook over de roemloze Martin van Buren, de achtste president van de VS die thuis Nederlands sprak. Mijn Amerika is, kortom, een rijk geschakeerd boek van een auteur die niet alleen van Amerika houdt, al zijn tekortkomingen ten spijt, maar ook van zichzelf. En daarin is hij zo consequent en zo ongeremd, dat het boek een amusementswaarde krijgt die de auteur vast niet heeft beoogd.
Smeets is, zo blijkt ten overvloede uit Mijn Amerika, geen aanhanger van het adagium show, don't tell. Steevast nestelt hij zichzelf tussen alle wetenswaardigheden die hij opdist. Zo volstaat hij niet met de mededeling dat de Russische ijshockeyer Pavel Bure ooit bij de Vancouver Canucks speelde, maar krijgt de lezer meteen mee dat Smeets hierbij uit zijn parate kennis put.
Een causerie over het Goddard College in Vermont - 'uniek broeinest van soms halve gekken, muzikale en andere genieën, verlichte denkers, schrijvers en dichters' - wordt ingeluid met de nogal gratuite mededeling dat hij ooit heeft overwogen een documentairefilm over deze onderwijsinstelling te maken. In een zeldzame bui van deemoed geeft hij toe nooit van de mormonenleider Parley P. Pratt te hebben gehoord. Om daaraan toe te voegen: 'Ik weet van Joseph Smith en van Brigham Young, dat hoort bij de algemene ontwikkeling, maar verder?' Zo wordt elke uiting van bescheidenheid en zelfrelativering tenietgedaan.
Het aardigst zijn de passages waarin Smeets een meer dienstbare houding aan de dag legt. Aangrijpend is zijn beschrijving van de treurige nadagen in Texas van Jan van Beveren, 'de stijlvolle, lenige keeper van PSV' die door de 'Cruijffclan van Ajax' bij Oranje werd weggepest - hetgeen Nederland twee wereldtitels zou hebben gekost. Van Beveren vroeg Smeets 'of ik niet eens rond kon vragen in de Nederlandse eredivisie of er geen belangstelling voor hem is'. Het is er niet meer van gekomen. Van Beveren stierf op 26 juni 2011, op 63-jarige leeftijd.
Ook beschrijft Smeets trefzeker hoe op 22 november 1963 de wedstrijd tussen zijn basketbalteam en een selectie van het Amerikaanse leger in Rotterdam werd stilgelegd nadat het nieuws over de moord op John F. Kennedy wereldkundig was gemaakt. Jammer is dan weer dat Smeets vervolgens meldt dat hij misschien nog wel meer boeken over Kennedy heeft gelezen dan over Martin van Buren en Barack Obama. Je moet ervan houden.
Spannend geschiedenisverhaal
Bij Geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerikakenner Frans Verhagen is niet de auteur de leidraad maar de geschiedenis zelf. En dan krijg je uiteraard een heel ander boek. Ogenschijnlijk achteloos rijgt hij alle episoden die tezamen de Amerikaanse geschiedenis (vanaf de zeventiende eeuw) vormen aaneen tot een verhaal. Een spannend verhaal zelfs. Ook dankzij de talrijke inzetjes waarin hij nader ingaat op gebeurtenissen en personen die hij ter sprake heeft gebracht.
Verhagen zelf is alleszins bescheiden, bijna verontschuldigend, over het oogmerk waarmee hij het boek heeft geschreven: laten zien dat elke gebeurtenis en elke stemmingswisseling in het land een, soms complexe, voorgeschiedenis heeft. Hijzelf heeft voorkeuren en hij heeft opvattingen, zeker over de huidige president en alles waar die voor staat. Maar de lezer heeft geen last van die opvattingen. Het boek is, schrijft Verhagen, niet meer dan een 'uitnodiging om mee te denken'. Want de Verenigde Staten blijven een raadselachtig land waarvan hoogmoedige Europeanen te vaak een karikatuur maken.
Verhagen - die nu zijn dertiende boek over de VS heeft geschreven - heeft een open oog voor de tekortkomingen van het land, maar beklaagt de wereld die het zonder Amerika als leidende macht zal moeten stellen. In dat opzicht is enige somberheid gerechtvaardigd. 'Het land heeft een opmerkelijke vaardigheid om zichzelf telkens opnieuw uit te vinden, vooral als problemen het gevolg zijn van eigen excessen. Het is echter te gemakzuchtig om te verwachten dat dit ook nu weer het geval zal zijn. Een wereldmacht in verval of op zijn minst een midlifecrisis leidt tot een ander verhaal dan de oprispingen van een wereldmacht in opkomst. De grote vraag is of Amerika in staat zal zijn de verdeeldheid te boven te komen waarvan Donald Trump het symptoom is, niet de oorzaak.' Zelfs Verhagen kan die bange vraag niet beantwoorden.
Vanuit het perspectief van tijdgenoten
De Amerikaanse schrijver en journalist Russell Shorto, die in Nederland bekendheid geniet met zijn welwillende boek over Amsterdam, 'de meest vrijzinnige stad ter wereld', heeft de Amerikaanse Revolutie en haar nasleep beschreven vanuit het perspectief van zes personen - en een groot aantal figuranten - die getuige zijn geweest van deze episode. Met die benadering heeft hij het de lezer niet gemakkelijk gemaakt. Die moet in Lied der Revolutie voortdurend heen en weer schakelen tussen hoofdpersonen die de tijd waarin zij leven met elkaar gemeen hebben, maar wier wegen elkaar maar zelden kruisen.
De geschakelde vertelling meandert tussen Cornplanter, voorman van de 'native Americans', Lord George Germain, de Britse minister van de Amerikaanse koloniën, George Washington, de voormalige slaaf Venture Smith, de vrijgevochten Margaret Moncrieffe - die frontaal met de tijdgeest in botsing komt, en de Amerikaanse vrijheidsstrijder Abraham Yates. Het duurt even voordat het grote verband van de wederwaardigheden van uiteenlopende personen zichtbaar wordt. Maar dan heb je ook wat: een verhaal dat niet met de kennis van nu wordt verteld, maar vanuit het perspectief van tastende en struikelende tijdgenoten. Mensen die niet weten of zij aan de goede of de foute kant van de geschiedenis staan.
Met name bij de passages over George Washington veroorlooft Shorto zich een oneerbiedige onbevangenheid. In Lied der Revolutie figureert de vader des vaderlands als een pietluttige ijdeltuit die in belangrijke mate verantwoordelijk zou zijn voor de fatale constructiefout van de Verenigde Staten: het feit dat zijn vrijheidsbelofte zich niet uitstrekte tot de slaven en de Indianen. 'Amerikaanse vrijheid zou blanke vrijheid zijn', schrijft Shorto. Om deze onvolkomenheid te benadrukken, is hij misschien iets te gretig geweest bij de demontage van Washington, en heeft hij hagiografieën geschreven van indianenleider Cornplanter en de vroegere slaaf Venture Smith - die de blanke tegenwerking trotseerde en zich opwerkte tot grootgrondbezitter in Connecticut. Maar daar staat veel fraais tegenover.