Stresstest tegen speculatie
SHANGHAI De stresstest die de Chinese banktoezichthouder heeft bevolen op leningen voor huizen zijn een psychologisch wapen in de strijd tegen de sterk gestegen prijzen van onroerend goed....
De Chinese banken moeten van Peking nagaan wat een scherpe val van de huizenprijzen zou betekenen voor hun overlevingskansen. De banken moeten ook hun leningen aan bouwverwante sectoren als de cement- en staalindustrie aan zo’n fictieve waardeval blootstellen.
In China is speculeren in onroerend goed een nationale hobby geworden voor de nieuwe middenklasse. De regering probeert al geruime tijd de oververhitte huizenmarkt af te koelen. De hoge prijzen veroorzaken groeiende onvrede onder jonge middenklassers die hun eerste flat willen kopen. Deze twintigers hikken aan tegen de hoge schuldenlast waarmee ze dreigen te worden opgezadeld.
Volgens analisten is het wenselijk dat de huizenprijzen in grote steden als Shanghai en Peking met zeker 20 procent dalen.
Door het nieuws over de stresstests zijn de aandelenkoersen van projectontwikkelaars de afgelopen dagen met 3 procent gedaald.
De Chinese banktoezichthouder heeft verklaard dat de stresstest niet betekent dat de autoriteiten verwachten dat de huizenprijzen daadwerkelijk met 60 procent zullen dalen. Het gaat om een ‘normale oefening in risicobeheersing’, aldus Peking.
De maatregelen om de huizenzeepbel te beteugelen, zullen lange tijd moeten worden volgehouden, totdat investeerders in onroerend goed gaan inzien dat de prijzen die ze voor hun huizen vragen moeten dalen, aldus regeringseconoom Wang Xiaoguang.
Weinig economen denken dat de Chinese huizenmarkt werkelijk zal instorten, zoals de afgelopen twee jaar in de VS gebeurde. Mocht er niettemin een zeer scherpe daling van de huizenprijzen komen, dan zou dit in China geen bankencrisis hoeven te veroorzaken.
Hypotheken beslaan slechts 13 procent van de totale leningportefeuille. De banksector kan bovendien in geval van nood altijd leunen op de staat. De meeste speculanten hebben ook veel eigen geld in hun huizenbezit zitten – ruim 40 procent van de aankoopwaarde – wat de kans verkleint dat ze niet meer aan hun verplichtingen aan de bank voldoen.
Een gematigde daling van de huizenprijzen (analisten rekenen op een krimp met 15 tot 20 procent) is gunstig voor de Chinese economie. Het zal de verkopen weer op gang brengen en het voornemen van Peking om meer sociale woningbouw te realiseren kunnen bevorderen. Eenderde van de projectontwikkelaars heeft dit jaar de prijzen al iets verlaagd.
