RecensieFilm
Stan & Ollie is een zorgvuldig gemaakt, vriendelijk portret dat het niet moet hebben van groots drama (vier sterren)
Het is verbluffend hoe goed Steve Coogan en John C. Reilly de twee komieken neerzetten.
‘Ach, je weet hoe hij is’, antwoordt Stan Laurel (Steve Coogan) op de vraag van zijn vrouw hoe het met Oliver Hardy gaat. Hardy (John C. Reilly) zegt iets soortgelijks tegen zijn eigen vrouw. ‘Nou ja, je kent Stan.’
Meer woorden hebben ze niet nodig, de twee komieken die decennialang een duo vormden. Laurel en Hardy zijn, of er een camera in de buurt is of niet, volledig op elkaar ingespeeld. Ze zijn vertrouwd met elkaars zwakheden. Hardy, de dikke, gaat graag een potje golfen, wedt op racepaarden, eet en drinkt te veel en o ja, trouwen en scheiden doet hij ook iets te vaak. Verder maakt hij zich over weinig zaken druk, in tegenstelling tot Laurel, de dunne, die alles bij voorkeur tot in de puntjes regelt.
Laurel is het werkpaard van de twee, degene die scènes schrijft en eraan blijft schaven tot ze precies grappig genoeg zijn. Aan het begin van Stan & Ollie, in 1937, is hij ook degene die een beter contract probeert te bedingen, met meer eigen invloed en deling in de winst. Het loopt anders en het duo, dan op het hoogtepunt van hun succes, gaat zelfs tijdelijk uit elkaar.
Na die wervelend gefilmde proloog springt Stan & Ollie naar de nadagen van de wereldberoemde komieken. Het is 1953 en Laurel en Hardy maken een theatertournee door Groot-Brittannië. Hun roem is duidelijk tanende, net als hun gezondheid, maar Laurel hoopt toch nog een nieuwe film te kunnen maken. Aandoenlijk is het, hoe hij een onbetrouwbare filmproducent blijft bellen, terwijl de man niet thuis geeft.
Even ontroerend is de delicaat geschetste verhouding tussen de twee mannen. De wederzijdse afhankelijkheid, het oud zeer dat onvermijdelijk de kop opsteekt, de camaraderie en de moeiteloze improvisaties – als ze willen, vermaken Laurel en Hardy iedereen die ze tegenkomen, van receptionist tot winkelbediende.
Hoewel er ook geruzied wordt, blijft de toon van de film opmerkelijk goedmoedig. Waar andere biopics over komieken vaak een duister privéleven blootleggen, willen scenarioschrijver Jeff Pope (Philomena) en regisseur Jon S. Baird (Filth) daar niet veel van weten. Stan & Ollie is een enigszins brave, bitterzoete, vriendelijke film, die het niet moet hebben van groots drama. Alles draait om de lichte toets, met uiterst secuur vormgegeven komische kunststukjes, die tonen hoezeer Laurel en Hardy hun vak beheersten.
Daarmee is het ook een film van de acteurs, die uitstekend zijn. De gelijkenis is verbluffend, maar Reilly had het ook wel zonder nep-onderkin afgekund, zo overtuigend is zijn portret van de ietwat naïeve Hardy. Coogan – een geweldig komiek, maar als acteur soms wat ijdel – is zo mogelijk nog beter: hij lijkt volledig te verdwijnen in zijn rol als de bescheiden Laurel. Die twee, samen dansend, maken Stan & Ollie tot een traktatie.
Stan & Ollie. Drama. Regie: Jon S. Baird. Met: Steve Coogan, John C. Reilly, Rufus Jones, Shirley Henderson. 98 min., in 53 zalen.