Soepel geschreven biografie Herman Brusselmans maar mist afstand
Goed opgebouwde biografie van 'literair fenomeen' Herman Brusselmans mist afstand. Rick Honings schrijft soepel maar is te zeer fan om niet-fans te kunnen overtuigen.
Vijfenzeventig boeken, een Zeer Bekende Vlaming, zelden serieus besproken in de pers en nog altijd geen literaire prijs gekregen. Maar Herman Brusselmans heeft wel hondstrouwe fans, die twee keer per jaar zijn nieuwe roman kopen. Een van hen is, verrassend, Rick Honings. Hij is onderzoeker aan de Universiteit Leiden. De Romantiek is zijn voornaamste werkterrein; samen met Peter van Zonneveld is hij de auteur van De gefnuikte arend, de uitstekende biografie van Willem Bilderdijk. Hij schreef nu een biografie over de nog springlevende Herman Brusselmans.
Rick Honings
Majoor van het Menselijk Leed - Leven, werk en imago van Herman Brusselmans
Prometheus;
384 pagina's;
€24,99
Waarom zou je dat doen, een biografie schrijven van een nog levende auteur? En dan ook nog een schrijver die zijn eigen leven als middelpunt van zijn oeuvre heeft gekozen. Honings vertelt in zijn inleiding dat hij in zijn puberteit dweepte met Brusselmans. Hij verslond zijn boeken, ging schelden op z'n Brusselmans en beluisterde zelfs zijn favoriete muziek, Uriah Heep en Deep Purple.
Nog steeds is zijn waardering voor Brusselmans' schrijverschap 'onverminderd', schrijft Honings. Daarbij houdt hij zich de laatste jaren in Leiden bezig met het thema 'roem'; vorig jaar verscheen zijn studie De dichter als idool. De schrijver als excentrieke figuur die zijn eigen mythe schept en wordt verafgood door bewonderaars, dateert uit de Romantiek. Je kunt Brusselmans met enige goede wil een romanticus noemen. Een 'literair fenomeen' is hij zeker.
Maar is Brusselmans ook een groot en onderschat schrijver? Moet hij bij leven een biografie krijgen? Hij is een bewonderaar en imitator van Gerard Reve, in thematiek, pose en in het bespelen van de media. Maar komt zijn schrijverschap wat betreft stijl, humor, eigenheid en zeggingskracht in de buurt van zijn idool?
Die vraag beantwoordt Honings niet, en dat is kennelijk ook niet de bedoeling. Hij schreef een leesbaar en goed opgebouwd boek waarin veel aan de orde komt: het leven van de jonge Herman, zoon van een veehandelaar, lieveling van zijn moeder; zijn studententijd, zijn treurig bestaan als bibliothecaris, zijn alcoholisme, zijn depressies, zijn twee in een scheiding geëindigde huwelijken. Ook gaat Honings in op enkele hoofdthema's in het werk en analyseert hij Brusselmans' humor.
Vooral analyseert hij het 'fenomeen', dat zich voor zijn optredens in zaaltjes en op tv een rolvaste persona heeft aangemeten. De uitgestreken antiheld, die iedereen die ooit iets negatiefs over hem heeft gezegd, verrot scheldt en die graag als 'de beste beffer van België' met zijn dertig jaar jongere vriendinnen de roddelbladen haalt. Maar ach, deze schreeuwer is 'eigenlijk' een lieve, bange jongen, die zijn angsten en het verdriet om zijn overleden moeder bezweert met dwangmatige grappen en scheldpartijen. Dat zeggen tenminste de vrienden en ex'en die Honings voor dit boek heeft gesproken. Ook ging hij een keer of vijf bij zijn idool op bezoek.
Honings is een soepele schrijver en een kundig onderzoeker. Toch mist dit boek afstand. Een volwaardige biografie is het niet. Na de dood van een schrijver duikt er wellicht materiaal op dat een ander licht op iemand werpt. Nu blijft de informatie beperkt tot de entourage van de schrijver én de vele romans, waarvan Honings er enkele trouwhartig navertelt.
Dat navertellen heeft een wetenschappelijk reden: Honings onderzoekt wat feit is in het oeuvre van Brusselmans. Maar wie kan dat iets schelen? Om dat te willen weten moet je een liefhebber van dat werk zijn. Door deze biografie zullen er, vrees ik, geen liefhebbers bijkomen. De fans hebben er wel een nieuwe bijbel bij.