InterviewCarolyn Steel
Schat eten op waarde, zegt Carolyn Steel: ‘We hebben het idiote idee dat voedsel goedkoop is. Dat is het niet’
Eten is de sleutel naar Utopia, zegt schrijver Carolyn Steel. We moeten onze voedselvoorziening drastisch herzien om eten weer echt op waarde te schatten.
Een paar jaar geleden was Carolyn Steel (61) aanwezig bij een TEDGlobal-conferentie in Edinburgh waar gezocht werd naar oplossingen voor grote wereldproblemen: de klimaatopwarming, de teloorgang van de planeet. In de zijlijn van de bijeenkomst werd ze aangesproken door een Nederlandse topman van Shell.
‘Ik ben op zoek naar antwoorden, zei hij, maar ik heb nog niets belangrijks gehoord. Wat is jouw antwoord? Ik dacht even na en zei: betere filosofie. Hij werd woedend. Hij had een antwoord verwacht als ‘Waterstof!’ of ‘Algen!’. Iets waarin hij zijn miljoenen kon investeren. Maar ik zei: laten we, voordat we aan oplossingen denken, eerst eens vaststellen wat we eigenlijk willen bewerkstelligen. Voor mij is dat een goed leven voor iedereen. Die vraag zijn we vergeten te stellen.’
Een goed leven, dat is volgens Steel niet wat veel mensen nu leiden: vijf dagen per week sloven om de hypotheek af te lossen en de auto te betalen, ’s avonds uitgeput op de bank neerploffen met een afhaalmaaltijd en eens per jaar beloond worden met een vliegvakantie naar een lustoord.
Wat het wel is? Werk doen dat zin geeft en tijd overlaat voor andere geneugten des levens. Een leven leiden in het hier en nu, genieten van alledaagse zaken en niet dertig jaar reikhalzend uitzien naar je pensioen. ‘Een goed leven is leven in een wereld waarin je je thuis voelt’, zegt Steel. ‘Dat zijn we kwijt.’ De vraag is: hoe vinden we dat terug? De weg daarnaartoe loopt volgens Steel over ons bord. ‘Want voedsel is leven. Eten is de sleutel naar Utopia.’
Carolyn Steel is een vooraanstaand denker en schrijver over de cruciale rol die voedsel speelt in de wereld. Steel, van huis uit architect, doceerde aan de London School of Economics en was gastdocent aan de universiteiten van Cambridge en Wageningen. Ze is een veelgevraagd spreker; haar presentatie op de eerste TEDGlobal-conferentie in 2009 in Oxford werd een miljoen keer bekeken.
In haar bekroonde boek Hungry City (De hongerige stad) uit 2008 liet Steel zien hoe de maatschappij en de fysieke leefomgeving zijn gevormd door de manier waarop de voedselvoorziening is georganiseerd. Onlangs kwam een nieuw boek van haar uit, Sitopia (in het Nederlands vertaald als Wat gaan we eten?), waarin ze onderzoekt hoe we met voedsel de wereld ten goede kunnen veranderen.
‘Alle levende wezens op aarde moeten eten’, zegt ze via een beeldverbinding met haar flat in Londen. ‘We zitten met zijn allen op één planeet aan dezelfde tafel. Daardoor is voedsel het middel om alle juiste vragen te stellen.’
Wat is ‘sitopia’?
‘Sitopia betekent letterlijk voedselplaats. Het is een samentrekking van het Griekse woord voor eten, sitos, en topos, plaats. Samenlevingen zijn ontwikkeld rond eten, wij als soort zijn georganiseerd rond de vraag hoe we iedereen moeten voeden. Ik vond dat we daar een naam voor moesten hebben. Dat is sitopia.’
We leven volgens u in een slecht sitopia: we zitten met een klimaatcrisis, diersoorten sterven uit, bossen worden gekapt. Is dat allemaal de schuld van hoe wij eten?
‘Voedsel is niet de enige oorzaak. Maar het speelt wel een grote rol. De landbouw is verantwoordelijk voor grofweg 30 procent van de uitstoot van broeikasgassen, bijvoorbeeld. Maar er zit ook een gedachtengang achter die de natuur voorstelt als iets wat onderworpen moet worden.
‘Het maakt deel uit van het industriële project dat 250 jaar geleden in Engeland begon. Het eerste wat men deed was de boeren van hun land verdrijven. Fabriekseigenaren hadden arbeiders nodig en landbouwgrond werd gerationaliseerd om werkers in de steden te voeden. Land werd een economisch goed, de samenleving werd een gemeenschap van consumenten.
‘Hoe we aan voedsel komen, is altijd een fundamentele vraag geweest voor de mens. Onze voorvaderen dachten dat ze het probleem konden oplossen met technologische ontwikkeling. Ziekten zijn slecht, onkruid is slecht, graan is goed. Dus vinden we pesticiden en herbiciden uit waarmee we die kunnen bestrijden. Maar zo werkt de natuur niet. Pesticiden schakelen schadelijke insecten uit, maar doden ook nuttige beestjes. Zo zijn we uitgekomen bij een bijna dood landschap.
‘Het punt is: voedsel is niet een probleem dat je even kunt oplossen. Het is net als leven: een proces dat altijd doorgaat. Om te eten moeten we een sociaal contract afsluiten met de natuur. Ik pluk de appel van de boom. In ruil daarvoor zorg ik voor die boom en voor de organismen die erin leven. Dat is een gevoel van wederkerigheid. De manier waarop wij het hebben georganiseerd, draait om macht en beheersing, met de mens als middelpunt. Technologie heeft daar een grote rol in gespeeld.’
Technologie heeft vooruitgang gebracht. Wij zijn niet meer de halve dag bezig eten op tafel te krijgen. In plaats daarvan kunnen we onze tijd aan andere zaken besteden: schrijven, schilderen, computers maken.
‘Ik ben niet tegen technologie. Maar dat technologie altijd vooruitgang oplevert, is een idee dat we moeten herzien. Uit technologie is altijd iets goeds te halen. Maar we raken er ook iets door kwijt.
‘Ik heb voor mijn boek veel gelezen over jager-verzamelaars. De bushmen in de Kalahari zijn volkomen vertrouwd met hun omgeving. Ze werken veel minder hard dan wij. Want hun voedsel is overal en hun behoeften zijn gering. Volgens onze maatstaven leiden zij een gedepriveerd bestaan, voor henzelf leiden zij een vol en rijk leven. Dus wat is vooruitgang? Zo leven ze al 150 duizend jaar. Ik weet niet of Londen zo lang zal bestaan, maar ik denk het niet.
‘Ik weet dat het idioot klinkt, maar ik heb laatst met mijn zangleraar aardappelen geplant op een stuk land bij zijn huis. Ik kreeg beweging, we waren buiten, we hadden een interessant gesprek en deden iets wat zinvol is: eten aanplanten. Je kunt dat werk ook door een machine laten doen, maar dan mis je dat gevoel.’
Ik heb een vriend die boerenzoon is. Hij moest tijdens vakanties onkruid wieden terwijl zijn vriendjes gingen zwemmen. Hij was dolblij geweest met een onkruidwiedmachine.
‘Mijn punt is: je zou de keuze moeten hebben. Adam Smith bedacht het idee van arbeidsdeling. In plaats van dat één iemand één product helemaal afmaakt, laat je twintig mensen elk een stukje doen. Dan gaat het sneller en zo produceer je meer. Op die manier creëer je rijkdom, aldus Smith.
‘Dat klopt als een bus. Maar wat is het nut van rijkdom verzamelen, als dat het enige goed is? Het geeft veel meer bevrediging om iets helemaal zelf te maken dan om een onderdeeltje te zijn van het proces. Het uiteindelijke doel moet toch zijn om mensen een goed leven te geven, zodat iemand plezier haalt uit zijn werk. Onze marktsamenleving heeft deze logica ontmanteld.
‘Ik las laatst over jonge mannen die een fortuin hadden verdiend en op hun 35ste opgebrand waren. Die kopen een stuk land in Wales waar ze geiten houden en zelf kaas maken. Hoeveel geld je ook verdient, het staat blijkbaar nooit in verhouding tot de voldoening die je haalt uit het zelf maken van kaas.’
Is dat geen valse romantiek? Ik denk niet dat veel mensen hun comfortabele huis willen inruilen voor een leven als jager-verzamelaar of 17de-eeuwse boer.
‘De vraag die je moet stellen is: wat maakt mensen gelukkig? Wat ons gelukkig maakt, is dat we leven in een welvarende maatschappij waar een gevoel van eerlijkheid heerst. Waar we liefdevolle relaties hebben, zinvol werk, goed eten, een fijn huis en natuur om ons heen. Geluk is niet op de bank liggen en met je telefoon een afhaalmaaltijd bestellen die wordt gebracht door een Uber-slaaf in een mintgroen pakje op de fiets.
‘We moeten afstappen van het idee dat je per se de nieuwste iPhone moet hebben om gelukkig te zijn. Dat is een kunstmatig opgewekt idee. Het belet ons tevreden te zijn met wat we hebben. Daarom ben ik zo enthousiast over de Griekse filosoof Epicurus, die zegt: de sleutel tot een goed leven is plezier vinden in het noodzakelijke, de alledaagse dingen des levens. Als je honger hebt, is niets zo bevredigend als eten.’
Het geluk zit in de simpele dingen des levens: dat is een enorm cliché. Als het echt zo simpel is, waarom doen we het dan niet?
‘Omdat we leven in een vals verhaal dat ons wordt opgedrongen door mensen die ervan profiteren. Van politici tot directeuren: zij hebben er allemaal baat bij dat het systeem blijft bestaan. Ze maken ons wijs dat je leven niet vervuld is als je die nieuwe schoenen niet koopt of niet op vakantie kunt. Je moet in die tredmolen blijven lopen.
‘Het goede leven ligt altijd net achter de horizon. Heb een rottijd nu, over veertig jaar kun je gaan golfen. Baal van je werk, maar één keer per jaar mag je drie weken bakken in de zon. Waarom zou je niet genieten van het leven van alledag? In het hier en nu zijn is een belangrijke sleutel tot tevredenheid.
‘Wat daarmee samenhangt, is dat we een wereld hebben gecreëerd die zo complex is dat we hem niet meer begrijpen. Dat is voor veel mensen bedreigend. Daarom is het veel gemakkelijker om vast te houden aan wat je hebt: een huis, een auto, werk. We leven in de voortdurende angst om dat kwijt te raken.
‘Het verlangen naar gemakkelijke antwoorden in een complexe wereld is ontzettend sterk. Kijk naar onze politici: een politicus die liegt en goed nieuws vertelt dat volkomen onzin is, daar stemmen mensen op.’
Om daaruit te komen wilt u rijkdommen herverdelen en landeigendom afschaffen. Dat klinkt als een revolutie.
‘Maar het is domweg nodig. We moeten ook andere prioriteiten stellen. Het is overduidelijk dat we met zijn allen minder moeten consumeren en minder weggooien. Het probleem met het kapitalisme is dat het de wereld verdeelt in privé-eigendom. Het communisme stelt daar staatseigendom voor in de plaats. Maar dat is de oplossing niet.
‘De wereld is van iedereen. Dus wat we zoeken, is een manier om alles wat we hebben met anderen te delen via gemeenschappelijk eigendom. Als je gebruik wilt maken van een stuk land, zou je daar pacht over moeten betalen aan de gemeenschap.
‘Stel je voor dat je met een stel mensen op een eiland zit. In de buurt zinkt een schip, de drenkelingen zwemmen naar de kant. Wat doe je? Laat je ze toe, of knuppel je ze dood? Je laat ze toe, natuurlijk. Maar dat betekent ook dat er minder is voor iedereen om te delen. Dat is de situatie in de wereld waarin wij ons bevinden.’
Welke rol speelt voedsel hierbij?
‘Wij zijn de werkelijke waarde van voedsel vergeten. We hebben het idiote idee dat voedsel goedkoop is. Dat is het niet. Want eten is leven en als je zegt dat voedsel goedkoop is, dan zeg je in feite dat leven dat ook is.
‘De snelste manier om iets te veranderen, is voedsel weer zijn echte prijs geven. Dan wordt industrieel voedsel onbetaalbaar, wat het in feite ook is als je alle maatschappelijke en ecologische kosten meerekent. En lokaal voedsel wordt ineens veel goedkoper. Als we voedsel beter op waarde schatten en de mensen die ons daarvan voorzien goed betalen, zullen er meer mensen zijn die boer willen worden. Die mensen moeten we land geven. Zo breng je een beweging op gang die van klein naar groot gaat.’
‘Het gaat erom dat we onze relatie met eten herstellen. Dat kan op alle niveaus. Dat gaat van zelf groenten kweken op je balkon tot moestuinen in de stad en gemeenschappelijke keukens. Het is ook een kwestie van lokale voedseleconomieën stimuleren. Als ik burgemeester van Londen was, zou ik kijken naar de groene gordel rond de stad en zeggen: daar maken we weer boerenland van. Zo verbinden we de stad met het platteland.’
Moestuinen, stadslandbouw: gaat u daarmee de macht van agrarische multinationals en supermarktconcerns breken?
‘Wij zijn slachtoffers van een systeem dat we niet meer onder controle hebben. Ons 20ste-eeuwse idee van een goed leven houdt ons gevangen. Voedsel is een machtig middel om dingen te veranderen, omdat we allemaal zeggenschap hebben over wat we eten. Bovendien is het een van de leukste dingen om mee bezig te zijn. Wat je eet, kun je zelf veranderen: meer groenten, meer lokaal geproduceerd voedsel, en uit het seizoen. Dat kan leiden tot nieuwe netwerken, nieuwe economieën. Je zet dingen in gang. Zie het als een ‘delicious revolution’: een heerlijke kom soep kan de wereld veranderen.
Carolyn Steel: Wat gaan we eten? – Sitopia: hoe goed eten de wereld kan redden. Uit het Engels vertaald door André Haacke en Ruud van der Helm. Meulenhoff; 496 pagina’s; € 24,99.
Wie is Carolyn Steel?
Carolyn Steel (Londen, 1960) is een Britse architect, schrijver en docent. Steel studeerde aan de universiteit van Cambridge. Na haar studie werkte ze enige tijd als architect. In 2008 publiceerde ze het boek Hungry City (De hongerige stad), over de relatie tussen voedsel en stedelijke ontwikkeling. In 2010 was Steel gastdocent aan de Wageningen Universiteit. Ze heeft ook lesgegeven aan de Slow Food Universiteit voor Gastronomische Wetenschappen in het Italiaanse Pollenzo en aan de Harvard Graduate School of Architecture.