Pop

Robbie Williams verovert de Ziggo Dome met humor, een goed verhaal en krakers van weleer ★★★★☆

Met veel zelfspot gaat de Britse zanger de zaal te lijf. ‘I am Robbie Williams. This is my band. And this is my arse.’

Robert van Gijssel
Robbie Williams staat drie avonden in een uitverkochte Ziggo Dome. Beeld Ben Houdijk
Robbie Williams staat drie avonden in een uitverkochte Ziggo Dome.Beeld Ben Houdijk

Wat zou Robbie Williams denken als hij zijn publiek soms even de rug toekeert en zichzelf bekijkt op de projectieschermen achter het podium? Hij is nog steeds de showman uit zijn hit Let Me Entertain You, een kwarteeuw na dato. Hij is een man van bijna 50 in een gouden glitterpak, die plichtsgetrouw ook maar een paar keer zijn sixpack laat zien: ja hoor, alle blikjes nog keurig in het rek.

Williams zal misschien ook denken aan de persoonlijke rampspoed die hij heeft overwonnen, van verslavingen tot depressies en algehele carrièremalaise. Nieuwe muziek uitbrengen doet hij nauwelijks en hits scoort hij niet meer. Maar nu staat hij toch weer in de grootste zalen van de wereld, vaak meerdere avonden op rij, zoals in de Amsterdamse Ziggo Dome.

Williams krijgt die zalen vol omdat hij kan zwemmen in zijn oude successen; een enkele oude kraker van zijn voormalige boyband Take That, maar vooral het werk waarmee hij die band kon ontvluchten en een eigen loopbaan wist op te bouwen, van Angels (1997) tot Feel (2002). Maar hij heeft meer te bieden. Williams is ook een prettige en ontwapenend eerlijke podiumpersoonlijkheid met héél veel zelfspot en een goed verhaal.

null Beeld Ben Houdijk
Beeld Ben Houdijk

Van boy tot man

Zijn kwetsbaarheden, van zijn verslavingen tot zorgen over het ouder wordende lichaam, zijn onderdeel van zijn show: Williams neemt zijn ook al wat ouder wordende publiek mee op reis door zijn carrière, waar veel schimmige kantjes aan kleven. ‘Let me introduce myself’, begint hij de show. ‘I am Robbie Williams. This is my band. And this is my arse.’

Van hem wordt verwacht dat hij nog steeds die hunk speelt, die mooie jongen uit Take That. Hij lacht zichzelf en zijn zaal hartelijk uit en wijst op de bedenkelijke fasen in zijn boybandbestaan. Op het projectiescherm verschijnt een glimmende blote jongenskont in beeld, waarmee in de jaren negentig kennelijk harten moesten worden veroverd. ‘Dit is mijn kont’, zegt Williams. ‘Ik was toen 17. Dat is best een beetje raar, toch?’

Het gebeurt niet vaak dat je een paar keer keihard in de lach schiet bij een popshow. Bij Williams dus wel. Als ergens op de tribunes een man opstaat van zijn stoel en in het trapgat verdwijnt, legt Williams de muziek stil. ‘Hé, wat ga je doen?’ De man komt terug in het trapgat en maakt het universele ik-ga-pissengebaar. Williams: ‘Oké, kom je wel terug?’

Zijn humor sleurt de zaal mee. Zijn band, met saxen en een orgel, speelt de greatest hits keurig mee en de zes dansers doen ook echt hun best, maar het is Williams die het feest bouwt. Zelfs in een uiterst wrang nummer als Come Undone, waarin hij alle ellende van de showbusiness van zich af zingt. ‘So need your love, so fuck you all.’ Entertainment van de bovenste plank.

Robbie Williams

Pop

★★★★☆

28/1, Ziggo Dome, Amsterdam. Herhaling: 29/1 en 13/2.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden