Reisopera zet Wagner magnifiek neer, maar fut slipt weg als geliefden elkaar eindelijk ontmoeten

De Reisopera's magische vertolking ondersteunt Wagners vitale muziek van de gedoemde zeevaarder. Vooral kapiteinsdochter Senta is krachtig van stem en persoonlijkheid.

Biëlla Luttmer
De sopraan Aile Asszony speelt Senta, de bruid van de Holländer. Beeld Nienke Elenbaas
De sopraan Aile Asszony speelt Senta, de bruid van de Holländer.Beeld Nienke Elenbaas

Nederlandse Reisopera. Wagner: Der fliegende Holländer. Regie: Paul Carr. Solisten, Consensus Vocalis, Noord Nederlands Orkest o.l.v. Benjamin Levy. Wilminktheater, Enschede, 20 april. Tournee tot 9 juni.

Meteen zet het Noord Nederlands Orkest (NNO) Wagners noten onder stroom. Onheil!, krijsen de strijkers in de bak van het Wilminktheater. Ook het toneelbeeld in de nieuwe productie van de Nederlandse Reisopera belooft niets goeds. Een blonde vrouw leest een boek en gooit dat ontzet van zich af. Later op de avond zal dat omineuze boek nog een paar keer terugkomen, net als de andere thema’s die zich al in de ouverture van Der fliegende Holländer aandienden: een huwelijk, met en zonder rode rozen, en een levend meisjesoog, duizendmaal uitvergroot op het achterdoek – je kunt de adertjes zien.

Het oog is van Senta (Aile Asszonyi), de jonge dochter van kapitein Daland. Anders dan haar vrolijke vriendinnen is zij geobsedeerd door één man: der fliegende Holländer, een spookfiguur die gedoemd is te blijven zeilen over de zeeën en maar eens in de zeven jaar aan land mag komen. Pas als hij een vrouw ontmoet die haar leven aan hem wil wijden, wordt hij van zijn vloek verlost. Ziet ze hem in de dansers, die regisseur Paul Carr overvloedig vaak laat voorbijkomen? Ze hebben in elk geval zijn lange haren en ook zijn jas met tressen.

Fraai laat de vormgever Gary McCann Dalands schip opdoemen als een metershoog staketsel met ladders, daarachter een woeste zee. Mannen in geel-zwarte oliepakken staan hoog op de dwarsbalken, met hun gezicht naar de zaal. Je kunt ze bijna aanraken. En dan is er die magische, vitale muziek: Steuermann, lass die Wacht, met klaroentenor gezongen door Thorsten Büttner.

Het spookschip verschijnt, de horizon kleurt bloedrood. Die Frist ist um, klinkt het uit de keel van Darren Jeffery, als van een man die niets meer van het leven verwacht. Zodra Daland hoort dat de Holländer zijn rijkdom wil inzetten voor de liefde van een vrouw, biedt hij zijn dochter aan. Magnifiek hoe Yorck Felix Speer gestalte geeft aan zijn gewetenloze geldzucht.

Toch is er een belangrijk moment in de voorstelling waar de fut uit wegsijpelt. Als Senta en de Holländer elkaar uiteindelijk ontmoeten, staan ze stokstijf naast elkaar. Juist daar laat dirigent Benjamin Levy de formidabel spelende musici van het NNO iets verslappen. Senta is krachtig van stem en persoonlijkheid. De oude zeeman klinkt rijk in zijn hoge register maar laat het in het laag afweten. Als stel worden ze er niet geloofwaardiger door.

Nee, dan Senta’s jeugdliefde Erik. Hij vecht voor haar met de jonge, stralende tenorstem van Samuel Sakker, maar Senta weet hij niet te vermurwen. Ze gaat de Holländer achterna. Zelf gekozen of gedoemd, dat blijft de vraag.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden