InterviewRegietalent van 2019
Regietalent Ena Sendijarevic: ‘Liever keihard falen dan een halfslachtig resultaat’
Echte talenten durven risico te nemen. Zo ook regisseur Ena Sendijarevic (31). Kijk maar naar de goochelaarscène in Take Me Somewhere Nice, die had ook anders kunnen uitpakken.
De scène met de goochelaar moest erin, daarvan was de 31-jarige Ena Sendijarevic overtuigd. Goed, eigenlijk paste hij niet helemaal in het script van haar eerste langspeelfilm Take Me Somewhere Nice, een droogkomische maar tegelijk serieuze roadmovie, waarin een Nederlands-Bosnisch meisje met haar neef en zijn beste vriend door Bosnië reist om haar zieke vader op te zoeken.
Daarbij: zoveel budget was er niet voor de film. En de door haar gekozen scène, waarin een van de bekendste Bosnische acteurs als goochelaar haar hoofdpersoon doorzaagt, was relatief duur door die acteur, de locatie en de figuranten voor het publiek.
Of het zou werken in de montage, daar was Sendijarevic niet eens zeker van, maar toch wilde ze het ‘gevoelsmatig’ en ze wist productiehuis Pupkin ervan te overtuigen.
Gek uitstapje
Nu is het een van de scènes die ze het geslaagdst vindt, vertelt de regisseur in haar appartement in Amsterdam. Het huzarenstukje zit tegen het einde van haar debuutfilm, als je als kijker al bekend bent met Sendijarevic’ wereld vol gekke decors en visuele grapjes, gefilmd in vervreemdende shots. Precies dan doet ze er een schepje bovenop, met een compleet surrealistische goochelshow, die zich afspeelt in een zaal met zonnebankblauwe tl-balken en glittergordijnen die zo uit Star Trek zou kunnen komen. Er valt opeens nepsneeuw. ‘Surprise’, zegt de goochelaar mysterieus.
‘Het is een voor mij essentieel, gek uitstapje binnen de toch al buitenaardse wereld die ik wilde neerzetten. Misschien werkt het niet voor iedereen, maar het zijn precies dit soort scènes in het werk van David Lynch tot Roy Andersson die mij bijblijven.’
Dat soort films ontdekte ze relatief laat. Sendijarevic, die op haar 5de Bosnië ontvluchtte met haar ouders en zusje, wist in haar puberteit niet beter dan dat de bioscoop een plek was waar je heen ging voor simpel vermaak. Ze kwam voor haar vriendinnen, niet voor The Gladiator. Tijdens haar studie media en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam wilde ze de richting nieuwe media doen: film vond ze maar een gedateerd medium. Tot ze tijdens haar studie klassiekers kreeg voorgeschoteld als Ladri di biciclette (1948, Fietsendieven) en Repulsion (1965). Die bliezen haar van haar sokken: ‘Zo werd ik het drijfzand in getrokken.’ Gedurende een uitwisselingsjaar in Duitsland besloot ze auditie te doen voor de Amsterdamse filmacademie. Ze werd aangenomen.
Eigenzinnigheid
De voornaamste redenen dat de meeste respondenten Sendijarevic dit jaar als filmregietalent van het jaar verkozen, zijn haar eigenzinnigheid en compleet eigen stijl. Haar films spelen zich af in bevreemdende werelden waarin haar hoofdpersonen nooit op hun plek lijken te zijn. In de korte film Reizigers in de nacht (2013) bijvoorbeeld vertoond op meer dan vijftig internationale filmfestivals begint een klant tussen de schappen plotseling een dansje op Kim Carnes’ Bette Davis Eyes. In haar afstudeerfilm Fernweh (2014) belandt een meisje in een pleeggezin op het Nederlandse platteland een wereld van stamppot met rookworst en grijze mist boven de weilanden. In Import, waarmee ze werd genomineerd voor de Quinzaine des réalisateurs in Cannes, schetst ze met onderkoelde humor hoe een Bosnisch vluchtelingengezin probeert te integreren in een klein Nederlands dorp. Take Me Somewhere Nice, in maart te zien in de Nederlandse bioscopen, gaat over een tienermeisje dat haar Bosnische wortels onderzoekt.
Sendijarevic’ films zijn persoonlijk, maar niet particulier. Geëngageerd, maar niet uitgesproken politiek. Waarmee ze wil spelen in haar werk, zegt ze, is de combinatie van humor en vervreemding. ‘Ik wil de kijker laten voelen dat mijn werkelijkheid ook maar een constructie is.’
Om de kijker beelden voor te schotelen die hij nog niet eerder heeft gezien, neemt ze graag risico’s, zoals in de scène met de goochelaar. Met zweet in de handen, dat wel. ‘Het proces vond ik doodeng, maar ik groei liever door beslissingen die niet helemaal goed uitpakten, dan dat ik aan de veilige kant blijf. Liever keihard falen dan een halfslachtig resultaat.’
2. Sven Bresser
Regisseur Sven Bresser (26) mocht zijn korte film L’été et tout le reste dit jaar op twee van de meest prestigieuze filmfestivals van de wereld vertonen: de wereldpremière was in Venetië, daarna volgde Toronto. Als kers op de taart kreeg hij in Nederland een Gouden Kalf voor zijn film over twee Corsicaanse jongens die twijfelen of ze het na de zomer uitgestorven vakantie-eiland moeten verlaten. Zijn visuele, zelfverzekerde films gaan vaak over de relatie tussen broers of vrienden die onder druk komt te staan – zoals in Cavello, de film waarmee hij afstudeerde aan de HKU en zijn dit jaar gemaakte Free Fight uit het One Night Stand-programma van het Nederlands Film Festival.
3. Shady El-Hamus
Vorig jaar was hij ook al runner-up in deze verkiezing, regisseur Shady El-Hamus (30). Dat was het jaar waarin hij drie korte films maakte: Malik, Nachtschade en Bestaan is gaan. Met een Egyptische vader en een Nederlandse moeder is hij opgegroeid tussen twee culturen, vertelde hij toen, en dat speelt een rol in zijn films. Reikhalzend wordt uitgekeken naar zijn debuut, dat in juni te zien zal zijn in de Nederlandse bioscopen. In De Libi, dat hij schreef met Jeroen Scholten van Asschat, proberen de 17-jarige Bilal en Gregg zichzelf de Jimmy Woo binnen te bluffen. Het wordt een film waarmee hij volgens Holland Filmnieuws de negatieve stereotypering van jongeren uit een lagere sociale klasse wil tegengaan.
Hoe het verder ging met regisseur Marit Weerheijm (26) , de winnares van vorig jaar
‘Na het artikel kreeg ik veel leuke reacties. Het gaf een opening tot gesprekken met mensen in de filmindustrie. Dit jaar schreef ik onder andere met Jolein Laarman de film Voor het donker, die te zien was op het Nederlands Film Festival. Het gaat over een jongen van 20 met een vader die op jonge leeftijd aan alzheimer lijdt. Dit speelt ook in mijn omgeving, ik vind onderwerpen waar een taboe op rust belangrijk, daar móét ik dan iets over maken. Daarnaast heb ik me aangesloten bij productiebedrijf Czar, waarvoor ik een commercial heb gemaakt voor Pink Ribbon.’
Charlotte van Gorkum