BoekenLevende dingen
Rauw verhaal lijdt onder metaliterair trapezewerk
Waarom vertellen we verhalen? Niet omdat dat een therapeutische werking zou hebben, zo stelt de verteller van Levende dingen, die net als de auteur Munir heet en van Algerijns-Spaanse afkomst is. Onze motieven zijn veel elementairder: een verhaal vertellen ‘is hooguit dat wat we onwillekeurig doen wanneer om ons heen de wereld instort’. Van een verteller die er zulke ideeën op nahoudt zou je een verhaal verwachten dat recht uit het hart komt. Dat had Levende dingen kunnen zijn, als Munir Hachemi zich had beperkt tot zijn eigen ervaringen als gastarbeider in de voedselindustrie ergens in Zuid-Frankrijk. Maar de schrijver doet veel meer dan een inkijkje geven in de mensonterende werkomstandigheden, de gruwelijke dierenmishandeling en het onrustbarende geknoei met maïsplanten. Minstens zoveel aandacht vraagt hij voor zijn gedachten en beschouwingen over het schrijven en voor de verwijzingen naar het werk van schrijvers als Jorge Luis Borges, Ricardo Piglia en Kurt Vonnegut, te beginnen met de titels van de hoofdstukken. Soms werkt dit dubbele spoor goed, maar meestal leidt het metaliteraire trapezewerk te veel af van het rauwe verhaal over de martelkamers van de voedselindustrie.
Munir Hachemi: Levende dingen. Uit het Spaans vertaald door Nadia Ramer. Wereldbibliotheek; € 18,99.