Rallyrijder Henno van Bergeijk leerde van een stuntman dat opgeven geen optie is
Wie of wat zette je leven op het juiste spoor? In een serie interviews vraagt de Volkskrant mensen naar hun inspiratiebron. Henno van Bergeijk, rallyrijder en leverancier van auto's voor vrijwel elke Nederlandse film of serie, leerde van een stuntman dat opgeven geen optie is.
'Jammer dat je niet met de auto bent gekomen. Dat is beroepsdeformatie natuurlijk: even kijken of de auto een beetje spoort met de persoon, zeg maar.
'Echt een hele mooie klus onlangs was De Maatschap, die serie over de advocatenfamilie Moszkowicz. Kijk, als een producent bij mijn bedrijf precies dat ene type Amerikaanse auto bestelt, vind ik dat ook prima. Maar voor deze televisieserie had ik alle vrijheid, ik kon zelf bedenken wat waar paste, in een serie die zich uitstrekt in de tijd van de jaren zestig tot nu en van Fiat 500's tot Aston Martins. Dat is te gek om te doen.
'Zo lang ik me kan herinneren, had ik een hekel aan fietsen. Wij, vier kinderen, ik ben de jongste, woonden bij het Rondven op de Strijbeekse Heide, ten zuiden van Breda, in de bossen. Alles was ver weg en ik hield van sleutelen. Op mijn 12de kon ik autorijden, op mijn 16de had ik een hele trits brommers en drie auto's. Ik was best een onhandelbare puber denk ik. In die tijd liftte ik naar Portugal en bij terugkeer had mijn vader al die brommers en auto's laten weghalen, in een poging mij weer in het gareel te krijgen. Dat werkte niet, natuurlijk.
undefined
'Jij zegt: voor iedereen is er wel een gebeurtenis, of een persoon die iets belangrijks teweegbrengt. Ik zie het meer zo: je zaait een aantal ingrediënten en daar groeit wel of niet iets uit. Als ik niet buiten was opgegroeid, was ik nooit zo vroeg gaan rijden en crossen. Als ik niet op mijn 17de bij mijn broer in Amsterdam was gaan wonen, had ik nooit Eurosport gezien op tv, dat hadden we in Brabant niet, en daar beelden van de rally Parijs-Dakar gezien. Daar keek ik met pijn in m'n buik naar, zo geweldig vond ik dat, zonder het idee dat ik daar ooit bij betrokken zou raken. Alles voegt iets toe.
'Op mijn 21ste kreeg ik een ernstig motorongeluk. Op de Strijbeekseweg, zo'n bochtige weg met veel bomen, vlak bij mijn ouders, bij wie ik even op bezoek was. Recht tegen de gevel van een huis, beide benen gebroken, verschrikkelijk. Het zag er slecht uit. Na vijf maanden leerde ik toch weer lopen, in een zwembadje waar ze me eerst in moesten takelen, zo verzwakt was ik.
'Al mijn vrienden gingen hun gang leren, werken en ik stond stil. Ooit wilde ik industrieel vormgever worden, maar dat kon ik vergeten. Twee jaar duurde de revalidatie. Uit die tijd kennen mensen me in Breda als 'die met die krukken'. Op een gegeven moment was ik afgekeurd en zat ik zelfs in een sociaal werktraject.
'Om de verveling te verjagen, ging ik, zodra het kon, motorrijden met mijn broer. Hij trapte de motor voor me aan en dan gingen we crossen op het zandtracé van de zuidelijke rondweg van Breda, die toen in aanleg was, of in de bossen. Ik was nog te getraumatiseerd om de weg op te gaan.
'Uiteindelijk ging ik toch een opleiding doen, leraar aardrijkskunde en handvaardigheid ik had wel ambities. En ik bleef bezig met auto's en motoren. Als jij onder een motorkap kijkt, zie je misschien rommel, maar ik zie daar schoonheid, allemaal dingen waar ingenieurs en vormgevers over nagedacht hebben.
'Op een gegeven moment, nog tijdens die opleiding, werd ik via mijn schoonzus gevraagd een auto te leveren voor het programma Twaalf steden, dertien ongelukken. Elke week werd daar een ongeluk gereconstrueerd. Ik heb dat twee jaar gedaan. Zo'n tachtig auto's heb ik daarvoor geprepareerd en toen begon ik voor mezelf.
'Maar het was nog klein. Tot ik in 1999 gevraagd werd voor een film van Dick Maas, Do Not Disturb. Een verschrikkelijke film, maar wát een spectaculaire actiescènes. Zoiets had je eigenlijk nooit in Nederlandse cinema. In die film is na een kwartiertje het verhaal wel verteld en dan gaat het los met een reeks achtervolgingen in Amsterdam; met ziekenauto's, politiewagens, een tram, vrachtwagens; over de Dam, over de Raadhuisstraat, over de grachten bam, bam, bam.
'De stuntcoördinator was een Nederlandse stuntman die het gemaakt had in Amerika: Dickey Beer. Ja, als ik iemand kan aanwijzen, dan is hij het: hij liet me zien dat dit een vák is. Het was geen fijne vent. Heel streng, een harde leermeester. In de film is de mores zo: als het fout gaat, geef je een ander de schuld. Doet de stuntman het niet goed, dan ligt het aan de schans, of aan het wegdek, of aan de auto.
'Ik leerde snel hoe ik daarmee moest dealen en dat ik alles metéén moest regelen. Wilde Dickey Beer om drie uur 'snachts een nieuwe accu, of moest de hele gracht urenlang geveegd worden omdat het plotseling was gaan sneeuwen: het gebeurde. Hij kwam met zijn Hollywoodinstelling en negeerde het feit dat hij te maken had met een beginnende auto-man.
'Daar heb ik ontzettend veel aan gehad. Alles perfect voorbereiden, altijd doorgaan, nooit stoppen voor het klaar is. Die instelling heeft me er ook doorheen gesleept toen ik voor het eerst aan de Dakar-rally meedeed, in 2006. Ik was een outsider, zonder team en zonder grote sponsor, op een antieke motor: de Yamaha XT500. Dat is de motor waar de oprichter van de rally Paris-Dakar, Thierry Sabine, in 1977 zelf op reed. Het was ook de motor waarmee ik gecrasht ben. Maar nu verscheen ik aan de start op dat ding als het lachertje van de race.
De bron: stuntman Dickey Beer
Dickey Beer (61) begon in 1977 op de set van A Bridge too Far en werkte al snel in Amerika als stuntman en stuntcoördinator. Grote namen op zijn cv zijn de Star Wars- en de Indiana Jones-films (jaren tachtig), Lara Croft (2003), Transformers (2011) en The Bourne Legacy (2012). Nederlandse successen waren Spetters (1980, veel brommerstunts) en Michiel de Ruyter (2015). Hij reageert vanaf een filmset op Hawaï: 'Henno herinner ik me goed, hij was nieuw in het vak en heel enthousiast. Ik was misschien niet altijd even aardig tegen hem, in de filmindustrie gaat het anders dan in de normale wereld; lange uren, problemen moeten ter plekke worden opgelost. Dat Henno is waar hij nu is, zegt veel over zijn kunnen.'
'Ik heb het gehaald, met slaaptekort, opgezwollen handen en nog meer ellende. Op een gegeven moment heb je zo veel afgezien, dat opgeven geen optie meer is. Pas maanden later, toen er fanmail uit Japan en Zuid-Amerika bleef komen, besefte ik dat het toch wel bijzonder was.
'Ik ben ook wel eens meegevlogen in zo'n klein vliegtuigje, maar dat vond ik saai ik ben een man van de grond. Met 140 kilometer per uur alles zo snel op je af zien komen... en dan gaat het me niet om de competitie. Het gaat erom dat het lukt.'
Actie en modder
Het wagenpark dat in Nederlandse speelfilms, series of reclames te zien is, komt vaak van Car Casting Holland, het bedrijf van Henno van Bergeijk (Nieuw-Ginneken, 50). Sinds 1995 levert hij voertuigen uit elk tijdperk en genre: politiewagens, geprepareerde stuntauto's, klassiekers, motoren. Voor actiefilms van Dick Maas tot Gooische Vrouwen of New Kids, van televisieseries over Juliana en Bernhard tot commercials. Daarnaast is Van Bergeijk motorfanaat. Hij reed vier keer de Dakar-rally, de 9.500kilometer lange motor-rally door wilde landschappen, die inmiddels niet meer in Afrika maar in Zuid-Amerika gereden wordt. Ook is hij de organisator van de Hennorit, een jaarlijkse modderrit voor Yamaha XT500motoren in België. Het interview vond plaats in Van Bergeijks bedrijf in Weesp.
undefined