Prokovjev, Complete Symphonies
Complete Prokofjev in no time
Valeri Gergjev heeft zijn Rotterdamse Gergjev Festival in het honderste geboortejaar van Sjostakovitsj in het teken staan van Beethoven.
Op de plaat lijkt Gergjev nog zo'n grap rond het fenomeen 'kroonjaar' uit te halen. Met het London Symphony Orchestra, waar hij volgend jaar principal conductor wordt, luistert Gergjev het Sjostakovitsj-jaar op met de cd-box Prokofjev, the complete symphonies.
Prokofjev (1891-1953), Sjostakovitsj' grootste concurrent in eigen land, zou ervan genoten hebben. Gergjev heeft van zijn zeven symfonieën zelfs acht stuks gemaakt. Je hoort twee keer Prokofjevs Vierde: de originele uit 1930, en de door Prokofjev ingrijpend bewerkte, voor veel groter orkest geschreven versie uit 1947.
'Complete' in de zin van compleet dus. Maar zonder grap. De cd's komen voort uit een podiumproject dat zich al in mei 2004 afspeelde, toen het LSO in Londen Prokofjev uitvoerde in een programma als van een Rotterdamse Gergjev Festival: een dikke week propvol muziek.
Het is een buitenkans Prokofjev te kunnen volgen vanuit één vertolkersvisie en met één en hetzelfde orkest. Maar de reuzentoer heeft zijn eisen gesteld aan het LSO. De uitvoeringen zijn kennelijk in no time ingestudeerd. Het Rotterdams Phil, dat vorig jaar een cd-box uitbracht met opnamen van verschillende Gergjev-festivals, weet hoe dat gaat. Het speelt in die bloemlezing Prokofjevs Vijfde Symfonie op een manier die vonkt en kwinkeleert, maar ook doet denken aan trekken en sleuren, door een dirigent die weet waar het heen moet met alle energie en motoriek, maar geen tijd heeft genomen het orkest ervan te overtuigen.
Met het LSO klinkt de Vijfde minder horkerig. Maar ook in de Londense uitvoering is het ideaal niet bereikt. Te veel lagen blijven verborgen onder het getetter waarmee Prokofjev in 1944 een Stalinprijs Eerste Klasse verwierf. De vraag is of er voor de Eerste Symfonie, de bekende 'klassieke' uit 1917, überhaupt is gerepeteerd. De uitvoering heeft weinig brille en nog minder charme.
Op z'n best is de theaterman Gergjev in de symfonieën waarin Prokofjev eigen theaterpartituren plundert. De Derde, vol van overkokende waanzin, is een remake van de opera De vurige engel en vormt in deze collectie het hoogtepunt. Ook met de Vierde, waarin Prokofjev zijn ballet De verloren zoon kannibaliseert, gooit Gergjev hoge ogen. Zij het meer met de groot bezette, laatste versie dan met de eerste. Gergjev heeft graag veel blazers voor zijn neus en crescendo in de lucht.