Prettig frivool licht van Angela Bulloch
Smeer, schraap, smeer, schraap. Op hondertwintig paneeltjes smeerde de schilder Gerhard Richter in 1992 blauwe, groene en witte verf op een rode ondergrond en schraapte de bovenlagen er van boven naar beneden en van links naar rechts met een paletmes weer af....
Rood, groen en blauw – het zijn ook de kleuren licht waarmee alle andere kleuren licht, ook wit, gemaakt kunnen worden. In verf zijn dat rood, blauw en geel, maar dat wist Gerhard Richter ook wel. Hij vertaalde licht in verf, en de onmogelijkheid daarvan werd het werk.
De imposante wand van Richter oogt als een prehistorische voorvader van de overzichtstentoonstelling van de Engelse Angela Bulloch (1966). De kunstenares, die meeliftte op het succes van de BritArt, heeft de afgelopen zes jaar aan een stevig oeuvre gewerkt, waarin gekleurd licht centraal staat.
Zij ontwikkelde de pixelbox: een kubus waarvan één zijde uit melkglas bestaat, die van binnenuit wordt beschenen door tl-balkjes in rood, groen en blauw. Een computerprogramma regelt de verhouding tussen de drie, die samen zestien miljoen kleuren kunnen vormen. De kubuswanden lichten steeds aan één kant in andere kleuren en lichtsterkten op. Het lijkt tovenarij: vloeibaar gekleurd licht, gestold in een vierkant venster.
Bulloch stapelt de boxen, maakt wanden, plaatst ze achter elkaar. In verschillende ritmen en patronen hypnotiseren ze de beschouwer. Ze brengen warmte, vrolijkheid en depressie teweeg door alleen van kleur te veranderen. Interessanter dan de techniek van Bulloch is de inhoud van haar werk. De kleuren op haar pixelboxen zijn allerminst willekeurig. Ze gebruikt meestal filmsequenties en reduceert beelden daaruit tot het aantal vlakken dat ze nodig heeft. Het zijn haar lievelingsfilms: Zabriskie Point van Michelangelo Antonioni of A Space Odyssey van Stanley Kubrick. Ze kiest sleutelscènes en ‘verpixelt’ die.
Het hadden ook best Big Brother en een James Bond kunnen zijn – dat zie je niet meer. Toch is het van belang, voor de samenhang in het kleurenschema en in het ritme van de kleurwisselingen.
Bulloch verbindt een wagonlading regels en voorwaarden aan ongrijpbare elementen: kleur en licht. In verf kan zij er niet veel mee, zoals te zien is aan haar wandschilderingen, die eruitzien als plakkaatverf-invuloefeningen, maar in licht uitgevoerd is het prachtig.
Dat de tegenstelling tussen reglementering en chaos haar interesseert, is te zien aan de ruime collectie ‘regels’ die zij de afgelopen jaren aanlegde: gedragsregels van allerlei instellingen (van bungee jump-torens tot gogo-bars) die juist andersom de chaos van alledag terugbrengen tot een lijstje van tien punten.
De regels en de chaos samen laten Bulloch prettig verschillen van de minimalisten, met wie zij al te makkelijk in verband wordt gebracht (want: kubussen, geometrisch, abstract). Eerder is zij een conceptueel kunstenaar met een prettig frivole, oogstrelende hand.
De Pont heeft met Bulloch een uitstekende, collectie-eigen keuze gedaan. Want behalve Gerhard Richter heeft het museum nog andere kunstenaars in huis (Bernhard Frize, Jan Andriesse, James Turrell) die hebben geprobeerd kleur en licht in een systeem te dwingen. Wetende dat dat op een prachtige manier zou ontsporen.
Tilburg, De Pont (Wilhelminapark 1): t/m 7 mei; di t/m zo 11-17u. Te. 013-5438300
www.depont.nl