In Beeld
Positief perspectief
Als jonge modefotograaf maakte hij reportages voor Avenue en Vogue. Maar toen Maarten Schets (57) in de jaren tachtig hiv-positief bleek, veranderde zijn werk. Nu - dertig jaar later - verschijnt zijn eerste fotoboek, getiteld Schoonheid.
Hij kwam hen tegen tijdens zijn laatste reis door Lusaka, de hoofdstad van Zambia: de buurkinderen Ruth Chama en Isaac Ngulube. Zij in een besmeurde prinsessenjurk, hij in een Superman-shirt. Lopend, hand in hand door de sloppenwijk Ng'ombe. Hun enkels stoffig van het stuifzand.
Voor fotograaf Maarten Schets (57) is dit beeld misschien wel de belangrijkste foto van zijn fotoboek en levenswerk Schoonheid, dat bestaat uit een selectie van ruim driehonderd foto's die hij de afgelopen dertig jaar maakte. Ruth en Isaac zijn voor mij de echte helden van dit boek, zegt Schets. Het ontroert me, omdat het de kracht van kinderen verbeeldt, zelfs in de verschrikkelijkste omstandigheden. Dát is schoonheid.'
Schets - die al fotografeert sinds zijn 12de - begon zijn carrière als reis- en modefotograaf. Hij publiceerde in Elegance, de Franse Vogue en de Italiaanse Harper's Bazaar en werkte zich in rap tempo op. Totdat hij in de jaren tachtig de diagnose hiv kreeg, toen veranderde zijn werk langzaam van strakke modeseries naar vrijer, persoonlijker werk. 'Ik zal altijd gehecht blijven aan mode. Maar in de loop van de jaren merkte ik dat het wel erg gericht is op jeugd en uiterlijk, terwijl er zo veel meer schoonheid bestaat.'
Schoonheid is een driehonderd pagina's tellend boek met kleur- en zwart-witfoto's die uiteenlopen van landschapsfotografie en reisreportages tot portretten, documentaires en straatbeelden. Ook zijn modeproducties ontbreken niet. De opbrengst van het boek gaat naar hulporganisaties Niños del Arco Iris en Orange Babies, die met hiv besmette moeders en kinderen ondersteunen.
undefined
André Kuipers
De beelden zijn over de hele wereld geschoten. In Peru, waar Schets twee jaar geleden werd uitgenodigd door het Nederlandse kunstenaarsechtpaar Lika Mutal en Gam Klutier, in hun strandhuis in Pulpos; hij legde hun beeldhouw- en schilderwerk vast. Of in Parijs, waar hij in 2006 een serie maakte over de, inmiddels overleden, Franse galerist Maurice Garnier.
Met de meeste mensen die Schets portretteerde, heeft hij een persoonlijke band. Zo ook met astronaut André Kuipers, die in december 2011 bijna tweehonderd dagen de ruimte in ging. 'Ik leerde André kennen via zijn vrouw, de reisjournaliste Helen Conijn met wie ik veel heb gereisd', vertelt Schets. 'Als jongetje droomde hij al over de ruimtevaart. Die enorme toewijding vind ik bijzonder. Hoe André zijn droom najaagt, hoewel hij daardoor zijn vrouw en kinderen in Nederland weinig zou zien.' Het inspireerde hem zo, dat hij in 2011 samen met het gezin Kuipers afreisde voor een fotoreportage naar Sterrenstad, het opleidingscentrum bij Moskou waar Kuipers jaren van zijn leven verbleef. Toen de ruimtevaarder in 2012 in Kazachstan voet op aarde zette, stond Schets naast diens vrouw in het vluchtleidingscentrum in Houston om foto's te maken. De ontlading na de landing bij Helen, zijn kinderen, vrienden en collega's zal ik nooit vergeten, schrijft hij. 'Niet iedereen maakt zijn dromen waar, André deed dat wel. Dat heeft schoonheid.'
Behalve persoonlijke verhalen put Schets ook kracht uit alledaagse voorstellingen: een gigantische boom vol roze bloesems, kletterend water of een dun wolkje boven een reusachtig oerwoud vormen ook een inspiratie. Het boek is een weerslag van hoe hij in het leven staat: vrolijk, bevlogen, energiek. 'In de jaren tachtig dachten we nog dat je dood ging aan hiv, maar dat is gelukkig al lang niet meer zo. Toch zijn we nog steeds bang voor de ziekte. Mensen moeten zich over die angst heen zetten. Kijk naar mij, ik ben kerngezond, gelukkig en superproductief.' Of zoals hij in zijn boek beschrijft: leven zonder angst is schoonheid.