Populairste zelfmoordenaar van de Nederlandse literatuur in strip
Behalve literatuur kan ook poëzie tot strip bewerkt worden, toont 'Piet Paaltjens in beeld'. De getekende Céline is een mooie opmaat tot het (her)lezen van zijn romans.
Het is dit jaar anderhalve eeuw geleden dat de befaamde dichtbundel Snikken en Grimlachjes van Piet Paaltjens alias François Haverschmidt verscheen. Illustrator Marc Weikamp, naar eigen zeggen behept met 'een voorliefde voor romantische melancholie en zwarte humor', besloot negen gedichten van Paaltjens te verstrippen. Hij vormt een goed duo met de zwaarmoedige dichter-dominee, die door suïcide-specialist Jeroen Brouwers de 'populairste' zelfmoordenaar in de Nederlandse literatuur werd genoemd.
De keuze van Weikamp viel onder meer op het vers 'De zelfmoordenaar' uit 1852, over een oudere man die zich 's winters verhangt in het bos. 'En intusschen/ Hing maar steeds aan zijn tak,/ Op zijn doode gemak,/ Die mijnheer, tot verbazing der musschen.'
In groenbruine tinten en met mooie close-ups brengt Weikamp de daad in beeld. Een verliefd stel komt in de lente zoenen onder de zolen van de hangende man en schrikt zich een hoedje. Zwarte humor, indeed. Het allermooist is misschien wel 'Aan Betsy', waarin een jongeman op een hete dag smacht naar een meisje dat hij natuurlijk niet krijgen kan. 'Gij hield mijn veldflesch aan uw rozenlipjes', schrijft Paaltjens en Weiman brengt in beeld hoe mond en fles elkaar raken. Zwoel, maar ook eigentijds, wat de 19de eeuwse poëzie aangenaam verfrist.
Strip
Marc Weikamp
Piet Paaltjens in beeld
Syndikaat; €14,95.
Het verstrippen van poëzie is geen noviteit. In Frankrijk zijn gedichten van onder meer Rimbaud, Baudelaire, Verlaine en Ronsard gevisualiseerd in de reeks 'Poèmes en BD', terwijl de Amerikaan Dave Morice al in 1980 zijn boek Poetry Comics: A Cartooniverse of Poems publiceerde, op teksten van Pound, Ginsberg, Whitman en anderen. Piet Paaltjens in beeld vormt daarop een fraaie Nederlandse aanvulling.
Grimmiger, hoewel niet ongeestig, is Céline en de kolonie van collaborateurs van schrijver Christophe Malavoy en de tekenende broers Paul en Gaëtan Brizzi. Ook hier dus een literaire verstripping, gebaseerd op Louis-Ferdinand Célines zogeheten Duitse trilogie uit de jaren vijftig en zestig: Van het ene slot naar het andere, Noord en Rigodon. In het kielzog van de collaborerende regering-Pétain trok Céline in 1944 naar Sigmaringen in de deelstaat Baden-Württemberg, waar hij zijn woedende romans in zijn woedende schrijfstijl componeerde.
In de stripversie is deze episode doorsneden met Célines verblijf in Meudon, waar hij werkte als arts, met beelden van Montmartre en van zijn tijdelijke ballingschap in Kopenhagen. De lezer moet de aandacht er dus bij houden, want de Fransman gaat van hot naar her in gezelschap van de eeuwige kat Bébert. De kwaaie, wantrouwige kop van Céline is in al die avonturen meesterlijk weergegeven: de Brizzi's hebben hun boek niet geïnkt maar alles in grafiet weergegeven, wat zorgt voor een passend sombere sfeer. Enige nadeel van deze gevisualiseerde biografie is dat hij geen indruk geeft van het stilistisch genie van Céline. Suggestie aan de lezer: begin met deze strip en stort u dan op Reis naar het einde van de nacht met illustraties van Jacques Tardi. Koop vervolgens de Duitse trilogie in het origineel.
Strip
Christophe Malavoy & Paul en Gaëtan Brizzi; Céline en de kolonie van collaborateurs, Xtra €19,95. Vertaald door Lambiek Berends, hij geeft zondag 15 uur een lezing bij boekhandel Scheltema in Amsterdam.