Plek om je gemakkelijk aan te hechten

De Kamers..

Hilde de Haan

Amersfoort Een paar bouwcontainers op een vroegere vuilnisbelt – dat was de allereerste ingeving. Dát kon een plek worden waar de inwoners van de Amersfoortse vinexwijken tenminste íets cultureels zouden kunnen ondernemen. Uit dat eerste plan is uiteindelijk het trotse gebouw De Kamers ontstaan, dat nu in het hart van Amersfoort-Vathorst staat. Gister werd het officieel door prinses Maxima geopend.

Het is een unieke situatie: een nieuwbouwwijk waaraan nog volop wordt gebouwd, beschikt nu al over een cultureel centrum. Dit bevat een keur van ruimten, ‘kamers’ dus, een theater, een bibliotheek, een huiskamer, een restaurant. Maxima opende het bouwwerk door een kleurige penseelstreek op de witte plint van het gebouw te zetten. De rest van die plint, vierhonderd forse cementplaten groot, zal geheel worden beschilderd door buurtgenoten. Het is tekenend voor dit initiatief dat nu eens niet van bovenaf door de gemeente werd bedacht, maar ontstond vanuit bewoners.

Jan van der Meulen (kunstenaar) en Jos van Oord (dominee) wonen beiden vanaf het begin in Kattenbroek, de grote nieuwbouwwijk die Amersfoort eind jaren negentig al liet bouwen. Beiden houden echt van nieuwbouwwijken, die grote woestenijen waar iedereen die er komt wonen, bereid is het avontuur aan te gaan. Maar ze vonden ook dat daar altijd iets mist: een bruisend, cultureel ontmoetingscentrum. Zo ontstond het plan voor die containers, als begin.

Aanvankelijk wilden Van der Meulen en Van Oord het centrum in Kattenbroek realiseren, maar daar was geen plaats. Dan maar Vathorst, een wijk die toen nog alleen op papier bestond. Juist het wijzigen van locatie bleek de mogelijkheid te bieden met andere ambities mee te liften. Zowel de ontwikkelmaatschappij, de aannemer als veel vrijwilligers wilden meewerken. Het containerplan evolueerde tot De Kamers.

Architecte Mechthild Stuhlmacher heeft feitelijk voortgebouwd op een eerder ontwerp – dat aanleiding was om haar voor De Kamers te vragen. Dit ontwerp was bedoeld voor de Utrechtse vinexwijk Leidsche Rijn: een ‘mobiel huis voor een kunstenaar’. Hoewel dit was opgebouwd uit simpele houten dozen, was het uiterst flexibel: zo kon een aantal wanden volledig worden uitgeklapt, terwijl ook hele glaspuien kunnen worden weggeschoven. Een gesloten doos met enkel daklicht veranderde dan in een open paviljoen, met terrassen en balkons.

Voor De Kamers was dat een prima uitgangspunt om op voort te bouwen. Het enige nadeel is dat dit gebouw van buiten nu wel erg bescheiden oogt. Het bestaat uitsluitend uit rechthoekige blokken, bekleed met grijze planken, waarop als enige versiering de manshoge witte letters (De Kamers) zijn aangebracht. Naar de ingang is het zelfs even zoeken.

Dat had uitbundiger gemogen. Maar eenmaal binnen, vergeet je dat. Hier is allereerst een vide, ruim twaalf meter hoog, waar zijdelings volop daglicht binnenstroomt. Dat is een waardig hart voor De Kamers, waarvandaan je bovendien alle bestemmingen kunt bereiken: de eetkamer, een restaurant over twee bouwlagen; de leeskamer die als bibliotheek dient tot over drie jaar de echte bibliotheek gereed is; de bovenkamer op de tweede verdieping die allerhande doelen kan dienen, en de huiskamer met haard en zitkuil als open inloopruimte.

Hier binnen is De Kamers wél een plek om makkelijk aan te hechten. Dat komt vooral door het materiaalgebruik. In tegenstelling tot de kille, grijze planken buiten, bestaan de binnenwanden voornamelijk uit het warme, getekende constructiehout: bouwmuren en plafonds van Duitse en Zwitserse makelij. Ook zijn er veel mooie, zorgvuldige details: grijze lambrisering voorkomt beschadiging van het hout op plekken waar vaak tegenaan zal worden gestoten. Voor lampen en brandslangen zijn keurig gaten uitgefreesd. Bovendien wordt hier begrijpelijk waarom voor die opbouw uit blokken is gekozen: het geeft het gebouw een geweldige veelzijdigheid, waarbij schuifwanden en glaspuien van binnenruimten buitens kunnen maken en omgekeerd.

Dat toont zich vooral in het meesterstuk van De Kamers: de toneelkamer. Hier is een fijn, intiem theater. Geen black box met zwarte muren – zoals in kleine theaters zo gebruikelijk is geworden – maar houten wanden. En ook hier zijn schuifwanden toegepast, die daglicht kunnen toelaten of buitensluiten. Ze bevinden zich op de dankbaarste plaatsen: in het dak, de zijwanden en bovendien nog in de buitenwand – de muur die zich achter het podium bevindt. Deze kan worden opengezet zodat zelfs het terras erachter als podium gebruikt kan worden, óf extra zitplaatsen kan bevatten.

Een bijzondere vondst, tenslotte, bevindt zich zijdelings van het podium. Hier zijn, op één hoog, de artiestenruimten ingericht – keurige kamers, van alle gemakken voorzien. Maar ook deze hebben een luik dat open kan, als een raam naar het toneel. Prettig voor de artiesten, maar ook iets dat waarschijnlijk al vlug in voorstellingen wordt uitgebuit. Dat maakt dit kleine theater, maar eigenlijk De Kamers als geheel, tot een juweeltje dat Vathorst nog flink gaat overstijgen. Hilde de Haan

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden