Animatie
Peur(s) du noir
Caleidoscopische ode aan de angst
Eindelijk heeft de boekenwurm zijn onverzadigbare droomvrouw. Maar wat doet die snee in haar arm, de ochtend na hun eerste liefdesnacht?
Raadseldames en samurai–zombies, enge insekten onder het bed of simpelweg een pikzwart scherm – de angst neemt in Peur(s) du noir talloze vormen aan, en laat zich op evenzoveel manieren tekenen. Hier met dikke lijnen tegen klinisch wit, daar met houtskool-achtige uithalen in een grijs geveegd winterlandschap. Animatiestudio Primas Linea vroeg een keur aan strip- en animatiekunstenaars voor deze animatietrip in zwartwit, die zo eerder een caleidoscopische ode aan de angst werd, dan zomaar zes korte films achter elkaar.
Blutchs bijdrage, waarin een barokke griezel dood en verderf zaait met zijn bloedhonden, is als raamvertelling over de andere filmpjes verspreid. Net als Pierre di Sciullo’s semi-abstracte beelden bij Nicole Garcia’s angstmonoloog: ‘Ik ben bang voor kanker, voor de mens, voor gebakken slang met saus’, verzucht Garcia, terwijl stippen als knikkers langsrollen en driehoeken in scherpe tanden veranderen. En weer door naar het volgende filmpje. Die rapsodische structuur is een goede keuze: de fragmenten roepen gemakkelijker associaties met elkaar op, en het stoort niet dat een hallucinant droomstuk als dat van Marie Caillou, over een schoolmeisje dat niet uit haar nachtmerries mag ontwaken, in het luchtledige blijft hangen.
Niettemin maakt Richard McGuires meesterlijke slotdeel méér indruk dan de film als geheel. Zo simpel het verhaal – een man schuilt voor een sneeuwstorm in een spookhuis – zo rijk de stijl. Vluchtig tovert kaarslicht een gezicht in het bloemetjesbehang, of kruipt een spin als een wit silhouet door de pikdonkere kamer. Dooft de kaars, dan wordt het huis weer een onpeilbare duisternis om eeuwig in rond te tasten. Alleen al vanwege deze beeldschone dwaaltocht door het allerdonkerste donker is Peur(s) du noir niet te missen.