PETER SELLARS HA HA HA Alles is kunst in de achterbuurten van Los Angeles

Peter Sellars regisseert zowel peperdure operaproducties in Europa als straattheater in Los Angeles waar bendeleden acteur zijn. Op pad met een gevierd regisseur door 'no go-areas' in de stad die zijn inspiratie is....

ARIEJAN KORTEWEG

De jongen met de gitzwarte haren laat zijn heuphoge trommel even met rust en denkt na. Peter Sellars? Ja, die kent hij wel.

Maar waarvan? Hij denkt nog eens. Peter Sellars? Wacht, die is toch van The Return of the Pink Panther?

Het is feest bij Peter Sellars. De hele cast van Los Biombos/ The Screens heeft hij uitgenodigd, en die hebben op hun beurt weer vrienden meegenomen. Geen wonder dat Sellars wel eens met zijn bijna-naamgenoot wordt verward.

Los Biombos, een bewerking van Les Paravents van Jean Genet, is de voorstelling die theaterregisseur Peter Sellars (40) dit voorjaar maakte met inwoners van East Los Angeles, dat naam heeft als no go-area, een van de armste en gevaarlijkste buurten van deze immense stad. East L.A. is een buurt van Chicanos, Mexicaanse Amerikanen.

Hey mister, how are you? Een jongen zwaait en wenkt. Met zijn vrienden beheerst hij de veranda. Vandaar heeft hij uitzicht over een van de kanalen van Venice, een stukje Los Angeles dat met z'n eendjes en bruggetjes en fietsers vaag aan Amsterdam doet denken. Sellars huurt er een prettig rommelig, houten huis niet ver van de oceaan, dat wel eens een kwast zou kunnen gebruiken.

De vrienden schuiven een stoel bij. Ze willen graag kwijt dat we hier met echte gangmembers van doen hebben. Leden van zo'n Chicano-club waaraan L.A. zijn gewelddadige naam te wijten heeft. En kijk ons hier nu eens zitten, zeggen ze: gewoon aardige jongens, die zich prima weten te gedragen. Ik heb twee, of eigenlijk drie kinderen, legt de jongen uit die zojuist nog hey mister riep. Dan hoef je niet zo nodig rel te trappen.

Een gang is er om elkaar te helpen, leggen ze uit. Arme immigranten hebben vaak hulp nodig. En geloof je het niet, dan kom je maar eens langs in The Housing Projects waar ze wonen.

Binnen klinkt een cd van de Cubaanse pianist Ruben Gonzalez. Gasten bekijken de boeken over etnocentrisme en cultureel imperialisme die door de kamer slingeren. Er staan schalen met zwarte bonen, vlees en uien te dampen in de keuken. Plastic bestek wordt rondgedeeld.

Soms schalt ergens een zo uitbundige lach, dat een fonetische weergave als hahaha ernstig tekortschiet. Die lach is van Peter Sellars, kleine man met altijd een broskuif, en vandaag bovendien een kleurig overhemd en kralenketting. Al eerder had hij ons begroet alsof we oude vrienden zijn. Nu leidt hij ons met zachte hand terug de tuin in, naar Nuke, een grote Mexicaan met een staartje en zachte oogopslag, die in de schaduw naast de trommelslager zit.

Vraag maar zo veel je wilt, zegt Nuke en hij vertelt dat Sellars hem zo enthousiast maakte voor Los Biombos dat hij, Nuke, een doek van meer dan zestig meter voor de voorstelling schilderde.

Graffiti is zijn kunst. Als je zoals Nuke woont in de Projects, wijken met huizen die de overheid ter beschikking stelt van immigranten, dan is elke blanco muur een invitatie. Dan is je instrumentarium van de straat, net als dat van de scratcher, de rapper, de dj en de breakdancer. Dan worden je collega-artiesten, - of het nu Iraniërs zijn, Koreanen, Ethiopiërs of Salvadorianen - maar op één ding afgerekend: kunnen ze wat, of kunnen ze er niks van?

Nuke vertelt over de recente overheidsmaatregelen: Proposition 187, die scherp politie-optreden tegen illegal aliens mogelijk maakt. Proposition 207, die de Spaanse taal op scholen en in officiële documenten afschaft. Met Los Biombos houdt zijn missie niet op. Nuke en zijn vrienden blijven optreden, op straat. 'We moeten aan de toekomst denken. Niet voor ons zelf, maar voor over zeven generaties.'

In de woorden van Nuke klinkt Sellars door, die ook graag naar het zevende geslacht verwijst, en op zijn beurt die wijsheid weer ontleent aan de indianen. De Amerikaanse erfenis bewandelt grillige wegen.

Uit het hoekje waar een lekkende tuinslang een flinterdun straaltje op de bamboestruik richt, stijgt een milde weed-geur op. Blues Experiment, de Mexicaanse groep die de muziek bij Los Biombos verzorgde, stemt de instrumenten.

-o-o-o-o-o-o-o-o-o-

De volgende morgen heerst in huize Sellars een serene stilte. De rommel van het feest is opgeruimd, het bakje water van de aanlooppoes staat klaar voor de open haard, en op de salontafel liggen boeken over religieuze kunst in de dertiende eeuw, over gothisch gebrandschilderd glas en Romaanse muurschilderingen. Die hebben vermoedelijk te maken met de reprise van Saint François d'Assise, de opera van Olivier Messiaen die hij deze maand in Salzburg regisseert.

Sellars, vandaag in het wit met dito gympen, komt tevoorschijn uit zijn werkkamer, waar hij een bespreking had met assistent Kevin Higa en met Pete Galindo, een jonge Mexicaanse regisseur die hem met Los Biombos heeft geholpen en die ook aan zijn volgende productie in Los Angeles meewerkt: L'histoire du soldat van Stravinsky, andermaal in straatversie.

'Dus je ontmoette hier echte LA-gangmembers', begint Sellars en lacht zijn onbedaarlijke lach. Meteen volgt de eerste les: 'Zie je wel, aardige jongens zijn het en nog slim bovendien. De media schilderen hen af als demonen en doen alsof het in de buurten waar zij wonen levensgevaarlijk is. Het eendimensionale denken regeert hier.'

Een eenmaal ontketende Sellars is niet te stoppen. Een simpele vraag kan een monoloog van een half uur veroorzaken. Dan fixeert hij zijn wijze baby-ogen die zelden knipperen en formuleert zonder een spoor van twijfel zijn drijfveren.

Sellars weet waarom hij het doet. Twee maal, in 1990 en 1993, was hij directeur van het Los Angeles Festival. Hij kent de stad, en niet alleen de bovenlaag. Die kennis heeft hem een heilig geloof in de multiculturele toekomst gegeven.

Hij geeft het voorbeeld van het buurtcentrum in East L.A. Een roze, vandaalbestendig gebouw zonder ramen werd het. 'Precies een gevangenis, dan zijn ze daar alvast aan gewend. Kwam je daar, dan zaten de jongeren op de stoep voor het gesloten gebouw, terwijl de vrouwen van middelbare leeftijd in rode T-shirts die de leiding hadden - meestal moeders van diezelfde jongeren - steen en been klaagden. En niemand praatte met de ander.'

Dat verandert, denkt Sellars. 'De ouders, dat blijft een droevig verhaal. Maar bij de huidige generatie voel je de energie.' Zo kan het gebeuren dat een Chicano-band zich Blues Experiment noemt. 'In die naam klinkt nu eens niet de trots van de Mexicaan door, maar een verwijzing naar zwarte muziek. En Experiment betekent dat je je openstelt, op onderzoek gaat. Eric Dolphy en John Coltrane, dat zijn hun favorieten.'

East L.A. is een mijnenveld, was zijn reactie toen theatergroep Cornerstone hem vroeg er een productie te doen. Dat hij tot een ander inzicht kwam, is vooral te danken aan Pete Galindo, die hem tot in Salzburg bestookte met faxen over hoe hij de buurtbewoners voor zich kon winnen.

Via hem leerde hij bijvoorbeeld Chaka kennen, wiens naam op zowat elke muur prijkt, niet alleen van L.A., maar ook van New York en San Francisco. 'Hij was de meest gezochte graffiti-artiest van het land. Toen ze hem eindelijk arresteerden, vonden ze later zijn naam op de politie-auto', vertelt Sellars en schatert het uit.

Chaka leverde twee schilderingen voor Los Biombos. Meer bewondering nog heeft Sellars voor de jonge alleenstaande moeders, die naar de middelbare school gaan, twee baantjes hebben en dan nog tijd vonden om in zijn stuk te spelen. Voor niks, want geld om de vijftig spelers uit te betalen was er niet.

'Ik zou zo graag Parijs eens zien', had een van hen gezegd toen Sellars weer eens naar Europa vertrok. Zo ontstond het idee om Los Biombos naar Europa te brengen. Ivo van Hove van het Holland Festival heeft belangstelling getoond. Sellars probeert zich al voor te stellen hoe het stuk in de Amsterdamse Stadsschouwburg zal staan.

Sellars is een wonderkind met street credibility. Zijn ene wereld is die van de grote Europese operahuizen, in Glyndebourne, Parijs of Amsterdam, waar het premièrepubliek in avondkleding belangstellend kennisneemt van hoe hij de grote opera's paart aan beelden uit de Californische werkelijkheid.

De andere is het straatleven van zijn stad, Los Angeles, hogedrukpan van de multiculturele wereld. Bij de nieuwkomers hier, de Chinezen, Koreanen of Mexicanen en de cultuur die zij meebrachten, zoekt hij zijn inspiratie. 'Wie maar één strategie heeft, overleeft deze tijd niet', doceert Sellars. 'Zo kan ik het establishment in contact met de werkelijkheid brengen.

'Veel kunst wordt gemaakt in een bos waar niemand de boom hoort vallen. Misschien zijn de gebeden van een monnik in een grot in Tibet belangrijker voor de wereldvrede dan de man op de omslag van Newsweek. Het zijn de volgende generaties die uitmaken wat belangrijk is, wat morele kracht heeft om te overleven. Sinds Descartes worden in de westerse samenleving getallen als almachtig beschouwd. Maar ook met geweldige cijfers kun je een ongelukkig leven leiden.' Weer klinkt zijn tomeloze lach.

Zijn liefste voorbeeld is de wijsgeer Boetheus, die in de nadagen van het Romeinse rijk in de gevangenis werd gezet, waar hij één prachtig boek schreef. Dat ene exemplaar van De vertroosting van de filosofie overleefde als door een wonder alle eeuwen.

Zo ziet hij ook zijn theater. 'Je weet nooit wie er in de zaal zit.' De voorstelling is voor hem van minder belang dan wat er van beklijft. 'Toen ik in Parijs een stuk van Patrice Chéreau zag, haatte ik het. Drie jaar later bleek die voorstelling heel belangrijk voor me te zijn geweest.'

Naar die morele kracht is Sellars op zoek. 'In Wenen zag ik een portret dat Rembrandt maakte van een oude vrouw. Denk je eens in hoeveel dagen hij heeft doorgebracht met die bejaarde vrouw, die hier in een tehuis zou worden opgeborgen. Dat is geen Disneycultuur. Schoonheid moet een daad van transformatie zijn.'

Sellars vindt dat veel kunst op niets dan behaagzucht is gebaseerd. 'Ik leef hier in de schaduw van Hollywood, de grootste beeldenfabriek van de wereld. De geestelijke vervuiling die daar wordt geproduceerd is ongekend. De mensen die aan Los Biombos meededen, zouden in een Hollywoodfilm niets anders kunnen spelen dan ganglid, hoer of dealer. Als Amerikaans kunstenaar voel ik me ervoor verantwoordelijk beelden uit te dragen die juist de coëxistentie van culturen laten zien.'

In Nederland levert zijn engagement hem dit najaar de Erasmus Prijs op. Maar in Los Angeles heeft hij zich er weinig geliefd mee gemaakt. Grote opdrachten krijgt hij in eigen land amper. 'Zonder Europa was het moeilijk geweest de afgelopen tijd.'

Schande, schreef de L.A. Times, die in de opera Pelléas et Mélisande een vergoelijking zag van O.J. Simpson en een herinnering aan de raciale incidenten na het Rodney King-proces, het grote trauma van Los Angeles. Ook The Persians viel verkeerd. Daarin liet Sellars een Irakees fulmineren tegen de Amerikanen die zijn huis hadden platgebombardeerd en zijn dochter hadden gedood. In Europa zijn de mensen zo naïef dat ze zo'n visie op de golfoorlog accepteren, maar wij weten beter, oordeelde de L.A. Times dit keer.

Alsof het een politiek statement is de moordenaar van je dochter te vervloeken, zegt Sellars. Er is veel dat hij verafschuwt in zijn land. De vreemdelingenhaat, de kortzichtigheid van de 'zogenaamd liberale' president Clinton die Golfoorlog-apparatuur langs de grens met Mexico heeft opgesteld om illegalen tegen te houden, en het Spaans afschaft - 'in Bosnië weten ze wat er gebeurt als je talen gaat boycotten'.

Ook in het zelfzuchtige Los Angeles, waar iedereen zich achter hoge muren terugtrekt, staat hem veel tegen. Toch is hij gehecht aan die stad waarin de wereld zich weerspiegelt, waar een politiek, sociaal en cultureel hart ontbreekt, en je eindeloos kunt rondrijden zonder op een kern te stuiten.

-o-o-o-o-o-o-o-

Rondrijden is wat we de volgende dag gaan doen. Al moet dat in het geval van Sellars niet letterlijk worden genomen. Hij is een van de zeldzame Angelinos zonder rijbewijs, hij laat zich rijden. Mensen hebben me graag in de auto, zegt hij. Dan weten ze tenminste zeker dat ik niet wegloop.

Sellars zal het L.A. laten zien dat de inspiratiebron is voor zijn theater en zijn opera: we gaan naar East L.A., waar Los Biombos speelde, en naar MacArthur Park, waar Sellars' L.A. Festival een memory trace oprichtte, geheugensteun in de anonieme stad.

MacArthur Park ligt in de beruchte Salvadoraanse buurt. Gevaarlijk? Sellars doet er luchtig over. Nergens op de wereld is het veilig. Als je camera wordt gestolen, had een ander die blijkbaar harder nodig, stelt hij de fotograaf gerust. 'Dan kun je van het verzekeringsgeld een nieuw model kopen.' Sellars kruipt op de achterbank, met Pete Galindo naast hem.

We verlaten zijn huis in Venice via Venice Boulevard, een van de talloze zesbaanswegen die de oneindigheid van Los Angeles doorkruisen. Hoe ondefinieerbaar het uitzicht ook is, Sellars kan de bijzonderheden aanwijzen: 'Daar is Venice Highschool, waar de mode-industrie wordt gedicteerd door L.A.-streetkids; verderop Hurry Curry Restaurant; rechts de plek waar ze de nieuwe video van Sean Lennon schoten, hahaha!

'In Frankrijk willen ze me altijd naar Montpellier of zo'n soort oord sturen', zegt Sellars met afgrijzen. 'Maar mijn shows horen in de grote stad, of op plekken als Salzburg of Glyndebourne, waar de power people vakantie vieren. De macht moet voelbaar zijn. Opera is interessant omdat je op één avond Heath, Thatcher en Major in de zaal kan hebben. Bij theater is het armoe troef, opera heeft de grote budgetten.'

We passeren autodealers, amorfe gebouwen, tapijtwinkels en horeca. 'L.A. is net als de woestijn, weinig springt in het oog. Het lijkt alsof er geen leven is, maar je moet weten waar, wanneer en hoe te kijken. Een buurt als deze lijkt anoniem, maar is het niet.'

Hij wijst naar rechts: 'Hier is een van de eerste shopping malls. Een klassieke drive-in uit de jaren vijftig. Daar rechts in de verte was de Alfred Hitchcock-studio en in dat hoge gebouw hielden Laurel en Hardy hun wilde feesten.' Tegen de chaufferende fotograaf: 'Rijd voorlopig zo snel als je wil, want we gaan hier ver vandaan.'

We naderen inmiddels South Central, tot tien jaar geleden zwart, nu latino. Het landschap verandert, de bomen in de middenberm zijn verdwenen. Pete Galindo wijst naar rechts. 'In die straten zijn politieblokkades. Wie uit de zwarte wijken naar Culver City wil, wordt gecontroleerd.'

'De getto-tradities bestaan al negenhonderd jaar,' zegt Sellars. 'Het is heel simpel: stop mensen in een wijk en zorg dat ze er niet uit kunnen.'

We kruisen Crenshaw Boulevard, waar na het proces tegen de agenten die Rodney King mishandelden in 1991 de rellen doorheen golfden. Sellars verbaast zich erover dat de media de rellen zagen als crimineel gedrag van de zwarte bevolking. 'Het was een poging te communiceren, zij het met extreme middelen. Wie dat niet hoort, is doof.'

Even verderop worden keurig onderhouden straten afgesloten door sierlijke poorten. 'Een vreemde buurt: hier achter die hekken woont zwarte aristocratie. L.A. heeft de grootste zwarte middenklasse van de Verenigde Staten. In het midden van de vorige eeuw hoorden zwarte families tot de grondleggers van de stad. De bovenlaag spreekt Amerikaans met een Brits accent.'

Downtown doemt op. Een eiland van wolkenkrabbers. Veel van de kantoren staan leeg, prooi van speculatie. Het schijnt dat je hier 's avonds beter niet kunt komen. In de buurten eromheen is het juist druk op straat. De getto's van Los Angeles bestaan niet uit hoogbouw en geblakerde woonkazernes, maar uit vrijstaande houten of stenen stadsvilla's in deplorabele toestand. Op elke straathoek hangen baliekluivers. Een blanke zie je hier niet.

Vanuit deuropeningen kijken mensen de auto na. 'Langzaam rijden betekent dat er iets te gebeuren staat', legt Pete Galindo uit. 'En als je te snel rijdt, is er net wat gebeurd', schatert Sellars. 'Medium speed is het best.'

MacArthur Park koestert zich in de Californische zon. Op een veldje wordt gevoetbald, een jong koppel zit in het gras, op de paden patrouilleren agenten. We zetten de auto naast een getraliede camper. Downtown ligt aan onze voeten.

Sellars gaat voor naar het kunstwerk dat de Salvadoraan Dagoberto Reyes hier in 1993 maakte. Het is een rechthoekig reliëf, in tweeën gedeeld door een dikke balk. Rechts de terreur van Latijns Amerika in vele gedaanten, links de anonimiteit van de Verenigde Staten. Twee meter onder dit kunstwerk zijn door Salvadoranen de attributen van hun vlucht naar de vrijheid verborgen: foto's, kleding, notities, tekeningen. Die memory traces mogen in 2093 worden opgegraven.

De volgende bestemming ligt in Chicano-gebied. Op weg erheen passeren we het stadhuis, het gebouw van de L.A. Philharmonic, en de plek waar met geld van de weduwe Disney een nieuwe concerthal wordt gebouwd. Sellars wijst ons het gerechtshof waar O.J. Simpson terechtstond en het gebouw van de L.A. Times. Dan komen we in niemandsland. De betonnen bunkers van het huis van bewaring verrijzen in de verte, in de diepte onder ons loopt de cementen trog die Los Angeles River wordt genoemd.

We komen in East L.A.

Alles hier is kunst, zegt Sellars, en wijst op een devote schildering met moeder en kindeke. Dit is Chaka-land, deze mural maakte hij om de mensen te overtuigen van zijn bekering.

Op een eenzaam kruispunt staat een man in een strakke zwarte broek met kort zwart jasje, trompet in de hand. Op Mariachi-corner wachten de muzikanten die zich willen verhuren voor feesten en partijen. Vanaf de banieren aan de lantaarnpalen kijkt Esa-Pekka Salonen in veelvoud op ons neer - westerse voorpost op Hispano-territorium. Sellars werkte vaak samen met de Finse chefdirigent van de L.A. Philharmonic.

Pete Galindo vraagt de chauffeur even te stoppen. Hij wil voorin zitten, just to say hello to some friends. Maar later legt hij uit dat een blanke hier alleen komt voor drugs. En drugs geven gedoe. Dus is het handig als Pete meteen kan uitleggen dat wij hier niet voor drugs zijn.

The Projects waar hij opgroeide ligt ingeklemd tussen een spoorlijn en twee snelwegen, en is zo afgesneden van de rest van de stad. Voor alle ramen zijn tralies aangebracht. Pete Galindo wijst op een muurschildering met tekst eromheen. 'Hier werd Smokey neergeschoten door de politie. Ze brachten hem niet naar het ziekenhuis vlakbij, maar lieten hem doodbloeden op een parkeerterrein. Daarna zijn er protesten geweest. Een buurtgenoot heeft een gedicht gemaakt over wat er gebeurde.'

De dood is hier een vertrouwde gast. Toen Pete Galindo de hangjongeren bij het buurtcentrum wilde overtuigen auditie te doen voor Los Biombos, werd hij vijandig ontvangen. Fuck you, faggot. Geleidelijk won hij hun vertrouwen, ook omdat hij zelf een verleden in de drugs had, en de omgangsvormen kent. Al die jongeren heeft hij op polaroid vereeuwigd. Later bleek een van hen een half uur nadien te zijn doodgeschoten. Die polaroid was z'n laatste foto.

We stoppen even verderop bij een laag gebouw zonder ramen, dat er uitziet als een tapijthal. L.A. Skills Center, staat op een bord. Het duurt even voordat we beseffen dat dit een school is. In de lange, witte gangen zijn aan het plafond camera's aangebracht. Op een prikbord hangen links foto's van leuke donkere meisjes in kleurige jurkjes en met kralen in hun haren. Rechts hangen leeftijdsgenoten in stijve mantelpakjes en met ontkruld haar.

Wie kans wil maken op een baan, die kleedt zich onberispelijk, dat is de boodschap. Sellars is het daarmee eens, tot onze verbazing. Allochtone jongeren hebben amper kans op een baan, legt hij uit. Dus moet je alles wat helpt aangrijpen. In het voorbijgaan wijst hij op een afgeragde publieke telefoon. 'Hiervandaan heb ik vaak met de Nederlandse Opera onderhandeld.'

Dan duwt een grote bewaker de deur naar de zolder open. Sinds Los Biombos zijn Sellars en Pete Galindo hier niet geweest. Uitgelaten verkennen ze de immense stoffige ruimte, waar ze maanden werkten. Veel is sinds die tijd onaangeroerd gebleven.

De oude tv-toestellen die in een hoek staan, dienden voor video-projectie, legt Sellars uit. Hij is er een voorstander van high tech op een low tech-manier te gebruiken. Aan het slot van Los Biombos, als iedereen doodgaat, werden close-ups van alle veertig spelers als berichten uit het hiernamaals getoond op monitoren, die boven het publiek hingen. De tv's waren geleend, van oma's, tantes en buren, en ze waren vastgebonden met touwen.

Zo verbind je technologie met privéleven, en traditie. Want Mexicanen gaan vertrouwelijk om met de dood. 'In The Projects is de levensverwachting van een man 25 jaar', zegt Sellars. 'Dus mensen zijn gewend aan begrafenissen.'

Op de terugweg naar Venice wijzen Sellars en Galindo elkaar op mogelijke locaties voor L'histoire du soldat. Maar eerst wacht een lang seizoen Europa: Saint François d'Assise in Salzburg, The Rake's Progress in Amsterdam, Peony Pavilion in Wenen. De vorige keer dat hij uit Europa thuiskwam, lag er een stembiljet over Proposition 207 op de mat, over afschaffing van het tweetalig onderwijs.

De volgende dag bleek het voorstel aangenomen, met steun van de eerste generatie immigranten, die volgens Sellars allemaal van Stalin houden. 'Hun zelfbeeld is pijnlijk, ze spiegelen zich aan de blanke cultuur en stemmen tegen zichzelf.

'Ik was zo terneergeslagen. En toen Pete belde, dacht ik: die zal een slechte bui hebben.'

Maar Pete Galindo reageerde beter. Die zei: ik heb het te druk met mijn theater om somber te zijn.

'Zie je, een andere generatie', lacht Sellars. 'Keep things moving, dat geeft hoop.'

Peter Sellars werd geboren op 27 september 1957 in Pittsburgh, aan de oostkust van de Verenigde Staten. Al op zijn tiende werd hij poppenspeler, bij de Lovelace Marionettes. Van 1976 tot 1980 studeerde hij aan Harvard. In 1983 werd hij leider van de Boston Shakespeare Company, waar hij nauw samenwerkte met The Wooster Group. Twee jaar later kreeg hij de leiding over het American National Theater in Washington, waar hij naam maakte met zijn regie van Ajax.

De laatste tien jaar werd Sellars in Europa vooral bekend als regisseur van opera's, die hij doorgaans verplaatst naar een Amerikaanse setting. Hij is nagenoeg vaste gast op de prestigieuze festivals van Glyndebourne, Salzburg en Wenen, en in de operahuizen van Parijs, Londen en Amsterdam.

Op 24 november ontvangt hij, samen met componist Mauricio Kagel, de Erasmusprijs 1998 in het Paleis op de Dam. In het kader daarvan wordt het Festival der Contrasten gehouden. Sellars zal daarin een Leadership Class geven aan topmensen uit het bedrijfsleven, en een bijdrage leveren aan een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Voor datzelfde museum fungeerde hij als co-curator van de tentoonstelling van Bill Viola. Op de dag van de opening, 12 september, discussieert hij met de videokunstenaar in het Renaissance Amsterdam hotel.

Sellars' regie van Peony Pavilion, op muziek van Tan Dun, gaat in première tijdens de Wiener Festwochen.

Saint François d'Assise van Messiaen is vandaag en zondag nog te zien op de Salzburger Festspiele.

De Nederlandse Opera brengt vanaf 4 november Stravinsky's opera The Rake's Progress in een regie van Sellars.

Sellars is een van de sprekers tijdens de conferentie over de kunstacademie van de 21ste eeuw, die in het kader van het tweehonderdjarig bestaan van Kunstacademie Minerva op 13, 14 en 15 november in Groningen wordt gehouden.

Hij brengt volgend jaar in het Holland Festival een programma met vroeg werk van Stravinsky.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden