Pedofiele heks in rauwe realistische kerstopera

Laat de titel Hänsel und Gretel vallen, noem de naam van de Duitse componist Engelbert Humperdinck, en tien tegen een stijgt onder operaliefhebbers een geloei op met woorden als 'kinderachtig' en 'romantische draak'. Ziedaar de uitdaging waarvoor Lotte de Beer stond, toen De Nationale Opera haar uitnodigde de sprookjesopera rond Hans en Grietje op de planken te brengen in Amsterdam.

Guido van Oorschot
Scènebeeld uit Hänsl und Gretel. Beeld
Scènebeeld uit Hänsl und Gretel.Beeld

Wie weet had De Beer (33) nee gezegd, als ze in haar jonge regisseursleven niet had gezien hoe het er in de knusse feestmaand december aan toe gaat in Duitse operatheaters. Hele gezinnen komen af op het stuk dat op 23 december 1893 in Weimar in première ging en sindsdien geldt als ultiem kerstvermaak.

Kennelijk keek De Beer heen door tekstregels als 'met je handjes klap klap klap'. Evenmin liet ze zich ontmoedigen door 'hop hop hop, in galop hop hop'. Ze moet zich hebben voorgenomen sceptici te tonen dat in Hänsel und Gretel een dijk van een opera schuilt. Een stuk dat rake dingen zegt over misstanden rond de allerzwaksten van vandaag: kansloze, uitgebuite, misbruikte kinderen.

Op het toneel ligt een metershoge vuilnisbelt, zoals je die doorgaans aantreft in straatarme landen. Vijf hongerige kinderen bouwen er poppetjes van afval, met als theater een lege cornflakesdoos. Daarin spelen ze het sprookje van Hans en Grietje na.

Mild gloeien

Een gezellige boel is het niet, in hun kinderhoofdjes. Hänsel wordt opgezadeld met een dikke hongerbuik. Vader Peter en moeder Gertrud maken merkwaardige stootbewegingen met hun onderbuik. En als Hans en Grietje verdwalen in het bos, treffen ze een hoogst eigenaardig Zandmannetje. Hij kruipt uit een valiumpot en deelt gul zijn pillen. Gedrogeerd zingen broer en zus dan ook hun beroemde Avondgebed.

Knap hoe Lotte de Beer de ene kinderwereld (een sprookje) overhevelt naar de andere (spelen met poppen). Virtuoos ook, hoe de regisseur met die truc de vuige werkelijkheid kan binnensmokkelen.

Wel jammer dat het zangersgeluid van Kate Lindsey (Hänsel) en Lenneke Ruiten (Gretel) op afstand blijft. Misschien heeft dat te maken met resonans die wordt geabsorbeerd door poppenmaskers. Thomas Oliemans (vader) en Charlotte Margiono (moeder) komen gelukkig rianter heen over het Nederlands Philharmonisch Orkest, dat onder dirigent Marc Albrecht opmerkelijk mild gloeit.

Fantasiestad

In de immense toneelmond houdt De Beer het speelvlak vaak klein. Doordat de maskers mimiek bemoeilijken en de expressie evenmin wordt geholpen door teletubbiegebaren, wijkt de ontroering in de eerste twee aktes noodgedwongen uit naar videobeelden. Het lijkt wel een tochtje door verwoest Aleppo, in die fantasiestad van oude verpakkingsdozen. Confronterend zijn de door de sterrenhemel zwevende vuilnisbeltkinderen, die dromen van een zacht bed en een aai over de bol voor het slapengaan.

Tijdens het slotapplaus pakt Lotte de Beer de microfoon en kondigt een collecte aan 'voor alle Hans en Grietjes van deze wereld'. Houdt daar dus rekening mee, mama's en papa's die Hänsel und Gretel met de kinderen willen bezoeken. En wijdt alvast een tactisch keukentafelgesprek aan de lelijke heks. Bij Lotte de Beer is dat een pedofiele drag queen die likkebaardend in een fallusachtige schoorsteen klimt. 'Zo mijn jongetje, smikkel met je tongetje' zingt de tenor Peter Hoare, honderd procent tekstgetrouw.

Hänsel und Gretel, Engelbert Humperdinck. Regie: Lotte de Beer. Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht. Amsterdam, Nationale Opera & Ballet, 3/12. Voorstellingen t/m 29/12, operaballet.nl

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden