nieuwsMigrant-kunstenaars en Parijs
Parijs mocht zich in de handen wrijven met al die migrant-kunstenaars ★★★☆☆
Stedelijk Museum Amsterdam toont aan dat de Franse kunst baat had bij de invloed van buitenlanders. Zonder migranten had Parijs nooit zo'n groot stempel gedrukt op de ontluikende wereld van de moderne kunst.
Eerlijk gezegd heb ik altijd een liefde-haat-relatie met Parijs gehad. Mooie stad natuurlijk. Met zijn boulevards, terrasjes, fin-de-siècle kiosken, de groene stoeltjes aan de Tuilerieën-vijver en zinken togen waaraan je staand een noisette of glaasje rode huiswijn kan drinken.
Maar het eeuwige gedweep over de onvermijdelijke romantiek van absint, clochards en Gitanes Maïs-sigaretten komt me ook wel eens de neus uit. De Fransozen met hun haute cuisine van exquise liflafjes, ingewikkelde sauzen en stoofpotjes boeuf bourguignon waarin steevast een pakje roomboter is verwerkt. Het patriottische geronk over Bordeaux, Bourgogne en Pétrus alsof niemand buiten Frankrijk weet dat je van druiven wijn kan maken. Of het ophemelen van de Franse schilderkunst als ware het la plus belle peinture du monde, door de lichtvoetige penseelstreek, lelies in troebel water en oh-la-la-naakten in gespikkeld zonlicht.
Het zou goed zijn voor al die Fransen (en francofiele Nederlanders) om eens naar het Stedelijk Museum af te reizen. Voor een portie gezonde relativering. Reden is de collectietentoonstelling Migranten in Parijs waarin een beeld wordt gegeven van welke kunstenaars er al zo, in de eerste helft van de 20ste eeuw, naar de lichtstad vertrokken om er beroemd en bekend te worden.
Natuurlijk waren dat Piet Mondriaan, Marc Chagall en Pablo Picasso, naar wie de tentoonstelling is vernoemd. Maar ook, hou u vast: Sonia Delaunay, Chaim Soutine, Soumanou Vieyra, Wilfredo Lam, Kees van Dongen, Jan Sluijters, Ossip Zadkine, Joaquín Torres-García, Emmy Andriesse, Karel Appel, Eva Besnyö, Sonia Delaunay, Gisèle Freund, Natalia Goncharova, Wassily Kandinsky, Germaine Krull, Jacques Lipchitz, Paula Modersohn-Becker, Marlow Moss, Diego Rivera, Gino Severini en Sophia Warburg, to name a few.
Belangrijke stempel
Wie de tentoonstelling bezoekt, krijgt het idee dat de Fransen zelf nauwelijks een rol van betekenis speelden, wat misschien wel eens zou kunnen kloppen. Iedereen die er destijds toe deed kwam uit het buitenland. Sterker, zonder migranten, de ‘vreemdeling’, had de kunstscene van Parijs helemaal niet zo’n belangrijke stempel op de ontluikende wereld van de moderne kunst gedrukt.
Parijs mocht blij zijn dat al deze migrant-kunstenaars die verhuisden voor het artistieke milieu, de verzamelaars en galeriehouders die er woonden (en ook veelal uit het buitenland afkomstig waren) - en vooruit, ook voor de coq au vin en glaasjes rode huiswijn. Op hun beurt zorgden de buitenlandse kunstenaars voor nieuwe invloeden, een andere beeldtaal, onbekende technieken, verrassende smaken.
Migranten in Parijs mag een historische correctie willen uitdragen, de expositie is natuurlijk ook een duidelijk actuele vingerwijzing. Namelijk: dat de kunst gebaat is bij invloeden van buitenaf. Dat ‘het vreemde’ noodzakelijk is. En dat het eens tijd werd om niet langer met een Eurocentristische, witte, bevooroordeelde exclusiviteitsbril naar de kunstwereld te kijken. En in het bijzonder naar de verzameling van het Stedelijk.
Omdat die blik de weg opent naar nieuwe inzichten en ontdekkingen, afgaande op de hoeveelheid werk die nu aan de muur hangt, maar (te) lang in de kelder stond. Het past allemaal in de contemporaine discussie, waarbij topics als ‘inclusiviteit’, ‘emancipatie’, ‘meer vrouwen’, ‘andere culturen’, ‘minderheden’ en ‘ethiek’ de agenda bepalen.
Spijtig dat de meeste werken suf, want levenloos naast elkaar zijn opgehangen, maar de winst zit ’m in de geschiedherschrijving. Door die andere blik begrijp je nu in elk geval beter dat de Joodse Litouwer Chaim Soutine in Frankrijk probeerde te assimileren door een van de topwerken uit het Louvre, Rembrandts Geslachte os, artistiek te evenaren. En dat Chagall, als Wit-Russische jood, met zijn exotische kleuren en thematiek stuitte op antisemitische sentimenten onder de Fransen.
Of hoe bijzonder het was dat de Nederlander Kees van Dongen in Parijs een portret maakte van de Roemeens-Griekse gravin Anna de Noailles, die net met de Légion d’Honneur was onderscheiden. Nog even afgezien van alle onbekende kunstenaars die onze, inderdaad bevooroordeelde, coq-au-vinsmaak op de proef stellen - zoals dat ook de laatste tijd steeds meer gebeurt.
Migranten in Parijs. Chagall, Picasso, Mondriaan en anderen. Stedelijk Museum, Amsterdam. T/m 2/2.
Slaapmiddel
Op zich is een tentoonstelling over buitenlandse kunstenaars in Parijs slaapverwekkend. Elk museum organiseert er wel eens een mega-grote overzichtstentoonstelling over, met veelal inwisselbare namen. Op dit moment is in Louvre Abu Dhabi de expositie Rendezvous in Paris: Picasso, Chagall, Modigliani & Co (1900 - 1939) te zien. Tot vorig jaar in het Van Gogh Museum: Nederlanders in Parijs 1789-1914. Van Spaendonck, Jongkind, Van Gogh, Van Dongen, Mondriaan. Een paar jaar geleden in Museum De Fundatie: Van Gogh tot Cremer – Nederlandse kunstenaars in Parijs, met, jawel, ook Kees van Dongen, Karel Appel en Piet Mondriaan.