Op zoek naar plekken met basketbalhistorie
Wie is die Brouwer? Erik Brouwer is sportschrijver, volgens zijn uitgever. En daarin kan hij zich waarschijnlijk wel vinden. Hij werkt als freelancejournalist en schreef met Rop Zoutberg In den beginne was de bal, een culturele en sporthistorische geschiedenis van het Argentijnse voetbal....
En nu is de hemel dus een basketbalveld. De titel verwijst naar het boek Heaven is a playground van Rick Telander, die weer verwees naar filosoof G.K. Chesterton, van wie de woorden waren: ‘De hemel is een speelpleintje.’
Is Brouwer basketbalgek? Tussen de regels door valt te lezen dat alle Amerikaanse sporten hem wel kunnen bekoren. Maar het basketbal heeft hem altijd het meest na aan het hart gelegen, en dan met name de NBA. Als jongen bleef hij ’s nachts op om wedstrijden te kunnen zien en vergaapte hij zich aan tijdschriften met foto’s van zijn helden.
O nee. Wees niet bang, Brouwer doet niet aan het vereren van (vergeten) sterren. Daarvoor is hij te nuchter ingesteld en dat wil hij ook niet bereiken. Hij heeft zich ten doel gesteld een alternatieve geschiedenis van het Amerikaanse (professionele) basketbal bloot te leggen door gesprekken te voeren met grootheden uit het verleden (en een beetje heden) en de plekken te bezoeken waar basketbalhistorie werd geschreven. Het eindresultaat mag er zeker zijn.
Vooral het zwarte basketbal komt aan de orde. En terecht, want de gekleurde spelers hebben de sport in Amerika groot gemaakt. Maar van een leien dakje ging het bepaald niet. Ze moesten zich veelal opwerken uit de getto’s, waar een mensenleven niets waard is en waar status wordt verdiend door in drugs te handelen of door op het basketbalplein te laten zien wie de king of the hood is. Of door allebei. Wie het boek leest, begrijpt waarom de donkere spelers zijn behangen met tatoeages en bling bling en waarom de hiphopmuziek onlosmakelijk is verbonden met de sport. Het gaat over onderdrukking, slavernij, Black Panthers, bananen op het veld, pistolen, trouw en verraad. En het is allemaal prachtig om te lezen.
Komen alle groten in het boek voor? Ze staan er allemaal in ja, de mannen die bepalend zijn geweest voor de ontwikkeling en de professionalisering van de sport. Earl Manigault, Wilt Chamberlain, die beweerde met 20 duizend vrouwen te hebben geslapen, de tot moslim bekeerde Kareem Abdul-Jabbar, ‘Magic’ Johnson, de melkwitte Larry Bird, Michael Jordan en, meer recentelijk, LeBron James. Maar ook onze eigen Rik Smits, de zwarte presidentskandidaat Barack Obama en Holcombe Rucker, die vele verloren zonen in Harlem op het rechte pad kreeg door ze op het plein te leren spelen.
En dan niet de verhalen die we al kenden. Precies. Michael Jordan blijkt dus helemaal niet zo veel voor (zwart) Amerika te hebben betekend als werd gedacht toen hij nog de sterren van de hemel speelde. Had-ie maar gedurfde politieke statements moeten innemen.
Mark Misérus