Op het meer zwemt een zwaan voorbij (of een plastic zak)
Kort proza in o.a.verhaal- en dichtvorm
Ik ben een goede luisteraar. Ik sta al een uur met mijn oor aan dit glas tegen de muur gedrukt.
'Heb jij m'n onderbroek gezien?'
'Op je hoofd.'
Op het meer zwemt een zwaan voorbij, maar het kan ook een grote, witte plastic zak zijn.
'Mijn vrouw mag hier niets van weten.'
'Ik ben je vrouw.'
Op het meer zwemt een grote, gele zwaan met 'Jumbo' erop voorbij.
'Kijk, een gele zwaan.'
'Kunnen we bij het onderwerp blijven?'
Ik ga door een turquoise fase. Turquoise is de kleur van de wind.
'Hoorde je dat?'
'Dat was de wind.'
