Stadsgids
Op deze verrassende plekken moet u wezen in groen Valencia
Waar moet je wezen? Wat moet je zien en waarom? Dierentuindeskundige Koen Brouwer gidst ons buiten de gebaande paden in Valencia, waar hij nu vijftien jaar woont.
Koen Brouwer (61) is bioloog en wildlifeconsultant. Hij begeleidt wereldwijd dierentuinen met de bescherming en de instandhouding van diersoorten. Sinds vijftien jaar woont hij in een dorp vlak bij Valencia, aan de Spaanse oostkust, waar het Bioparc, een van ‘zijn’ dierentuinen is gevestigd. ‘Valencia is voor mij een droomstad,’ zegt hij, ‘omdat het er zo groen is. Na een zware overstroming van de Turia in 1957, de zoveelste, werd de rivier drooggelegd en omgeleid. Toen besloot de gemeente met een ongelooflijk vooruitziende blik de rivierbedding niet vol te bouwen, maar groen te laten, waardoor een kilometerslang groen lint door de stad is ontstaan. Ik zeg altijd: parken, parken, parken, die hebben mensen in steden het hardst nodig.’ Wat Brouwer heeft met Amsterdam, heeft hij ook met Valencia, zegt hij: ‘Je bent zomaar vrienden met deze stad en voelt je al snel thuis. Het is niet groot en voelt veilig.’
Rivierbedding
Koen Brouwer: ‘Het Turiapark, de vroegere rivier, is alles voor de Valencianen: hun tuin, hun oase. Er zijn bomen en brede stroken gras, er wordt gefietst, geyogaad, gevoetbald, gewandeld, gegeten, koffiegedronken, er worden honden uitgelaten en feestjes gevierd, soms maakt iemand muziek. Dit is meer dan een park.’
Afrikaanse dierentuin
‘Toen het Bioparc, waar ik directeur was, in 2008 werd geopend, was het erg nieuw. De dieren leven hier in grote gebieden die lijken op hun natuurlijke leefomgeving – nergens kooien of tralies. Nog niet alle dierentuinen zijn zo ver, maar natuurbescherming wordt steeds belangrijker. In het Bioparc leven Afrikaanse dieren, olifanten, giraffen, stokstaartjes, gorilla’s, die goed passen bij het Valenciaanse klimaat en gekoppeld zijn aan dierbeschermingsprojecten in Afrika. Een goede dierentuin staat niet alleen, maar is verbonden met de natuur. Zoo’s zijn belangrijk, vind ik, omdat je de dieren in het echt moet zien om verbondenheid met de natuur te voelen.’
Bioparc, Avenida Pío Baroja, 3
Volstrekt nieuwe architectuur
‘Ik fiets vaak langs de Ciutat de les Arts i les Ciències, het grote complex van verschillende gebouwen van architect Santiago Calatrava, dat de een monstrueus vindt en de ander juist fantastisch. Zelf vind ik het een bijzonder en fascinerend geheel, dat Valencia bovendien op de kaart heeft gezet. Calatrava’s werk is zo volstrekt nieuw, architectuur die ik nooit eerder zag. In deze kunst- en wetenschapsstad is onder andere het wetenschapsmuseum gevestigd, het Museu de les Ciències, en die andere zoo van Valencia: Oceanogràfic, het grote aquarium.’
L’Oceanogràfic, Carrer d’Eduardo Primo Yúfera
Verdwaalwijken
‘Mijn opdracht voor iedereen die naar Valencia komt: naar de wijk El Carmen of Russafa en daar maar wat rondlopen en verdwalen, dat hoort erbij. Ergens een cortado drinken – elk gat in de muur heeft goeie koffie – steegjes zien, verweerde muren, een poort, graffiti, omhoogkijken naar de mooie balkons en straatlantaarns, een juwelier ontdekken, een kunstboetiek of een delicatessenzaak.’
Marktkathedraal
‘Ik wil zeker de Mercat Central noemen, de overdekte markt in het hart van de stad. Een prachtig gietijzeren art-nouveaugebouw uit 1928, met een koepel, kleurige tegels en glas-in-loodramen. Alles wat iemand kan wensen is hier te koop: vis, olijven, noten, fruit, schelpen, rijen hangende hammen. Een ‘kathedraal van de zintuigen’ wordt de markt toepasselijk genoemd.’
Mercat Central, Plaça de la Ciutat de Bruges
Palmen en straatkatten
‘Ook midden in de stad: de botanische tuin van Valencia, een kalm en koel toevluchtsoord met een uitgebreide palmcollectie van meer dan honderd soorten en een flinke verzameling straatkatten die rondlopen tussen het groen. Ik dwaal er graag door kassen.’
Jardi Botànic, Carrer de Quart, 80
Glutenvrije trattoria
‘We gaan het liefst met de hele familie naar deze Italiaanse trattoria met een klein terras. Lambrusqueria Conde Altea is gezellig, met een leuke atmosfeer en zulke aardige mensen. Ze hebben twee vestigingen in de stad. En, voor mijn kinderen belangrijk, er staan glutenvrije pasta en pizza’s op de kaart.’
Lambrusqueria Conde Altea, Carrer del Comte d’Altea, 31
Koninklijke rozentuin
‘Nog maar een groene plek in groen Valencia: de Jardins del Real, prachtig. Dit zijn de oude koninklijke tuinen, met cipressen, beelden, fonteinen, een rozentuin en allemaal zijpaden waarachter nog meer moois ligt. Daar even zitten met een koffie of iets te lezen, terwijl boven je de vogels in de bomen een concert beginnen.’
Jardins del Real, Carrer de Cavanilles, 1
Paëlla aan zee
‘De beste paëlla van Valencia, zeggen ze zelf. Dat zou best weleens kunnen. La Pepica, aan het strand, bij de jachthaven, bestaat al meer dan een eeuw en heeft heerlijke paëlla’s en andere visgerechten. Het ziet er leuk uit met die tegels en rijen paëllapannen. Eten is het allerbelangrijkste van de wereld in Valencia, maar niet op Nederlandse tijden: dineren om een uur of 8, 9 in de avond is vroeg genoeg.’
La Pepica, Passeig de Neptú, 6
Voeten in het zand
‘L’Estibador is ook een heel goed paëllarestaurant aan de kust, in het natuurgebied Albufera. Het zit zelfs op het strand, met een spectaculair uitzicht over de diepblauwe zee en de blauwe luchten van Valencia. Een drankje doen kan ook bij deze arrosseria, met de voeten in het zand.’
Arrosseria L’Estibador, Paseo de la Dehesa, 3
Zonsondergang in Albufera
‘Albufera, het geweldige natuurreservaat aan de kust, was te zien in de Spaanse serie The Pier. In Albufera ligt 20 duizend hectare wetland met flamingo’s, eenden, reigers, ibissen en andere vogels. Hier wordt van oudsher de rijst verbouwd voor de paëlla die Valencia beroemd heeft gemaakt. Wat heel bijzonder is: ’s avonds met een bootje door de wetlands varen, de zonsondergang meemaken en dan laat wat eten in een nabijgelegen restaurant.’
Parc Natural de l’Albufera de València