Theater
Op de Parade in Utrecht is het helemaal niet erg als experimenteel theater onaf of mislukt is ★★★☆☆
Het avontuurlijkst is Jan Wienowiecki, die een indrukwekkende bereidheid toont om in zijn eigen pijn te graven.
Soms is experimenteel theater gewoon onaf of, beter gezegd, mislukt. Avondvullend is dat voor een publiek vrij vervelend. Maar op rondreizend theaterfestival De Parade hoeft dat helemaal niet zo erg te zijn. Voorstellingen duren er maximaal een halfuur, en anders is er altijd nog de uitgebreide horeca. De Parade staat de komende twee weken in Utrecht, in het Moreelsepark naast het Centraal Station. Hier experimenteren theatermakers er vrolijk op los, bleek afgelopen vrijdag op de openingsavond.
De eerste half gelukte – en dus ook half mislukte – show is van Joost Oomen, Willie Darktrousers en de Poezieboys. Eisføgl is een ode aan de vergeten IJslandse dichter Jörgi Eisfogl. Vergeten betekent in dit geval ook echt goed vergeten, want een vlugge onlinezoekopdracht levert precies nul resultaat op. Dat vertellen ze zelf, als ze hun onderzoek en poging om deze voorstelling te maken navertellen. Ze vonden uiteindelijk drie gedichten en drie biografische gegevens van de dichter. Karig. De rest van hun podiumtijd vullen ze met gebabbel, theatrale lolligheid en IJslandse clichés. De Poezieboys (Joep Hendrikx en Jos Nargy) maakten eerder prachtige odes aan dichters als Fritzi Harmsen van Beek en Simon Vinkenoog. Eisføgl is vermakelijk, maar komt niet in de buurt.
Ook experimenteel is de voorstelling Claiming Identity van Jan zonder Pyke. Aanvankelijk zou het Jan mét Pyke zijn – de twee zouden een voorstelling maken over hun vriendschap. Maar toen, een week voor ze zouden spelen, liet Pyke opeens niks meer van zich horen. Jan (dat is theatermaker Jan Wienowiecki) besloot toch te gaan spelen vrijdag, maar dan met een compleet ander verhaal, namelijk over de vraag wat een kunstenaar doet als zijn vriend en muze zomaar opstapt.
In deze bewust onversterkte, daardoor slecht verstaanbare en rommelige monoloog komt hij daar niet uit. Hij stipt punten aan over een ongelijkwaardige vriendschap, waarbij de een (homo) verliefd is op de ander (hetero) en bijbehorende angsten. Ervan uitgaand dat dit verhaal waargebeurd is (het blijft theater) toont Wienowiecki wel een indrukwekkende breekbaarheid en bereidheid om in zijn eigen pijn te graven. Avontuurlijker wordt het niet deze Parade.
Nog een vriendschap die stukgaat zien we in Vuelta van Het NUT, een veel conventionelere voorstelling. Twee middelbare mannen op een racefiets (Dennis Coenen en Marcel Roelfsema) vertellen over hun fictieve, roemruchte verleden als professionele wielrenners. De een won ooit de Vuelta, de ander was als zijn waterdrager van onschatbare waarde. Waar ging het mis? Antwoorden die oppervlakkig worden aangeraakt zijn: eerzucht, doping en ook hier een ongelijkwaardige basis. Er zijn herkenbare grapjes voor wielerliefhebbers. Maar het drama voelt onaf en maakt weinig indruk. Volgende keer beter. Het mooie is: op de Parade kan dat al een halfuur later zijn.
Festival De Parade
Theater
★★★☆☆
Eisføgl door Joost Oomen, Willie Darktrousers en de Poezieboys.
★★★★☆
Claiming Identity door Jan zonder Pyke.
★★☆☆☆
Vuelta door Het NUT, Frank Heinen en Reinout Bongers.
22/7 De Parade Utrecht, daar nog t/m 7/8, daarna Amsterdam.