Aard van het beestje

Ook de ooit algemene aardbeivlinder heeft te lijden onder stikstof

Caspar Janssen gaat wekelijks op zoek naar een dier in zijn habitat. Wat typeert het dier? En waarom doet het juist nu van zich spreken?

Caspar Janssen
De aardbeivlinder Beeld Margot Holtman
De aardbeivlinderBeeld Margot Holtman

Korte spanningsboog: we lopen nog geen twee minuten in het Bargerveen en de doelsoort van onze missie vliegt al op. Een aardbeivlinder, net boven het bloemrijke gras in het hoogveengebied, en nog een, foeragerend op een pinksterbloem. Ook de waardplant van de aardbeivlinder in het Bargerveen, de tormentil, staat om ons heen in het veld. Tormentil, een bescheiden plantje met gele bloemen, is hier waarschijnlijk de enige waardplant, de plant waarop de vlinder haar eitjes legt. Jan Rocks, die hier al jarenlang de vlinder monitort, heeft het in ieder geval nooit anders gezien. In de Amsterdamse Waterleidingduinen, waar ook een populatie van de aardbeivlinder huist, is de waardplant dauwbraam. Een paar andere waardplanten zijn er nog, zoals de bosaardbei en agrimonie. Zijn naam dankt de aardbeivlinder niet aan de vele witte vlekjes op de bruine vleugels, maar aan die waardplanten, die allemaal tot de aardbeiachtigen behoren.

Vriendelijk beeld, die kleine, maar fijne aardbeivlinder, al foeragerend op de pinksterbloemen en op andere bloeiers. Hier klopt het aardig, zo lijkt het, al kuierend door de graslanden langs zijn twaalf vaste waarnemingsplekken telt Jan Rocks uiteindelijk 28 aardbeivlinders, en daarnaast nog hooibeestjes, bruine vuurvlinders, een kleine vuurvlinder, een citroenvlinder en een boomblauwtje.

Zeldzaam, inmiddels

En toch. Dat ik naar de Duitse grens ben gereden om met zekerheid de aardbeivlinder te kunnen zien, is best vreemd. Een eeuw geleden had iedereen in Nederland op fietsafstand trefkans op aardbeivlinders, zo stelde Chris van Swaay, die het meetnet dagvlinders in Nederland coördineert, al eens. En dan hoefde je nauwelijks te zoeken, want ze kwamen in veel grotere aantallen voor. Op zandgronden, in de laagveengebieden, in de duinen, op de heide, in beekdalen, overal fladderden de kleine vlinders. Nu was ik er zelfs in de duinen niet zeker van dat ik een exemplaar zou treffen.

Populatie op populatie verdween in de vorige eeuw. Er resten nu nog een paar grotere populaties en een aantal kleinere. De soort geldt inmiddels als zeldzaam. En de aardbeivlinder is honkvast, het is geen soort die zich makkelijk verspreidt. De overgebleven populaties raken almaar geïsoleerder.

De eerste grote klappen kreeg de aardbeivlinder door het verdwijnen van leefgebied, door landbouw en verstedelijking, en door ontwatering van natte gebieden. De overgebleven gebieden hebben te lijden onder stikstofdepositie. Het gevolg daarvan: vergrassing en verruiging, en het verdwijnen van kruiden op de heide door verzuring. Zo kreeg zelfs een algemene soort als de aardbeivlinder, met ooit algemene waardplanten, het moeilijk.

 ‘Op de piek van de vliegtijd telde ik hier soms tweehonderd exemplaren. Nu zijn het er zelden meer dan dertig.’ Beeld Margot Holtman
‘Op de piek van de vliegtijd telde ik hier soms tweehonderd exemplaren. Nu zijn het er zelden meer dan dertig.’Beeld Margot Holtman

Jan Rocks, die zich al jarenlang samen met zijn vrouw Annie als vrijwilliger inzet in het Bargerveen, vermoedt dat de populatie in het Bargerveen wel stand zal houden. Vanaf 1995 namen de aantallen hier zelfs toe, onder meer door hydrologisch herstelwerk. De kades in het gebied en de vochtige schraallanden aan de randen zijn prima leefgebied. En door het maaien en afvoeren van gras wordt de grond hier zo veel mogelijk verschraald. Maar toch is Rocks er niet helemaal gerust op: ‘Vroeger stonden hier nog wel polletjes heide. Nu zie ik veel meer grassen, en die gaan al snel overheersen.’ De laatste vijf – droge – jaren volgt ook Bargerveen de landelijke trend naar beneden. ‘Op de piek van de vliegtijd telde ik hier soms tweehonderd exemplaren. Nu zijn het er zelden meer dan dertig.’

Nog wat kuieren door het her en der zompige veld, zoals dat hoort bij veengrond. Een heikikker, een bruine kikker, vanuit de bosjes zingen zwartkopjes, en dan nog twee aardbeivlinders op de valreep. Weinig om over te klagen vandaag. Jan Rocks: ‘Het kan zijn dat de piek nog moet komen.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden