Onsterfelijkheid. Of zoiets
New York, 2095. Mensen en mutanten leven naast elkaar, misdaad en corruptie tieren welig. Boven de stad zweeft een immense pyramide....
Horus - half mens, half vogel - moet allereerst een gastlichaam vinden dat hem niet afstoot. Vervolgens moet hij op zoek naar Jill Bioscop, een vrouw met een melkwitte huid en blauwe haren, die blauwe tranen huilt en blauwe pilletjes slikt om iets vreselijks te vergeten. Zij is de enige die zijn onsterfelijkheid kan garanderen. Of zoiets.
Immortel (Ad vitam), na Bunker Palace Hotel (1989) en Tykho Moon (1996) de derde speelfilm van de Joegoslavisch-Franse striptekenaar Enki Bilal, is losjes gebaseerd op zijn veelgeprezen Nikopol-trilogie. De acteurs, onder wie Charlotte Rampling, deden hun werk tegen blauwe en groene wandjes, die naderhand door fantastische, futuristische computerbeelden werden vervangen. Sommige acteurs verdwenen onder een dikke laag pixels, andere personages bestaan helemaal uit enen en nullen - dezelfde techniek werd toegepast in Sky Captain and the World of Tomorrow.
De werelden komen nooit samen. Immortel is een steriele, humorloze, hemeltergend slecht geacteerde draak, vol bloedserieuze, krankzinnige dialogen. De soundtrack is een pretentieuze mix van klassiek en zelfmoordpop; de moraal is dubieus: om zijn voortbestaan te garanderen, vermoordt Horus eerst een man of zeven, vervolgens verkracht hij Jill tot drie keer toe.
Als voorfilm staat een even curieus animatiefilmpje geprogrammeerd: Topor et moi van Sylvia Kristel. 'Mannen zijn erg belangrijk geweest in mijn leven - vooral oudere, erudiete mannen', zegt Kristel in voice-over.
De ster uit Emanuelle vertelt dat ze al eerder van alles durfde in andere carrières, en dat Topor haar leerde durven in schilderen. 'En nu durf ik alles', eindigt ze monter.