Analyse

Ondanks alle verboden tóch weer een film gemaakt, maar hoe lang kunnen Iraanse cineasten dat nog doen?

Decennialang kon de Iraanse cinema floreren, ondanks de censuur. Maar nu lijken de wegen van Iraanse filmmakers zo goed als afgesneden. En resteert enkel nog de methode-Panahi: clandestiene films, al of niet het land uit gesmokkeld in een cake.

Bor Beekman
Regisseur Jafar Panahi in zijn eigen film ‘No Bears’ (2022).  Beeld
Regisseur Jafar Panahi in zijn eigen film ‘No Bears’ (2022).

‘Ik wurg hem voor negen tiende, en dat ééne tiende dat ik hem laat, dat kleine beetje asem zal hem groot maken, hij zal groot worden, hij zal, bij God, groot worden!’

De bildungsroman Karakter, waarin deurwaarder Dreverhaven zijn onwettige zoon Katadreuffe het leven doelbewust zuur maakt om hem hard te maken, zal wel niet in de kast staan op het Iraanse Ministerie van Cultuur en Islamitische Leiding. En zo las niemand daar hoe schrijver Bordewijk ook de beknotting van de Iraanse cinema, en het resultaat ervan, onbewust al in 1938 in één klinkende zin goot (men had natuurlijk ook even naar Mike van Diems Oscarwinnende verfilming uit 1997 kunnen kijken).

Er bestaan wel meer landen waar filmmakers worden tegengewerkt, maar in geen van die landen bloeide de cinema zozeer als in Iran. Eigenlijk al dertig jaar onafgebroken.

Ondanks al die regeltjes en voorschriften waar de regisseurs en acteurs zich aan behoren te houden. Irans meest weerbarstige cineast Jafar Panahi (62), vorige week vrijgelaten uit de beruchte Evin-gevangenis, liet een aantal ervan – er zijn er nog veel meer – opsommen door zijn kleine nichtje, gezeten op de achterbank in zijn autofilm Taxi Teheran (2015): geen geweld, geen lijfelijk contact tussen man en vrouw, geen pessimisme, geen buitenlandse muziek, geen close-ups van vrouwen, geen westers geklede goede personages, wel goede personages die zijn vernoemd naar de profeten, respect tonen voor de islamitische rede en voldoen aan de op straat geldende kledingvoorschriften, óók als er binnenshuis wordt gedraaid.

Unieke cinema

Iraanse filmmakers leerden zich aan daar omheen te draaien, door meer verbloemd en suggestief te vertellen, de lijnen tussen fictie en werkelijkheid diffuus te houden en te strooien met dubbele betekenissen. Door kinderen in te zetten ook; die mochten van de censuur vaak net wat meer zeggen. Of door enkel nog buiten de grote stad te filmen, waar de controle minder scherp is. Of vanuit auto’s. Dat, gevoed door de rijke Perzische verteltraditie, leverde een unieke cinema op; film werd het culturele exportproduct van Iran.

‘The Circle’ (2000). Beeld
‘The Circle’ (2000).

Tegelijk raakten alle grote Iraanse filmmakers vroeg of laat – meestal vroeg – in de clinch met de Iraanse autoriteiten. Ze kozen er dan vaak voor om een volgende film geheel níet voor te leggen aan het Ministerie, maar gewoon meteen door te sluizen naar een prestigieus festival als dat van Cannes, Venetië of Berlijn, waar de jury’s het werk alvast konden bekronen, vóór de censuur. Met het risico – of de zekerheid – dat de clinch zich bij thuiskomst verhevigde.

Veel sleutelfiguren van de Iraanse cinema, zoals de Koerdische Bahman Ghobadi en volksheld-filmvader Mohsen Makhmalbaf, zagen zich gedwongen hun carrière en bestaan voort te zetten in het buitenland. Met The Circle, zijn in 2000 met de Gouden Leeuw bekroonde film over de aan alle kanten uitgeoefende vijandigheid waarmee Iraanse vrouwen te kampen hebben, regisseerde Panahi een naar Iraans begrip ongekend on-omfloerste film. Toch bleef hij werken in Iran, zij het met almaar minder speelruimte. Significant wapenfeitje van Panahi: hij smokkelde ooit een film het land uit in een cake.

Maar er doken ook altijd weer nieuwe grootheden op in Iran, zoals tweevoudig Oscarwinnaar Asghar Farhadi (de eerste twee ooit voor Iran, met A Separation en The Salesman), die nog behendiger bleek in het werken binnen het systeem. ‘Mijn filmstijl verschilt van die van Panahi’, zei hij daar eens over in gesprek met de Volkskrant. ‘Hij bekritiseert het systeem, ik bekritiseer de samenleving. Beide zijn nodig, in mijn opinie, maar het is aan de filmer tussen de twee te kiezen. Ik geloof dat ik middels mijn kritiek op de samenleving van meer invloed ben op het systeem.’

Vrijlating of hongerstaking

De hervormingsgezinde oud-cultuurminister en president Mohammad Khatami schonk kunstenaars vanaf de late jaren negentig iets meer vrijheid, dat hielp de Iraanse ‘new wave’ op gang. Maar onder de hem opvolgende presidenten nam de repressie weer toe, met als voorlopig dieptepunt het onverbiddelijke regime van de huidige president Ebrahim Raisi.

Panahi is nu weer vrij, uit zijn cel althans. De regisseur werd vastgezet toen hij vorige zomer informeerde naar de arrestatie van collega-regisseur Mohammad Rasoulof. En kampt nog altijd met een reisverbod, spreekverbod en werkverbod. Mogelijk werd Panahi vrijgelaten omdat hij aankondigde in hongerstaking te gaan, iets wat de voor het maken van ‘propaganda tegen de overheid’ veroordeelde regisseur ook al deed bij een eerdere detentie. Of omdat de protesten na de gewelddadige dood van de door de zedenpolitie gearresteerde Mahsa Amini ondertussen afdoende zijn neergeslagen; ayatollah Khamenei kondigde zondag de vrijlating of strafvermindering aan voor ‘tienduizenden gevangenen’.

‘Taxi Teheran’ (2015). Beeld
‘Taxi Teheran’ (2015).

Wellicht woog ook mee dat deze week de 42e editie van Fajr aanvangt, het door de staat gefinancierde filmfestival dat negatief in het nieuws kwam toen allerlei bekende regisseurs, onder wie de Waalse broers Dardenne, hun te vertonen films terugtrokken uit protest tegen de vervolging van Iraanse collega’s. En zag een schakeltje binnen het theocratische regime in dat het publicitair slim was om ’s lands beroemdste dissidente regisseur voor nu weer even de straat op te sturen.

Nu in de bioscoop

Panahi zal, op een of andere manier, wel weer een camera in de hand nemen. Net zoals hij deed voor het deze week in de Nederlandse bioscopen uitgebrachte No Bears, een film over een regisseur (Panahi) die ondanks alle verboden toch weer een film maakt. Uiterst knap geconstrueerd, met beperkte middelen. En deels gefilmd op afstand, videobellend naar de set met zijn laptop. De regisseur leverde in 2016 zijn soort van manifest met Where Are You Jafar Panahi? Een korte autofilm, gedraaid onderweg naar het graf van zijn dan pas overleden filmmentor Abbas Kiarostami, waarin Panahi onder meer ingaat op zijn detentie. ‘Waarom maak jij toch zulke films?’ vroeg de verhoorder. Waarop Panahi de man uitlegde dat hij, zolang het regime hem verbiedt op straat te filmen, enkel nog films kan maken over wat hem zelf overkomt. En dat hij die verhoorder uiteindelijk dus óók in een film zal stoppen.

Autoportieren dicht en gas geven: waarom er in Iran zo wonderlijk veel goede roadmovies worden gemaakt
Dat de roadmovie in Iran een klasse apart is geworden, is zo gek niet: in de auto hebben filmmakers er meer vrijheid dan daarbuiten. Welke zijn de beste?

Toch is ontsnappingskunstenaar Panahi zich bewust van de doodlopende weg die hij gedwongen insloeg. Het tragische No Bears voelt als een slotstuk, een zelfondervraging van de regisseur. Moet hij nog wel filmen? Brengt hij zijn omgeving zo niet in gevaar?

‘No Bears’ (2022). Beeld
‘No Bears’ (2022).

Amirhossein Rasael, een in Teheran gevestigde filmjournalist van het Iraanse Aftabnet magazine, bezocht vorige week het filmfestival van Rotterdam, waar nog enkele nieuwe Iraanse films werden gepresenteerd. Hij wijst op een nieuwe wet, die het filmmakers nog lastiger maakt: na de goedkeuring voor het script en de film moeten films voortaan ook nog een derde keuring ondergaan voor ze het land mogen verlaten. ‘Er worden minder scripts goedgekeurd en er wachten nog tientallen films op toestemming voor vertoning.’ De Iraanse cinema, hoezeer ook banden gelegd, vormde óók een vorm van zachte diplomatie voor het land. ‘Maar de nieuwe regering meent dat dit soort artistieke films het land niet juist vertegenwoordigen. Ze willen enkel nog films die helemaal in lijn zijn met hun ideologie.’

Het land uit smokkelen

Ook zijn de kosten van het filmen in Iran enorm opgelopen vanwege de inflatie, na het opzeggen van de nucleaire deal en heringevoerde sancties. Investeerders haken af. Zelfs Oscarwinnaar Farhadi zit klem. De Iraanse middenklasse, zijn oude achterban, klaagt dat de beroemde cineast zich onvoldoende heeft uitgesproken over de protesten. Filmjournalist Rasael: ‘Maar in de ogen van de staat heeft hij die protesten juist wél gesteund. Dus hij zal nu geen vergunning krijgen.’

Zo resteert straks enkel nog de ‘methode-Panahi’, voor vanuit Iran werkende regisseurs die hopen op wereldwijde vertoning. Clandestiene films, al of niet het land uitgesmokkeld in een cake. Terug naar de profetische Dreverhaven, in Karakter: ‘En dat ene tiende, dat kleine beetje asem knijp ik hem misschien ook nog uit.’

De Iraanse filmdiaspora

Als alle Iraniërs die buiten Iran leven terugkeren, zou het land in één klap veranderen, zei filmmaker in ballingschap Mohsen Makhmalbaf ooit. Ook buiten Iran worden uitstekende films gemaakt over Iran, door uitgeweken Iraanse filmmakers en filmmakers van Iraanse komaf. Zoals de animatiefilm Persepolis (2007) van Marjane Satrapi, de fraai gestileerde vampierhorror A Girl Walks Home Alone at Night van de in Amerika opgegroeide Ana Lily Amirpour, en de onconventionele seriemoordenaarsthriller Holy Spider (2022) van de in Denemarken wonende Iraniër Ali Abbasi.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden