Onalledaagse liefdesgeschiedenis ontroert
Spanje is met Griekenland kampioen werkloosheid in Europa. Cursussen volgen is ons ware beroep geworden, zegt David Trueba grappend in Ik heb hem nog niets verteld. Migratie lijkt geen optie, zo schertst hij ook. Een Spanjaard is zijn klimaat. Ergens anders aarden kan hij niet.
Architect Beto, 30, volgt geen cursussen en emigreert niet. Wel loopt hij met zijn ontwerpen buitenlandse congressen af, in de hoop eens in de prijzen te vallen. In München doet hij weer een poging, vergezeld door zijn vriendin Marta. Dan ontdekt hij dat zij en haar ex elkaar weer in de armen zijn gevallen. Marta gaat terug naar Spanje en Beto, knock-out, wordt opgevangen door Helga, de Duitse gastvrouw van het congres. Ze is ruim twee keer zo oud als hij, maar tot zijn verrassing ligt Beto luttele uren later toch met haar in bed.
Nog voordat hij het vliegtuig terug naar Spanje neemt, gooit hij Helga's telefoonnummer weg. Op een laag pitje tuft hij door. Maar op 31 december neemt hij het vliegtuig naar Mallorca, waar Helga Oud & Nieuw doorbrengt. Hun weerzien heeft niets gênants, maar ook niets geruststellends.
Trueba maakt er geen geheim van dat Beto's denken en doen in hoge mate worden gestuurd door zijn hormonen. Dat zijn affaire met Helga toch niet afglijdt naar het theater van de lach is te danken aan de onnadrukkelijke melancholie waarin de jonge Spanjaard en de veel oudere Duitse elkaar vinden. Daaraan is het te danken dat Ik heb hem nog niets verteld niet alleen een knappe, maar ook een ontroerende roman is geworden, al doet de drakerige titel van de vertaling anders vermoeden (het Spaanse origineel heet kort en krachtig Blitz). Mooi meegenomen is dat je deze onalledaagse liefdesgeschiedenis ook kunt lezen als een eurosceptische allegorie: hoe mooi ook, de relatie tussen het jonge Spanje en het oude Duitsland is geen al te lang leven beschoren.