Oltmans wint zaak tegen de staat en krijgt acht miljoen

Dat heeft een arbitragecommissie vrijdag in een bindende uitspraak bepaald. Na aftrek van de advocatenkosten, die in de loop der jaren flink zijn opgelopen, houdt Oltmans zeven miljoen gulden over. Als hij belasting daarover zou moeten betalen, komt die ook voor rekening van de staat.

Volgens de commissie staat het vast dat 'de loopbaan en het werkzame leven van Oltmans door de Staat ten onrechte ingrijpend zijn aangetast'. Een ruimhartige schadevergoeding is volgens de arbiters op zijn plaats omdat Oltmans' reputatie ernstig is beschadigd en de staat zijn rehabilitatie tientallen jaren is blijven tegenwerken. Daardoor heeft hij heel wat inkomsten misgelopen. Oltmans had de laatste jaren een bijstandsuitkering.

Met het vonnis is definitief een einde gekomen aan de rechtszaak die Oltmans in 1991 had aangespannen en waarin oud-ministers en prinses Margriet als getuigen zijn gehoord. De journalist is enkele malen geldbedragen geboden om van zijn eisen af te zien, maar wees die telkens van de hand. Het laatste en hoogste schikkingsvoorstel dateert van 1998: toen bood de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Hans van Mierlo de journalist 1,1 miljoen gulden.

Zijn opvolger Van Aartsen ging een jaar later alsnog akkoord met arbitrage in de rechtszaak. Als arbiters werden aangewezen D. Dolman (lid Raad van State en oud-voorzitter van de Tweede Kamer), P. Vinken (ex-bestuursvoorzitter Elsevier) en A. van der Want (PCM Uitgevers).

Opmerkelijk is dat het arbitrale vonnis niet is ondertekend door Dolman. Desgevraagd zegt hij dat hij het niet met de beslissing eens is. Verder commentaar geeft hij niet 'omdat dat de regel is'. Ondanks zijn afkeuring is de uitspraak van de commissie toch bindend omdat de andere twee arbiters wel tot een eensluidende conclusie kwamen.

Ministerie Van Aartsen van Buitenlandse Zaken zei in een reactie dat hij zich aan de uitspraak zal houden. Hij voegde daar evenwel aan toe dat de regering geen excuses aan Oltmans zal aanbieden.