Familiefilm

Nijntje

Stilzitten hoeft niet en meeschreeuwen mag: Nijntje de Film is de eerste film bedoeld voor de allerjongsten

Floortje Smit

Het ontzag duurde korter dan ik dacht. Voor ik het weet voelt mijn dochter van 2,5 jaar zich helemaal thuis in de overvolle foyer van Tuschinski. Ze rent tussen de benen door, beklimt de trap en wil elke deur door die ze tegenkomt. En goed, ze moet even haar angst overwinnen, maar dan geeft ze de man/vrouw in het enorme Nijntjepak - bedoeld om mee op de foto te gaan - een kus en een knuffel.

Nee, ikzelf dan. Ik blijk de première van Nijntje de Film veel spannender te vinden. Hoe houd ik mijn peuter in de gaten in deze invasie van kinderen in de foyer, in dit pandemonium van gehuil en gejoel? We zitten op het balkon - godbetert - hoe houd ik haar straks op haar plek? En wat als ze steeds door de film heen schreeuwt?

Maar er is iemand nog nerveuzer op dat moment: regisseur Hans Perk. Jarenlang werkte hij aan Nijntje en deze première is de eerste keer dat hij de film helemaal ziet met de doelgroep: kinderen van 2 tot 5 jaar. Natuurlijk, er is zorgvuldig onderzocht wat kinderen van deze leeftijd leuk vinden en waar ze op reageren. Nijntje blijft het simpel vormgegeven konijntje dat ze kennen; haar wereld bestaat uit primaire kleuren. Er komen dieren en liedjes in voor. De bewegingen zijn rustig, de dialoog simpel.

Maar dan nog. Peuters en kleuters zijn wispelturig volk. Ze kunnen zo maar meer onder de indruk zijn van de trap naar het balkon dan van het vrolijke liedje Op zoek naar de schat. Thuis zitten ze misschien zoet televisie te kijken, maar een bioscoop is toch een ander verhaal - al is het zaallicht gedimd en gaat het geluid bij de voorstellingen niet voluit.

'Vinden jullie het leuk?' vraagt Nijntje vanaf het doek. 'Ja!' roepen de kinderen en Perk kan rustig ademhalen. 'Het werkt. Dat kinderen op de stoelen gaan staan en meeroepen op de momenten dat jij dat had gehoopt, is heel speciaal.'

Nijntje de film is de eerste speelfilm die specifiek op de allerjongsten mikt. Het lijkt een zoveelste medium dat die doelgroep ontdekt - er waren al babyconcerten bijvoorbeeld, televisieprogramma's als Teletubbies, Tiktak en Bumba, theater voor 2-jarigen.

'Ouders vonden deze kinderen te jong om mee te nemen naar het huidige bioscoopaanbod', aldus uitvoerend producent Lisette Loman. 'Maar ze hadden wel behoefte aan zo'n middagje uit met hun allerkleinsten. En ook de bioscopen hadden er oren naar: het is een compleet nieuwe doelgroep voor wie je films kunt vertonen op tijden dat de bioscopen anders leeg zouden zijn.'

Volgens ontwikkelingspsycholoog Steven Pont is 2 jaar daarbij wel de ondergrens. 'Als je de ontwikkeling van het kind voorop stelt, adviseert de Amerikaanse vereniging van pedagogen om onder de 2 geen televisie te kijken. Er zijn twee mythes: dat je er slimmer van wordt en dat het helpt taal te verwerven. Dat is apenkool. Taal leer je door te praten met een levend mens, als je er een blik en lichaamstaal bij ziet.' En ja, televisie is inderdaad geestdodend, interactief is beter. 'Net als snoep en seks moet je het kanaliseren. Het is er nu eenmaal, je moet het niet demoniseren. Het kan juist een verrijking zijn, als je het met mate gebruikt.'

Is zeventig minuten dan niet wat lang? Of is het dan minder erg als de dreumes in kwestie, zoals bij deze film, er nog wat van opsteekt? 'Amusement is ook een waarde. Bij een bioscoopbezoek gaat het er ook om dat je iets bijzonders met je ouders doet. Het is een belevenis.'

Toch deed Perk er alles aan om de aandacht vast te houden. 'Aanvankelijk was het idee om halverwege een plaspauze in te lassen. Daar was ik tegen, want dan ben je ze kwijt en krijg je ze niet meer in de film.' En dan komt er na ongeveer veertig minuten onvermijdelijk een moment dat de aandacht verslapt, aldus Perk. 'Hoe je dat oplost? Ik heb geprobeerd de snelheid van de film niet te laten zakken. Nijntje en haar vriendjes komen op dat moment bovendien net bij een stel dansende apen - dat was een mooi toeval.'

Om

de kinderen bij de les te houden, laat hij Nijntje regelmatig vragen aan de zaal stellen - er doorheen praten, wordt dus juist gestimuleerd. 'We hebben op het geluidsspoor al kinderen het antwoord laten roepen. Als je daar alleen een stilte zou laten horen, gebeurt er niets. Pas als kinderen iemand 'ja' horen roepen, gillen ze mee. En dan was het nog niet makkelijk: als je de stemmen te zacht zet, hoor je het niet. Te hard, dan wordt het opgedrongen. Het is niet de bedoeling dat het publiek om zich heen gaat kijken waar al die roepende kindjes dan zijn.'

In Tuschinski gaat dat goed. Natuurlijk zijn er enkele kinderen die tikkertje spelen op het podium. Links van mij huilt een jongetje dat hij weg wil, rechts zit een meisje ademloos te kijken.

Mijn dochter heeft de oogjes aan het scherm gekleefd terwijl ze ongemerkt steeds harder in mijn nek knijpt en meewiegt bij de liedjes. Weg bravoure. Bij de aftiteling draait ze zich naar me toe. 'Nog een keer?'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden