Review
'Nieuw album Typhoon dreigt een klassieker te worden (*****)'
Op Lobi Da Basi (Surinaams voor Liefde is de baas) heeft Typhoon zelf alle regie in handen genomen en de rust en precisie waarmee het album in elkaar lijkt gezet, betaalt zich terug, schrijft Volkskrant-recensent Gijsbert Kamer.
De Zwolse rapper Typhoon heeft de tijd genomen voor zijn tweede echte solo-album. Na het sterke, succesvolle debuut Tussen Licht en Lucht (2007) was hij veel actief met de New Cool Collective en het hiphopcollectief Fakkelteitgroep. Op Lobi Da Basi (Surinaams voor Liefde is de baas) heeft hij zelf alle regie in handen genomen en de rust en precisie waarmee het album in elkaar lijkt gezet, betaalt zich terug.
Lobi Da Basi is in alle opzichten geslaagd. Om te beginnen muzikaal. Dit is geen hiphopplaat die met wat beats en samples in elkaar is gezet, nee het is een knap gearrangeerd popalbum. Typhoon zingt bijna meer dan hij rapt, de begeleiding is steeds prachtig. Van de gospelkoortjes in We Zijn Er en Yswater, de jazzy toetsenpartijen en de 'easy listening' zijn het de details die bij elke beluistering meer verbazen.
Samen met producers A.R.T. en Dries Bijlsma heeft Typhoon zijn oor te luisteren gelegd bij sixties pop, folk uit Appalachen en Caribische dansmuziek. Heerlijk gitaartje in prijsnummer Yswater ('Het is te koud om te zwemmen.')
'Laat me niet terugkijken, ik begin pas', rapt hij in het autobiografische Glenn 1984. In dit nummer refereert de bijna 30-jarige Glenn de Randamie (de persoon achter de artiestennaam Typhoon) aan het baanbrekende hiphop-album Binnenlandse Funk (1998) van Extince.
Het album Lobi Da Basi, dat vol staat met sterke zinnetjes ('als de hemel valt, zullen we hem samen moeten dragen') en in elk nummer een eigen muzikale sfeer neerzet, dreigt net zo'n klassieker te gaan worden als Binnenlandse Funk. Verbluffend in muzikale rijkdom, tekstueel sterk, en altijd even toegankelijk als meeslepend.
Beluister het album hieronder op Spotify