Review
Niets is nieuw in 'nieuw' Liander-gebouw
Hoe geef je een verouderd kluitje kantoren een tweede leven zónder materiaal te verspillen? Simpel: circulair bouwen. Hallo toiletpotten uit 1985!
De term duurzaam valt geen enkele keer als architect Thomas Rau spreekt over het kantoor dat hij verbouwde voor het energienetbeheerder Alliander in Duiven (nabij Arnhem). En dat is een verademing. Duurzaam is een van meest misbruikte begrippen in de bouwsector, meestal het schaamlapje om toch nieuwe kantoren te bouwen, terwijl er al acht miljoen vierkante meter kantoorruimte onduurzaam en reddeloos leegstaat.
Maar 'Duiven' is geen doorsnee kantoorproject en Rau (Duitsland, 1961) is geen gewone architect. Hier is de oudbouw niet afgedankt, maar overhuifd door een golvend dak. Daardoor beleeft het kantoorcomplex - een verzameling losse, kansloze jarentachtiggebouwen - een wonderlijke wedergeboorte. Niet duurzaamheid maar het begrip 'circulair bouwen' wordt op bijna religieuze wijze gevierd; van de oudbouw is 80 procent hergebruikt.
Niets-is-nieuwprincipe
Circulair bouwen betekent niet alleen het opnieuw benutten van de bestaande constructie. Ook de toegevoegde materialen, zoals de betontegels, meubels en het isolatiemateriaal, zijn gerecycled. Dat niets-is-nieuwprincipe is op deze locatie behoorlijk monomaan doorgevoerd. De toiletpotten zijn vintage 1985 beige en de afgedankte werkkloffies van de Alliander-monteurs zijn verpulverd en geperst tot isolatiemateriaal.
Het ziet er ook nog eens prima uit in Duiven. Niet spectaculair, maar prima. Dankzij het golvend dak is er een groot nieuw atrium gecreëerd dat een identiteit geeft die de plek voorheen ontbeerde. De atriumgevel is van glas, waardoor er een parcours van lichte binnenstraten en -pleinen is ontstaan rondom de oude kantoren. De oudbouw zelf is herbekleed met stroken afvalhout die van de verbrandingsovens zijn gered en met verticale groene tuinen.
Modern kantoorleven
Dat hout en het groen geeft een warm contragewicht ten opzichte van het harde glas in de gevel en het beton op de grond. Rau creëerde met zijn dak 6.500 vierkante meter nieuw en aangenaam interieur voor Alliander. Het atrium is vooral een verkeers- en ontmoetingsruimte, maar er zijn tal van flexplekken in de koffiehoekjes opgenomen. In totaal is de arbeidscapaciteit van de locatie opgeschaald van 600 naar 1.550 medewerkers. Allemaal vormgegeven volgens het Nieuwe Werken. Niemand meer een eigen bureau. Daar is geen ontsnappen aan in het moderne kantoorleven, ook niet als het circulair is.
Thomas Rau is zeker niet de enige architect die volledig hergebruik van materialen nastreeft. Villa Welpeloo (2012 Architects, inmiddels omgedoopt tot Superuse Studios) in Enschede bijvoorbeeld, kreeg vier jaar terug al een gevel van kabelhaspels. Rau is wel de architect die het hergebruikverhaal heel eloquent kan vertellen. In een volledig aan hem gewijde Tegenlicht-aflevering van de VPRO legde hij onlangs uit hoe de aarde een gesloten systeem is, waar geen materiaal bijkomt. Er verdwijnt alleen maar spul, bijvoorbeeld als wij vuil verbranden in onze afvalovens - die Rau grondstoffencrematoria noemt.
Van vastgoed, naar losgoed
Elk materiaal in Duiven heeft een 'paspoort' gekregen. Dat wil zeggen, het is uitgebreid beschreven in een dik boek, om te zorgen dat dit gebouw straks in stukjes uit elkaar kan worden gehaald en opnieuw een toepassing krijgt, als de huidige functie ten einde is. Een grondstoffendepot, noemt Rau het gebouw.
Het circulair denken wordt volledig omarmd door een energiebedrijf als Alliander, dat net als de Eneco's en Essents op deze wereld graag een groen imago wil. Rau is voor hen de juiste voorganger om het verhaal van de wedervleeswording van het materiaal uit te dragen. 'We moeten overstappen van vastgoed, naar losgoed', is een uitspraak van de architect. 'Ook een gebouw moet volledig te demonteren zijn.'
Van eigendom naar eigenslim
Een van de stokpaardjes van architect Thomas Rau is dat eigendom in zijn huidige vorm motor van verspilling is. 'Eigendom moet eigenslim worden', zei hij tegen de VPRO's Tegenlicht vorig jaar. Nu heeft een fabrikant die een wasmachine verkoopt, er geen belang bij dat zijn product lang meegaat. Hij verdient er juist aan als er na een aantal jaar een nieuwe moet komen omdat de oude kapot is.
Dat is mogelijk door bijvoorbeeld de lichtinstallatie van een kantoorpand niet aan te kopen, maar de lampen eigendom te laten van Philips. De fabrikant levert licht en is ook verantwoordelijk voor de hoogte van de energierekening. 'Dat stimuleert Philips om de led-armaturen zo te produceren dat ze lang meegaan en dat onderdelen reparabel zijn, in plaats van alles dat stuk gaat te vervangen.'
Het probleem voor de kantoormarkt is dat dit circulair concept alleen werkt als opdrachtgever en bouwer zich voor langere tijd aan elkaar verplichten. Normaal zijn alle kosten en problemen na oplevering van een kantoor voor de eigenaar, die zijn gebouw binnen tien jaar moet terug verdienen. Maar bij Alliander zijn architect en de bouwer VolkerWessels Vastgoed vijftien jaar verantwoordelijk voor het beheer van het gebouw, waardoor ze ook financieel beter af zijn als het gebouw met duurdere oplossingen een stuk langer mee gaat.
Iets meer geduld met die kantoorarchitectuur, het kan lonen.
Kantoor en werkplaats Alliander, vestiging Duiven, atrium en reconstructie oudbouw, 25duizend vierkante meter met 1.550werkplekken. Architect: Rau. Ontwikkelaar: VolkerWessels Vastgoed.
VPRO Tegenlicht: Architect Thomas Rau
Ontvang elke dag de Volkskrant Avond Nieuwsbrief in uw mailbox, met het nieuws van vandaag, tv-tips voor vanavond, en alvast zes artikelen uit de krant van morgen. Schrijf u hier in.