BoekenKort
Nico Keuning bedwingt de Ventoux, en de literatuur is nooit ver weg
Eenmaal de Ventoux bedwingen, dat is de ultieme droom van veel vrijetijdswielrenners. Ook van Nico Keuning, die tussen het schrijven van vijf biografieën door – onder meer over Bob den Uyl en Willem Brakman – ook tijd vond voor fietstochten. Zijn stukken daarover zijn nu gebundeld in Het geheim van de Ventoux. De Kale Berg geeft zich niet makkelijk gewonnen, maar Keuning bestijgt hem tweemaal, samen met zijn zoon, die groeide van knecht naar onbetwiste kopman.
De literatuur is nooit ver weg op de tochten van de biograaf. In de Ardennen vindt hij het huis van Lodewijk van Deyssel, in Groningen het café waar Bob den Uyl een pannekoek at, in Noord-Holland een camping met de onovertroffen naam De Paardenhemel, waar kleine Karel en Gerard van het Reve kampeerden. In de Drôme meldt de dichter Petrarca zich, die daar heeft gewoond. De uitputting maakt een dichter van de renner. Er vliegt een lichtblauwe vlinder langs: ‘Pas als ze voorbij is, weet ik wie zij is: Laura.’
Nico Keuning: Het geheim van de Ventoux – Literaire dwaalwegen van een wielrenner. Walburg Pers; € 19,99.