InterviewVertaler Floris Overduin

Nepnieuws in de eerste eeuw na Christus: niet de Grieken, maar de Trojanen wonnen de oorlog

De Trojaanse oorlog werd niet gewonnen door de Grieken, maar door de Trojanen. Dat beweerde de grote redenaar Dio van Prusa in de eerste eeuw na Christus. Vertaler Floris Overduin over dit sterke staaltje nepnieuws.

Abel Bormans
null Beeld Bob Mollema
Beeld Bob Mollema

‘Ik weet het wel, het is moeilijk om de mensen (...) iets te leren, maar ze voor de gek houden, dat is makkelijk.’ Met die woorden begon de gerenommeerde redenaar Dio van Prusa in de eerste eeuw na Christus een uitvoerige toespraak. Daarin betichtte hij de grote Griekse dichter Homerus van leugens – met speels gemak zou hij het volk hebben misleid. Of verwees Dio stiekem naar zichzelf en was hij nu degene die de mensen voor de gek zou houden?

Alternatieve theorieën en nepnieuws zijn niet uitsluitend voorbehouden aan de moderne tijd: ze kwamen ook al voor in het Romeinse Rijk. Volgens Dio had Homerus met zijn beroemde verhalen over de Trojaanse oorlog de geschiedenis vervalst. Niet de Grieken zouden namelijk die oorlog gewonnen hebben, maar de Trojanen. Een – zacht gezegd – opmerkelijke stellingname. Alsof een gerespecteerde bekende Nederlander nu in een uitvoerige speech op het Malieveld zou beweren dat de Spanjaarden de Tachtigjarige Oorlog hadden gewonnen.

Dio’s redevoering Troje is nooit veroverd! is onlangs vertaald door Floris Overduin (46), universitair docent Grieks aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Dio ontkende de belangrijkste gebeurtenissen uit de gezaghebbende Ilias en Odyssee. Homerus schreef die boeken, die gaan over de Trojaanse oorlogen en de naweeën daarvan, omstreeks 800 voor Christus. Ze hadden honderden jaren later nog altijd een grote invloed op de cultuur- en religiebeleving in het Romeinse Rijk. Tijdgenoten van Dio baseerden hun beeld van Jupiter (de oppergod) of Mars (de god van de oorlog), die met hun ingrepen een belangrijke rol speelden bij het verloop van de Trojaanse oorlog, grotendeels op het werk van Homerus.

‘De Oudheid wordt vaak gezien als een unieke periode van hoogstaande, schone kunsten’, zegt Overduin. ‘Nog steeds lezen mensen graag Homerus, Plato of Ovidius. Maar er zijn ook interessante auteurs, zoals Dio, die in esthetisch en moreel opzicht minder hoogdravend zijn. En teksten schreven die voor ons zowel leerzaam als komisch zijn.’

Overduin heeft een bescheiden kantoortje op de vijfde verdieping van het Erasmusgebouw. De muren zijn van ruwe, grijze grindbetonstenen. Op tafel ligt in kleine groene boekjes het verzamelde werk van Dio van Prusa.

Wie was Dio van Prusa?

‘Hij was een van de grootste en populairste redenaars van de eerste eeuw na Christus. Honderden jaren later werd nog steeds over hem gesproken. Zijn bijnaam was Guldenmond (‘Chrysostomus’). Mensen die zo goed konden spreken als hij kwamen in het Romeinse Rijk vaak in de hoogste kringen rondom de keizer terecht. Dio gold als vertrouweling van keizer Trajanus. Hij dacht na over thema’s die nog steeds actueel zijn: immigratie, identiteit, ongelijkheid en de manier waarop de geschiedenis wordt verteld.

‘De redevoering Troje is nooit veroverd! hield hij in Ilium, het Trojaanse gebied dat toen al zeer geruime tijd in handen was van de Romeinen. Je zou de bewoners van dat gebied kunnen omschrijven als Romeinse Trojanen. Tegen hen zei Dio: waarom laten jullie je door Grieken als Homerus aanpraten dat jullie de oorlog hebben verloren?

‘Dat raakt aan ideeën die nu ook spelen in het postkoloniale denken. Wat is onze geschiedenis en door wie is die geschreven? Er zitten serieuze elementen in de redevoering, al moet deze in eerste instantie vooral als literair spel worden opgevat. Dio is typisch een redenaar die een standpunt uitmelkt, kijkt hoe het valt – en de volgende dag het tegenovergestelde beweert.’

Wat waren de belangrijkste elementen uit Homerus’ verhaal over de Trojaanse oorlog die Dio binnenstebuiten keerde?

‘Dat zijn er nogal wat. In het verhaal van Homerus begint de Trojaanse oorlog doordat Helena, de vrouw van de Griek Menelaüs, door de Trojaanse prins Paris wordt geschaakt. Onzin, zegt Dio, er was simpelweg sprake van een gearrangeerd huwelijk. Volgens Homerus zijn de Grieken daarna zo boos dat ze een grootschalige tien jaar durende oorlog met de Trojanen voeren. Maar volgens Dio was het niet meer dan een kortstondig guerilla-oorlogje. Belangrijk moment in de Ilias: de Griekse held Achilles doodt de voornaamste krijger van de Trojanen, prins Hector. In Dio’s alternatieve theorie wordt Achilles juist door Hector verslagen.

‘Dan het cruciale aspect: volgens Homerus winnen de Grieken uiteindelijk doordat ze een list verzinnen. Ze doen alsof ze zijn vertrokken en laten een groot houten paard achter, zogenaamd als geschenk voor de godin Pallas Athena: het paard van Troje. Daarin zitten heimelijk Griekse soldaten verstopt die, eenmaal binnen de Trojaanse stadsmuren, de stad innemen en platbranden.

‘Allemaal niet gebeurd, zegt Dio. Volgens hem schonken de Grieken het paard als zoenoffer, als keurige herstelbetaling vanwege alle aangerichte schade aan Trojaanse zijde. De Grieken namen volgens hem dus hun verlies.’

Waarom zou Homerus gelogen hebben, volgens Dio?

‘Homerus was een Griek en wilde hiermee de Grieken een plezier doen, zegt hij. Daarnaast volgde Dio een oude traditie die stelde dat Homerus een arme bedelaar was die voor zijn levensonderhoud afhankelijk was van het vleien van zijn Griekse toehoorders. Uit minachting voor allen die zijn verhaal zo gemakkelijk geloofden, zou hij toen de geschiedenis grondig hebben verdraaid.’

null Beeld Bob Molllema
Beeld Bob Molllema

Welke winst viel er voor Dio te behalen door het verhaal over de Trojaanse oorlog op zijn kop te zetten?

‘Het is een soort meesterstuk. Dat de Grieken de Trojaanse oorlog wonnen, was voor Romeinen zo vanzelfsprekend als maar kan zijn. Dat had Homerus immers briljant opgeschreven. Het was het verhaal der verhalen. Om dat radicaal onderuit te halen, moet je wel lef hebben en weten hoe je argumenten aandraagt. Dio laat hiermee zien wat hij op het retorische vlak in huis heeft en dat hij Homerus zó goed kent dat hij gaten in diens betoog kan schieten. Daarmee toont hij impliciet ook zijn bewondering voor Homerus.’

Zullen de toehoorders hem geloofd hebben?

‘Dat denk ik niet. Mensen waren gewend aan redevoeringen waarin gekke dingen werden beweerd. Er is een beroemde redevoering over keizer Nero (die in de overleveringen naar voren komt als krankzinnige tiran, red.) waarin wordt gesteld dat hij de beste heerser is die ze óóit hebben gehad.

‘Over Penelope, de kuise vrouw die twintig jaar lang wachtte op de terugkeer van haar man Odysseus, werd in een redevoering gezegd dat zij eigenlijk een sloerie was. Er waren ook lofzangen op de dood, op kiezelstenen zelfs. De antieke redenaars vonden het onderhoudend om alternatieve scenario’s te bedenken. In die sfeer moet je deze redevoering ook zien.’

Herkende u tijdens het vertalen van dit werk ook bepaalde retorische trucs die tegenwoordig worden gebruikt om alternatieve theorieën te verspreiden?

‘Je kunt zien welke parameters er spelen wanneer je met een alternatieve theorie komt en iemand van leugens beschuldigt, zoals Dio met Homerus doet: geen wederhoor, geen dialoog. Homerus was al eeuwen dood en kon zich dus niet verdedigen. Dio’s redevoering is lang en meeslepend en laat geen ruimte voor tussentijdse evaluatie bij de toehoorder. Dan zie je dat je zelfs iets onomstotelijks onderuit kan halen als de – mythische – waarheid dat de Grieken Troje hebben verslagen.

‘Dat past bij moderne vertolkers van alternatieve theorieën: vaak willen die mensen niet in dialoog, want dan vallen ze meteen door de mand, maar zijn ze wel fanatiek in het eenzijdig sturen van hun visie en projecteren die op het publiek.

‘De tegenpartij moet wel zorgen dat hij goed beslagen ten ijs komt om enige geloofwaardigheid te creëren: Dio kent Homerus op zijn duimpje en dat is ook zijn kracht. Ook dat zie je bij de verspreiders van alternatieve theorieën: soms roepen ze maar wat, maar het wordt gevaarlijk als ze veel details kunnen aandragen om hun stellingen als feiten te presenteren.

‘Dio pronkt met zijn culturele bagage en haalt vermeende autoriteiten aan die zijn verhaal moeten ondersteunen. Dat zie je ook bij Thierry Baudet. Af en toe citeert die een filosoof of begint hij een toespraak in het Latijn. Het lijkt dan alsof hij van goeden huize komt en het is lastiger om na te gaan waar en op welke punten zijn verhaal de mist ingaat.’

Dio Chrysostomus: Troje is nooit veroverd! Uit het oud-Grieks vertaald door Floris Overduin. Uitgeverij Damon; 152 pagina’s; € 18,90.

Stoïcijns

Dio van Prusa is een tijdlang verbannen geweest uit Rome omdat hij sympathie zou hebben gekoesterd voor een staatsgreep tegen keizer Domitianus. Dat lot onderging hij overigens gelaten. Hij was beïnvloed door de cynische en stoïcijnse filosofie. ‘Hij zal gedacht hebben: dit overkomt mij nou eenmaal’, zegt Overduin daarover.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden