interview
Neopunker Abel van Gijlswijk is de stem van een nieuwe protestgeneratie, maar heeft ook niet alle antwoorden
Hang Youth-zanger Abel van Gijlswijk gaat na de festival- zomer het theater in. ‘De stem van een nieuwe protestgeneratie’ genoemd worden bevalt hem maar matig. Zijn hele boodschap is juist: alsjeblieft, denk zelf na. ‘Die vibe van ‘hij gaat het doen, hier is-ie’, daar word ik kankernaar van.’
Opgetogen deelt Abel van Gijlswijk (31) wat hij in gedachten heeft als het begin van de theatervoorstelling waarmee hij na de zomer op tournee gaat. Hij heeft nog geen idee of het productiegewijs mogelijk is, maar als je het hem nu vraagt, komt hij tegen die tijd naakt vanuit het plafond het podium op gevallen, roept ‘Kanker!’, krabbelt overeind en begint een verhandeling over zijn favoriete krachtterm.
Hij leest een stukje voor vanaf zijn laptopscherm: ‘Je moet toegeven: de combinatie van klanken is ongeëvenaard. Hoe die twee ‘k’s’ via een bruggetje van ‘an’ kankerhard uitklappen op de ‘r’ is echt té sick. Zo hard, bijna fysiek hard. Puur afgaand op de klank zou het woord bijna niets anders kunnen betekenen dan de meest afgrijselijke ziekte die een mens zich kan voorstellen. Maar toch is het woord niet de ziekte, zoals de kaart niet het gebied is. Anders dan bij andere verschrikkelijke woorden, ik noem een n-woord, is het woord kanker niet bedacht om te kwetsen of te kleineren. Het is bedacht om een ziekte aan te duiden, van die medische shit. Een ziekte die allesbehalve discrimineert trouwens; kanker haat alle mensen evenveel en is daarmee iets wat ons juist bindt als mensheid.’
Mensen die vinden dat je niet met kanker mag schelden omdat ze iemand hebben verloren aan de ziekte, vergeten volgens hem dat kanker niemand spaart, en dat zijn relatie met de ziekte daarom onmogelijk zwaarder of lichter kan zijn – ook hij is zijn vader aan kanker kwijtgeraakt. ‘Voor mij is het woord kanker gebruiken een manier om controle terug te nemen, om de macht van de ziekte – en in het verlengde daarvan de dood – over mij te minimaliseren.’
Het belooft een voorstelling te worden die verder vooral in het teken staat van een ander k-woord dat Van Gijlswijk voor in de mond heeft liggen, en waarmee hij als voorman van de populaire punkband Hang Youth een oeuvre aan het opbouwen is: kapitalisme en alle ongenoegens die daaruit voortkomen en de zoektocht naar een alternatief.
Hij richtte Hang Youth al in 2015 op, met jeugdvrienden Kaj Bos, Nout Kooij en Ben Kraak. Maar pas twee jaar geleden raakte de groep echt op stoom met serieuze maar ook humoristische, maatschappijkritische nummers die zelden langer dan een minuut duren. Ze hebben hoofdlettertitels als DE MODEINDUSTRIE KAN DE KLERE KRIJGEN, VROUWEN VERDIENEN OOK EEN KANS OM CORRUPTE LEIDERS TE ZIJN, SHELL IS EEN PRIMA BEDRIJF (ALS IK DE WEBSITE MAG GELOVEN), LEG DE ZUIDAS IN DE AS en IK GEEF EEN NIER VOOR GEEN RUTTE VIER.
NRC bracht vorig jaar een vijfsterrenrecensie van een optreden in Paradiso, op de dag dat de najaarslockdown begon. ‘Hang Youth heeft geen boodschap, Hang Youth ís een boodschap. Van hun teksten tot de manier van optreden en hun gedrag op sociale media, alles staat in dienst van verzet.’
Vorige zomer konden door corona alleen optredens doorgaan tijdens een wegblokkade op de Zuidas in Amsterdam door Extinction Rebellion en bij het Woonprotest in het Amsterdamse Westerpark. Nu gebeurt het wél allemaal: de band speelt op festivals als Pinkpop, Down The Rabbit Hole en Lowlands en in de grote en kleinere popzalen, waar hun overwegend jonge fans eindelijk ‘Je komt erachter wat vrijheid is, in de armen van een fascist’ kunnen meezingen, en om te beginnen altijd de eerste regel van het nummer Belastingdienst: ‘Ik snap wel dat het bestaat, maar het is gewoon kankerkrom geregeld’.
‘De belangrijkste band van Nederland-tour’ voor 2023 is al aangekondigd. Maar eerst is er dus nog Abel van Gijlswijks theatershow, die de naam AABZ ’22 Tour: Rebranding Anarchisme heeft gekregen en aan de man wordt gebracht met een uitspraak van Henny Vrienten over hem in het VPRO-programma On Stage: ‘Abel heeft iets wat wij allemaal zo’n beetje zijn kwijtgeraakt: vechtlust en een wakkere kijk op de samenleving.’ Nog één citaat dan, van Pepijn Lanen van De Jeugd van Tegenwoordig, met wie Van Gijlswijk hiphoplabel Burning Fik runt: ‘Punker dan dit krijg je het niet in die stoffige hut van je.’ De première van het theaterprogramma is in oktober in De Kleine Komedie, Amsterdam.
Het is begin maart als Van Gijlswijk over zijn plannen vertelt. De afgelopen dagen heeft hij aan een script gewerkt met regisseur Jan Hulst, die onder andere samen met schrijver en acteur Jim Deddes de absurdistische serie Joardy Season maakt. Ze hebben al besloten dat de show niet langer dan een uur gaat duren, een lengte die aanvoelt als het theaterequivalent van een Hang Youth-nummer. Van Gijlswijk: ‘Het moet gewoon in een uur kunnen. Don’t bore us, get to the chorus. Schrappen is leuk. Ik ben er goed in, in ieder geval. De keerzijde is soms wel dat er niks overblijft.’
Er is deze ochtend ook een cameraploeg van het tv-programma VPRO Tegenlicht aanwezig. Die maakt opnamen voor een aflevering die geheel in het teken staat van wat regisseur Kees Brouwer ‘het betoog van Abel’ noemt: zijn verhaal over kapitalisme als een onbewuste ideologie die alleen bestaat bij de gratie van ons geloof erin, een geloof waaraan we ons nauwelijks kunnen onttrekken, en wat Hang Youth daar als ‘stem van een generatie’ en ‘harmonie van de protestbeweging’ over te melden heeft.
Op tafel in theater Het Zonnehuis in Amsterdam liggen peuken, een bakje blauwe bessen, lange vloei en een stapel boeken. Bovenop The Hero with a Thousand Faces van mytholoog Joseph Campbell, daaronder Aldus sprak Zarathoestra van Friedrich Nietzsche. Jan Hulst: ‘We hebben nog even gespeeld met de gedachte om de show Aldus sprak Abel van Gijlswijk te noemen. Want dat is nu een beetje het idee: Abel die de mensen komt uitleggen hoe het zit, in de hoedanigheid van een goeroe die geen goeroe wil zijn. De hele boodschap van Abel is: alsjeblieft, denk zelf na. De ironie is dat mensen dat kennelijk van hem moeten horen.’
Van Gijlswijk: ‘Want wat er dus gebeurt wanneer je je politiek uitspreekt, is dat veel mensen jou over van alles gaan raadplegen. Die mensen verwachten dat je overal een antwoord op hebt. Ik krijg op Instagram berichten met alleen de tekst: ‘Mening over situatie in Oekraïne?’ Maar echt de hele fucking tijd, over letterlijk álles. Van persoonlijke dingen tot een of ander bedrijf dat iets verkeerd heeft gedaan, of ik dat kan helpen oplossen. En verzoeken of ik me wil uitspreken voor – ik noem maar even iets – transrechten in West-Papoea.’
Het was niet Van Gijlswijk zelf die op het idee kwam om een theatervariant van die dynamiek te maken, producent Thomas Bruining benaderde hem. Van Gijlswijk: ‘Aanvankelijk dacht ik: hell no, ik heb daar echt niks te zoeken, ik haat het theater. Theater is gewoon zo’n dóós, weet je wel.’ Zet een stemmetje op: ‘Ga maar lekker zitten, kijk maar lekker naar het kunstje dat wordt opgevoerd, drink nog een wijntje met alle andere witte mensen, en dan weer optiefen.’
Daarna: ‘Het enge aan die gesubsidieerde theaters, en ook poppodia, vind ik dat het de plekken zijn waar cultuur moet plaatsvinden. Zo van: tussen deze vier muren is cultuur en mag alles, hier kunnen we lekker gek doen, en daarbuiten doen we normaal. Maar eigenlijk krijgt de betekenis van kunst daar pas vorm. De ideeën moeten zich een weg naar buiten banen.’
Hij heeft zich al voorgenomen dat hij geen slotapplaus gaat afwachten. ‘Er moet zoveel gezegd zijn en zoveel geprikkeld zijn, dat je onmogelijk de zaal kunt verlaten terwijl je op je telefoon alweer de Uber naar huis aan het regelen bent.’
‘Idealer denkt het publiek na afloop: fuck alle systemen. Of in ieder geval: goh, is dat waar wat hij zei? Ze kunnen ook tot een andere conclusie komen: nee, kapitalisme is top. Ook goed. Zolang je kapitalisme maar niet klakkeloos accepteert zonder dat je er ooit over hebt nagedacht.’ Begint hard te lachen: ‘Nou, en dan is het dus de bedoeling dat je met pijn in je hart tóch een T-shirt koopt bij de merchandisetafel.’
Drie maanden later zegt Van Gijlswijk op een terras in Amsterdam dat hij niet heeft gekeken naar de Tegenlicht-aflevering over hem, die in april is uitgezonden op NPO 2. ‘Ik kon het goed vinden met Kees, de regisseur, en ik begreep zijn bedoeling. Maar ik vind het ongemakkelijk als er een symbool van me wordt gemaakt. Het idee dat ik word gepresenteerd als ‘de stem van een generatie’, die vibe van ‘hij gaat het doen, hier is-ie’, daar word ik kankernaar van.
‘Sommige mensen willen dat graag horen denk ik: gelukkig, deze gast gaat het doen, dan hoef ik het niet meer te doen. Ik vind dat gemakzuchtig. Weet je hoeveel andere mensen op het moment ‘fuck this’ roepen? Het hele fucking punt is juist dat ik denk dat we moeten stoppen met sommige mensen bijzonderder maken dan andere mensen.
‘Je moet niet vergeten dat ik een ijdel mens ben dat het ook fijn vindt waardering te ontvangen, want dat zijn op een of andere manier al die vragen die ik op Instagram krijg natuurlijk ook. Maar ik vind het een eng idee dat mensen maar al te graag stoppen met zelf nadenken en een oplossing van alle problemen van mij verwachten.’
Maar is dat echt zo? Een mening kan ook aanzetten tot verder denken, toch?
‘Ja, je hebt waarschijnlijk wel gelijk. Ik heb over de meeste dingen geen flauw idee, dat is het gewoon. Ik kan me een algemene voorstelling maken van de stikstofproblematiek, als ik er even induik, maar dat is het. Hang Youth heeft een nummer Niks tofs aan stikstof. Laatst deelde onze drummer iets wat hij had gelezen over stikstof, en bleek het alweer veel complexer in elkaar te zitten dan ik veronderstelde. Ik begreep dat stikstof niet alleen maar slecht is. Dan denk ik dus: kanker, nu loop ik al maandenlang ‘Niks tofs aan stikstof’ te schreeuwen.’
Van Gijlswijk is nogal hoorbaar geboren en getogen in Amsterdam. Zijn vader deed ‘iets wiskundigs’ bij een bank, zijn moeder werkte op de afdeling administratie van de middelbare school waar hij naartoe ging en waar hij een grondige hekel aan had. ‘Ik vond het leuk dat er andere kinderen waren, maar het onderwijs zelf haatte ik. Het idee dat je de hele tijd wordt getest. Ik voel nu nog mijn weerstand van op mijn kamer zitten met zo’n boek als ik weer iets oninteressants uit mijn hoofd moest leren.’
Hij werkte als redacteur bij Noisey, de muziektak van Vice. Zijn opleiding grafisch ontwerpen aan de kunstacademie in Zwolle maakte hij niet af. Zo veralgemeniseert hij de fase na de middelbare school: ‘Eerst ga je heel lang blowen en een beetje rellen, met je matties op boevenpad, hangen in de stad. Als tiener ben je boos, daarna word je onverschillig, en daarna word je betrokken – ik in ieder geval wel.
‘Het rellen is op een gegeven moment wel een beetje klaar, en dan denk je: oké, dit is het blijkbaar, zo werkt het leven, het is een beetje kut, maar ik heb er vrede mee en alles wat ik er kut aan vind, ga ik er dan in het weekend wel uitdrinken.
‘Zo onverschillig leven veel mensen hun leven, ben ik bang. Maar dat hele ‘zo werkt het nu eenmaal’ weigerde ik te geloven. Dat kán gewoon niet, dat is gewoon gelul.’ Het inzicht dat hij vervolgens opdeed, gegoten in een Hang Youth-titel: Je haat geen maandag, je haat kapitalisme.
Sindsdien zoekt hij naar woorden om op een begrijpelijke manier aan anderen uit te leggen hoe het kwartje voor hem viel, wat daarvoor nodig was. ‘Ik lees er veel over, maar academisch gelul is niet voor iedereen weggelegd. Er is niet één magisch woord waarmee ik dat kan overbrengen, maar ik geloof wel dat het zin heeft om te zoeken naar een manier om het te delen.’ Grijnst: ‘En om af en toe de manier waarop Volkskrant Magazine over mode schrijft af te zeiken op Instagram.’
Er zijn nu heel veel mensen die ‘doe je eigen onderzoek’, ‘ik stel alleen maar vragen’ en ‘denk zelf na’ roepen.
‘Ik ben koppig en ook een tikkeltje arrogant, dus ik heb al snel het idee: jij hebt er een boek over geschreven, en dan? Daarmee gaan de wappies de fout in. Die denken: jij hebt ervoor gestudeerd, maar ik heb Google, fuck you, ik heb net zoveel gelijk als jij. Zo zat ik er zelf ook een hele tijd in.
‘Het kost moeite om je echt in dingen te verdiepen, en er hangt een elitaire zweem omheen. Het is makkelijker om te geloven dat je het zelf ook wel kunt uitvinden en dat iemand anders zich beter waant dan jij. Maar wetenschappers zijn niet beter dan jij, ze hebben gewoon meer tijd aan dit onderwerp gespendeerd, dus misschien is het interessant om die kennis serieus te nemen.
‘Als jouw belangrijke punt over een of ander virus gaat, dan moet je daar wel eerst heel veel shit van afweten voordat je er echt iets over kunt zeggen. Ik zou daar nooit iets over durven zeggen.’
Maar intussen dus wel over kapitalisme.
‘Kapitalisme gaat eigenlijk over iets waar ik als creatief persoon veel van afweet. Het gaat in de basis over verhalen die we elkaar vertellen om de realiteit behapbaar te maken. Het is een bouwsel van afspraken over de wereld om ons heen waarmee we producten en dingen laden met betekenissen die ze van zichzelf niet hebben.
‘Jezelf daarin verdiepen is volgens mij een traject dat nooit stopt en steeds om vernieuwing vraagt. Daarom vind ik het naar als andere mensen mijn mening belangrijk vinden. Ik weet het ook niet, maar we zijn het aan het ontdekken, toch, met z’n allen? Wij moeten dat doen. Het is een fascistische gedachte om te hopen dat er iemand is die het antwoord heeft.
‘Je ziet nu op Instagram ook allemaal van die gasten met een messiascomplex die een slaatje slaan uit diezelfde dynamiek. Iemand die een keer een mazzeltje heeft gehad op de beurs is meteen een beleggingsgoeroe, iemand die heeft geleerd hoe je rustig kunt worden door ademen wordt ademhalingscoach.
‘Je kunt tegenwoordig heel rijk worden als je die shit naar je hoofd laat stijgen: alles wat ik bedenk is belangrijk, ik moet iedereen mijn ochtendroutine vertellen want zo ben ik succesvol geworden. Het idee dat ikzelf zou gaan geloven dat ik belangrijker ben dan iemand anders, vind ik net zo eng als een fascist die boreale mensen belangrijker vindt dan non-boreale.’
Wat vond je van die opmerking in de NRC-recensie: ‘Hang Youth heeft geen boodschap, Hang Youth ís een boodschap’?
‘Dat vond ik een groot compliment. Omdat het niet zozeer over ons gaat, maar over de art. Dat je dus blijkbaar iets kunt overbrengen in zo’n betonnen hok – oké, Paradiso voelt wel anders, maar alsnog is het een plek waarover mensen zeggen: ‘Hier moet cultuur gebeuren.’
‘Heel veel kunst gaat over individuele gevoelens. Onze shit gaat meer over collectieve gevoelens. Als daarvan een fysieke manifestatie plaatsvindt in Paradiso is dat fucking sick. Kunst is een ideeënbusiness, en dan is business een kutwoord, want dat klinkt alsof we het verkopen. Dat is denk ik niet eens het geval.’
Wel toch?
‘Ik zou het gratis doen als de rest van de wereld het ook gratis deed. Tot die tijd heb ik niet echt een keuze, want ik moet boodschappen doen, mijn huur betalen en al die shit. Wat ik bedoel: het verzet van Hang Youth is een verzet op ideeënniveau.’
Hij vertelt over chatplatform Discord, waar Hang Youth-fans inhoudelijke discussies voeren over onderwerpen die de band aansnijdt. ‘Er zitten iets van zevenhonderd mensen op, niet allemaal even actief waarschijnlijk. Het begon aan het begin van corona als een soort boekenclub, ik had op Instagram een boek aangeraden. Het zou zomaar eens Kapitalistisch realisme van Mark Fisher kunnen zijn – ik heb het voorwoord geschreven bij de Nederlandse vertaling. Die community is snel heel hecht geworden. Iedere avond zitten kids er te webcammen en spelletjes te spelen met elkaar.
‘Ik vind natuurlijk niet dat iedereen ook maar een kritische band moet beginnen, iedereen verdiept zich op zijn eigen manier. Het gaat meer over een manier van denken waarvan ik hoop dat ze die meenemen. Bizar kritisch. Tot op het bot. Als iemand iets zegt, op het nieuws of aan een terrastafel verderop, vooral als het iemand met autoriteit is, dat je dan denkt: wacht eens even, in wat jij nu zegt, zitten al drie aannamen. Waar komen die vandaan?’
Zoals hij het in Tegenlicht verwoordde: ‘Als we al die Hang Youth-fans nou kunnen bewapenen met het bewustzijn van kapitalistisch realisme; alleen dat al zou echt superveel uitmaken.’
Was het eigenlijk leuk om op Pinkpop te spelen?
‘Ik vond het heel leuk om op Pinkpop te spelen, ook al is het in essentie een walgelijk commercieel feest. Dat zit mij niet in de weg om een topdag te hebben. We hebben met de band al vroeg de knoop doorgehakt: als we op zo’n groot festival kunnen spelen, dan moeten we dat doen. Ten eerste omdat we het gewoon kankerleuk vinden en het een jongensdroom is. Een reden om het niet te doen zou zijn dat het niet strookt met onze idealen, maar ik vind niet dat dat opgaat in het geval van kunst.
‘Ik denk dat het waardevol is om een grote tent op Pinkpop ‘Leg de Zuidas in de as’ te laten zingen. En ik denk dat daar een power loskwam die anders niet was losgekomen. Al is er maar één iemand die de vonk voelde, bij wie op dat moment het licht uit zijn hoofd kwam. Prima als wij dan de kankerlijers van de antikapitalistische beweging zijn die geboekt worden door Mojo en op Pinkpop staan.’
Als het over deze principekwestie gaat, verwijst hij graag naar de Sloveense denker Slavoj Žižek. Die schrijft in Als een dief op klaarlichte dag dat revoluties alleen maar mogelijk zijn tegen de achtergrond van hun eigen onmogelijkheid, en dat de antikapitalistische strijd uitsluitend effectief is ‘als ze de instrumenten van haar nederlaag tot haar wapen maakt’.
Daar kan hij zich in vinden. ‘Principes zijn goed, ideeën zijn goed, maar het moet niet dogmatisch worden. Het enige dogma van bijvoorbeeld de klimaatbeweging zou moeten zijn: we moeten het klimaat redden, nú. Het schiet niet op als we elkaar de maat gaan nemen op inconsistent gedrag. Een mens kan niet honderd procent principieel zijn in een kapitalistisch systeem. Dat bestaat niet, en ik vind dat je dat maar beter kunt erkennen. Je kunt je er wel bewust van zijn. Zo van: nou, daar ga ik weer naar de Albert Heijn, het moet maar, maar ik vind het wel kut.’
Verandert de context, optreden op grote festivals, iets aan de boodschap die Hang Youth uitdraagt?
‘Eerst ben je vier mongolen in een schuur, op een gegeven moment ben je vier mongolen op Pinkpop. Onze positie als band is veranderd, dus we moeten nadenken over verhalen die we in die nieuwe context kunnen plaatsen, wat vanuit die positie nú belangrijk is om te zeggen. De kunst is om de boodschap in essentie hetzelfde te houden, verder uit te bouwen en tegelijkertijd bij meer mensen terecht te laten komen, zonder een inwisselbaar symbool te worden voor die boodschap.’
Maar of anderen jou zien als een gimmick of als ‘de stem van een generatie’ heb je niet in de hand.
‘En het kan natuurlijk zijn dat het nuttigste wat ik kan doen is: wél dat symbool zijn. Andere mensen zullen het vast nodig blijven vinden om het zo te benoemen, maar ik weiger het daarmee eens te zijn.’ Lacht hard: ‘Ik weiger te stoppen met het zijn van een complex mens dat leeft in een complexe wereld, net als iedereen. Snap je?’
CV Abel van Gijlswijk
28 september 1990 Geboren in Amsterdam.
2015-2019 Redacteur bij Noisey, de muziektak van Vice, later presentator.
2007 Vormt band The Don’t Touch My Croque-Monsieurs met Kaj Bos, Rowan Parry en Nout Kooij.
2015 Richt Hang Youth op, met Kaj Bos, Nout Kooij en Ben Kraak, eerste albums Hang youth, Geld is nep, Media aandacht en Doe het zelf.
2016 Brengt met Kaj Bos muziek uit onder de naam Jonkoklapper.
2018 Richt met Pepijn Lanen (Faberyayo) hiphoplabel Burning Fik op, dat muziek uitbrengt van onder meer Gotu Jim en rap van Van Gijlswijk zelf.
2020 Comeback Hang Youth, albums Boel aan de hand en Alles moet beter.
2020 Rol van Charlie in oorlogsfilm De Oost.
2021 Campagne Ik geef een nier voor geen Rutte IV, album Het k-woord.
2022 Het tv-programma VPRO Tegenlicht wijdt een uitzending aan Van Gijlswijk, Hang Youth op de grote festivals, theatertour AABZ ’22 Tour: Rebranding Anarchisme.
Abel van Gijlswijk woont in Amsterdam.
Over de kleding
De witte broek en blouse zijn van het New Yorkse label Vaquera, waarvan alles oversized, over de top, uniseks en ‘geil’ is, aldus Van Gijlswijk. Zijn cowboyhoed komt uit een winkel in Nashville. De patches op de broek zette Abel er zelf op, hij wil deze broek dragen op Lowlands. De twee merken zijn volgens Van Gijlswijk een ‘statement tegen het kapitalisme’.
Skelet: de ‘Adidas’-jurk is van Yohji Yamamoto, gevonden op de vrouwenafdeling, waar volgens Van Gijlswijk uniseks-kleding steevast terechtkomt. Skelettrui: Vaquera.
Paddestoel: rok door Join Collective Clothes van Anouk Beckers, rokdelen: Alia Mascia (links) en Hanna van der Meer.
Gele hoedje: Van vriendin en modeontwerper Marianna Ladreyt, ze ontwerpt en maakt kleding en accessoires in Parijs. Turquoise-bril: van het Koreaanse merk Gentle Monster, cowboylaarzen: van slangenleer uit Nashville. Metallica-shirt: tweedehands.