BoekrecensieDe Waterdanser
Naast essayist en stripschrijver blijkt Ta-Nehisi Coates ook een begaafd romancier ★★★★☆
Hij schreef essays over de zwarte ervaring en avonturen voor zijn favoriete stripfiguur. In een fantasierijk romandebuut brengt Ta-Nehisi Coates zijn fascinaties overtuigend samen.
Ta-Nehisi Coates (1975) heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een van de invloedrijkste essayisten en commentatoren van de Verenigde Staten, vooral over de positie van de Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap. In zijn memoires The Beautiful Struggle (2008) schreef hij, de zoon van een voormalig Black Panther-lid, over zijn jeugd in Baltimore, het straatgeweld, het effect daarvan op zijn broer en zijn relatie met zijn vader.
In zijn in The Atlantic gepubliceerde essay ‘The Case for Reparations’ (2014) analyseerde Coates de slavernij als een gigantisch proces van uitbuiting en maakte hij zich sterk voor onderzoek naar herstelbetalingen. In Between the World and Me (2015), opgezet als een brief aan zijn toen 15-jarige zoon, stelde hij onder meer dat Amerikanen hun land beschouwen als het werk van God, maar dat de zwarte ervaring pijnlijk duidelijk maakt dat het toch vooral mensenwerk is.
Tussen zijn essays door schreef hij voor Marvel Comics nieuwe avonturen over zijn favoriete superheld Black Panther (oorspronkelijk in 1966 bedacht door Stan Lee en Jack Kirby).
Plantage
In Coates’ fantasierijke en degelijk gedocumenteerde romandebuut De waterdanser (The Water Dancer) komen diverse van zijn fascinaties en overtuigingen bijeen. Het boek speelt in de periode kort voor de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) en vertelt – als een terugblik, geschreven in de eerste persoon – het verhaal van Hiram Walker. Hiram woont op een tabaksplantage in Virginia. Hij is, zoals de meeste plantagebewoners, een ‘Tewerkgestelde’ (lees: slaaf) en onderscheidt zich als zodanig van de ‘Elite’: de witte meesters.
Het gaat slecht met de plantage. Door winstzucht raakt de grond uitgeput, regelmatig moeten er Tewerkgestelden worden verkocht. Dat lot treft ook Hirams moeder. En hoewel de jongen al vroeg ontdekt dat hij een fotografisch geheugen heeft, heeft hij aan haar geen enkele herinnering.
Op de plantage is Hiram een buitenbeentje. Zodra zijn vader, de plantage-eigenaar, zich bewust wordt van de geestelijke vermogens van zijn zoon, laat hij hem lessen volgen en geeft hij hem speciale verantwoordelijkheden.
De roman begint met een storm waarin Hiram en zijn onbenullige halfbroer (en ‘meester’) Maynard met paard en wagen van een brug storten, in een ijskoude rivier. Maynard komt hierbij om het leven, Hiram weet zichzelf op wonderbaarlijke wijze te redden. Tijdens het ongeluk heeft hij ineens het beeld van zijn moeder weer voor ogen.
Zonder het te beseffen heeft hij zich in een flits van de ene plek naar de andere getransporteerd, een bovennatuurlijk vermogen dat meer personages in het boek blijken te hebben en dat Geleiding wordt genoemd.
Als bevoorrechte Tewerkgestelde, die de Elite van nabij kan waarnemen, wordt Hiram zich bewust van de morele corruptie van het systeem, waarin slaven worden afgespiegeld als ‘familielieden’, verkrachtingen als ‘romantische liefdesaffaires’ en uitbuiting als ‘liefdadigheid’. Hij wordt verliefd op mede-Tewerkgestelde Sophie en probeert samen met haar te ontsnappen. Dat mislukt, maar het zal de eerste van vele pogingen zijn.
Gaandeweg krijgt Hiram inzicht in zijn vermogen tot Geleiding en leert hij wat de voorwaarden zijn om het aan te wenden. Die hebben te maken met specifieke fysieke omstandigheden, maar ook en vooral met gedachten aan mensen die je lief zijn of waren.
Ondergrondse Spoorweg
Door zijn pogingen de plantage te ontvluchten komt Hiram in contact met de Ondergrondse Spoorweg: het netwerk van vrijwilligers dat slaven vanuit het Zuiden naar het Noorden smokkelt, waarover enkele jaren geleden ook Colson Whitehead een roman schreef die het realisme oversteeg. De ‘Ondergrondse’ kan Hirams bijzondere eigenschap goed gebruiken.
Als hij een ‘superheld’ ontmoet die niemand minder blijkt te zijn dan de historische, aan slavernij ontsnapte Harriet Tubman (1823-1913), openbaart zich het metaforische karakter van de roman en wordt duidelijk hoezeer die in het verlengde ligt van Coates’ andere werk.
Tubman wijst Hiram op het belang van herinnering. ‘Herinnering is de brug van de vloek der slavernij naar de zegen der vrijheid.’ Alleen door ons de verhalen van de slaven te herinneren en die telkens opnieuw te vertellen, kunnen we hopen het slavernijverleden te ontstijgen.
Ta-Nehisi Coates is een didacticus, maar wel een die zijn boodschap paart aan een rijke verbeeldingskracht en een wervelende schrijfstijl. De waterdanser is magisch, in meerdere betekenissen van het woord.
Ta-Nehisi Coates: De waterdanser
Uit het Engels vertaald door Ton Heuvelmans. Meulenhoff; 448 pagina’s; € 24,99.