'Mijn typetjes oordelen hard, zoals mijn oma'
De missie van Ilay den Boer: ‘Het linkse theaterpubliek er even van overtuigen dat de oorlog in Israël noodzakelijk is.’..
Dat kunst de wereld kan verbeteren, is iets waar theatermaker Ilay den Boer (1986) heilig in gelooft. In zijn zesdelige voorstellingenreeks Het Beloofde Feest probeert hij met persoonlijke familieverhalen zijn publiek te verleiden tot een inhoudelijke discussie over thema’s als Israël, antisemitisme en de Joodse identiteit.
Inmiddels is de energieke jonge maker in een stroomversnelling terechtgekomen. Zijn eerste voorstelling Eet smakelijk werd vorig jaar geselecteerd door het Vlaamse Theaterfestival, en speelt nu in het buitenland. Dit weekend werd bekend dat Dit is mijn vader, deel drie uit de reeks, geselecteerd is door het Nederlandse Theaterfestival.
Ondertussen gaat het tweede deel, Janken en Schieten, deze zomer op een reprisetournee langs diverse festivals, zoals het Festival aan de Werf, dat morgen begint in Utrecht.
Den Boer noemt de voorstelling: ‘Een ode aan het onmogelijke leven van mijn Israëlische oma.’ Zij werd geboren in Litouwen en is daar tijdens de Tweede Wereldoorlog gevlucht naar Israël, een reis van vijf jaar. ‘Ik heb getracht een enscenering te maken van die reis. Met als doel: tonen hoe de Holocaust een rechtvaardiging is geworden van de Joodse strijd in Israël, zonder daarover te oordelen.’
In de voorstelling neemt hij een naar eigen zeggen afgrijselijk standpunt in: ‘Ik wil het gewoonlijk links georiënteerde theaterpubliek er een moment van overtuigen dat de huidige oorlog in Israël noodzakelijk is. Dat wil ik doen omdat veel mensen de complexiteit van het probleem vergeten, zeker in de linkse hoek. Daar wordt vaak snel geoordeeld.’
Om dit voor elkaar te krijgen, deinst hij er niet voor terug om zo dicht mogelijk op de huid van zijn publiek te gaan zitten. In zijn eerdere werk nodigde hij toeschouwers uit aan een rijkelijk gevulde eettafel of liet hij ze vragen stellen aan zijn echte vader met wie hij het podium deelde. In Janken en Schieten zitten het publiek en een enthousiast vertellende Den Boer hutjemutje in een bus.
Zo wil de hij zijn publiek aansporen om zich te verhouden tot de Israëlische problematiek. Hij benadrukt dat het daarbij niet de bedoeling is om mensen te kwetsen. ‘Mijn personages zijn vaak extreem en oordelen altijd heel hard, net als mijn zionistische oma. Maar het doel van de reeks is om telkens een ander perspectief te bieden op het onderwerp.’
Toen hij in 2007 voortijdig stopte met de theaterschool, liep Den Boer al rond met grootse plannen om theater te maken van de verhalen en meningen binnen zijn familie. Maar pas toen hij Mightysociety2 van Eric de Vroedt had gezien (een monoloog van een zelfmoordterrorist, gespeeld in een hotelkamer) vond hij de juiste vorm voor zijn theatrale ideeën. Piet Menu, artistiek leider bij Het Huis van Bourgondië in Maastricht, gaf hem vervolgens een podium. ‘Piet had geen idee of ik wel theater kon maken, maar vond dat dit onderzocht moest worden.’
Ondanks al het succes die zijn eerste drie voorstellingen nu oogsten, heeft de jonge theatermaker ook twijfels: ‘Waar ik soms bang voor ben, is dat de mensen er genoeg van krijgen. Een thema als Israël schrikt af. Dat is enerzijds begrijpelijk. Maar ook jammer, want het is absoluut zorgwekkend wat daar gebeurt.’
Zelf kan Den Boer er geanimeerd over discussiëren, zoals hij dat ook in zijn werk doet: ‘Israël wordt steeds meer een eiland met eigen waarden en normen die niets meer te maken hebben met die van ons. Toch begrijp ik het wel. Ik snap dat je er alles aan doet om je staat te beschermen tegen bedreigingen van buitenaf. Maar zodra die angst buitenproportionele vormen aanneemt, wordt het zorgelijk.’