InterviewOntwerper John Pasche

‘Mick Jagger wist wat hij wilde: een eenvoudig, pakkend beeld’

John Pasche, de ontwerper van het Tongue and Lips-logo van The Rolling Stones. Beeld
John Pasche, de ontwerper van het Tongue and Lips-logo van The Rolling Stones.

De meest stijlvaste rockband ter wereld bezit ook het allerbeste bandlogo, vijftig jaar geleden ontworpen door John Pasche. De uitgestoken tong is nu het hart van de Rolling Stones-expositie in Groningen.

Jeroen Junte

Expositie Unzipped

Unzipped heet de eerste expositie over The Rolling Stones, die na Londen en Azië nu neerstrijkt in het Groninger Museum (20 november 2020 t/m 21 februari 2021). Te zien zijn uiteraard het bandlogo Tongue & Lips in diverse gedaanten, waaronder de glitterversie op Mick Jaggers jas in de Urban Jungle Tour van 1990, een remake van ontwerper Shepard Fairey bij het 50-jarige bestaan van de Stones en de originele binnenhoes van het album Sticky Fingers, waarop het voor het eerst werd gebruikt. In totaal zijn er vierhonderd objecten te zien; van gitaren en zeldzame platenhoezen en songbooks tot het compleet nagebouwde appartement in Edith Grove, Londen, waar Jagger en Keith Richards in 1962 woonden.

Vijftig pond, net 55 euro. Dat is wat er 1970 wordt betaald voor het ontwerp van Tongue & Lips, het wereldberoemd geworden bandlogo van The Rolling Stones. Een beeldmerk waarvan de waarde tegenwoordig nauwelijks in geld is uit te drukken: alleen al de inkomsten van merchandise bedragen honderden miljoenen euro’s. Nog los van de betekenis die de prikkelende illustratie heeft gehad voor de bekendheid van de Stones. Het is het enige bandlogo dat zich qua bekendheid kan meten met het beeldmerk van multinationals, zoals de appel van Apple, de woosh van Nike en de M van McDonald’s.

Maar het logo is ook omgeven door misverstanden. Allereerst: het zijn niet de lippen van Stones-voorman Mick Jagger die we zien. Evenmin is het logo gemaakt door Andy Warhol, zoals vaak wordt verondersteld. Al heeft de Amerikaanse kunstenaar wel een belangrijke rol gespeeld in de doorbraak van dit popculturele icoon. En waarom zijn er eigenlijk twee versies van het ontwerp in omloop?

Het oorspronkelijke ontwerp van John Pasche uit 1970. Beeld WireImage
Het oorspronkelijke ontwerp van John Pasche uit 1970.Beeld WireImage

Het begon in 1970, met een vrijblijvend telefoontje naar het Royal College of Art in Londen. Het Stones-management wilde weten of het Royal College, toen en nu de meest vooraanstaande kunstacademie in Engeland, een student kon tippen die een poster kon ontwerpen voor de aanstaande Europese Stones-tournee. De band was al wereldberoemd en had net de legendarisch geworden Amerikaanse tournee van november 1969 achter de rug. Het succesvolle album Let it Bleed, met de hits You Can’t Always Get What You Want en Gimme Shelter, was net verschenen.

Het was vervolgens Mick Jagger die hoogstpersoonlijk de voorgestelde studenten beoordeelde. Zijn keuze viel op John Pasche, een 25-jarige eindexamenstudent grafisch ontwerp. ‘Ik kreeg het telefoonnummer van Mick Jagger om een afspraak te maken. Ik dacht: ik word beetgenomen’, zegt Pasche lachend aan de telefoon vanuit zijn werkkamer in Londen. ‘Maar het wás hem en ik werd uitgenodigd op het kantoor van de platenmaatschappij. Het was Mick die het woord voerde.’ Echt vlot verliep de afspraak niet. ‘Mick keurde de schetsen af die ik had meegenomen. Hij zei nog wel: ik weet dat jij beter kunt, John. Maar ik dacht: daar hoor ik niets meer van.’ Een maand later hing Jagger weer aan de lijn. Of hij al wat kon zien? ‘Ik herinnerde mij van het eerste gesprek dat wij allebei hielden van klassieke getekende reisposters uit de jaren dertig.’ Dus toerden The Rolling Stones nog datzelfde jaar met Pasches poster, een nostalgische schildering van een cruiseschip, een Concorde en een klassieke limousine. ‘Dat was mijn eerste betaalde opdracht.’

Niet veel later werd Pasche opnieuw ontboden bij Jagger thuis. Had hij een idee voor het logo voor het eigen platenlabel dat The Rolling Stones wilden beginnen? ‘Vanaf dat moment sprak ik alleen nog met Mick.’ De twee konden goed overweg. ‘We waren gewoon twee kerels van halverwege de twintig die over kunst en fotografie zaten te ouwehoeren. Mick wist duidelijk wat hij wilde en gaf mij twee referenties. Eén was het logo van Shell. Een pakkend beeld, dat vond hij geweldig. Hij vond het eenvoudig en doeltreffend.’

Maar Jagger liet ook een poster zien van de Indiase godin Kali, die hij had geleend uit een cornershop bij zijn huis in Chelsea. De woeste godin oogt afschrikwekkend, met wijd opengesperde ogen en vier armen die een zwaard en een afgehakt hoofd vasthouden. Om haar hals hangen 51 mensenhoofden. Het was amper een jaar na de release van het onheilszwangere Sympathy for the Devil, een onmiddellijke klassieker in het Stones-repertoire. Maar Pasche zag niets in Jaggers suggestie. ‘Het was zo duister. Daarbij was het destijds hip om Indiase kleuren en letters te gebruiken. Iedereen in Londen deed het. Dat blijft maar even leuk, dacht ik.’ Wat hem wél aansprak was de puntige tong die ver uit Kali’s mond hangt. ‘Je tong uitsteken heeft iets antiautoritairs. Maar het heeft ook iets sensueels. Ik wist meteen: die rebelse dubbelzinnigheid, dat is het.’

De poster voor de European Tour in 1970. Beeld
De poster voor de European Tour in 1970.

Pasche veranderde de lange puntige tong in het godengezicht in een volle rode mond, eerder geladen met sexappeal dan bedoeld als duivels statement. Jagger was meteen verkocht. De associatie van het logo met Jaggers lippen ontstond pas in de daaropvolgende jaren, een misverstand dat Pasche stilzwijgend accepteert. ‘Enige gelijkenis er is ook wel’, zegt hij, in onberispelijk Queen’s English.

Pasche werkte er amper twee weken aan het ontwerp, grotendeels in de avonduren. ‘Het zou aanvankelijk alleen gebruikt worden voor briefpapier, catalogi en misschien het ronde label op langspeelplaten. Daarom was de briefing beperkt tot een stand alone-illustratie ,die zowel klein als groot direct herkenbaar moest zijn.’ Het is de combinatie van stilistische eenvoud en een catchy symboliek waardoor het ontwerp zich – net als de gitaarriff van Satisfaction – direct in je brein nestelt.

Maar dan is daar dus Andy Warhol. De Amerikaanse kunstenaar was gevraagd voor de hoes van het album Sticky Fingers (1971). Dat werd een brutale foto van een mannenlijf in strakke spijkerbroek met een wellustige bobbel in het kruis. In het karton was bovendien een werkende rits verwerkt. De art director van de Amerikaanse vestiging van de platenmaatschappij koos Pasches illustratie voor de binnenhoes, die toen een prominentere rol in de vormgeving begon te spelen en waarop bijvoorbeeld songtitels werden vermeld. ‘Daarom denken veel mensen dat de tong door Andy Warhol is ontworpen’, zegt Pasche. ‘Plus dat mijn ontwerp inderdaad iets van popart heeft. Ik had in 1968 een expositie van Warhol in Londen gezien en zoals elke student grafisch ontwerp in die tijd was ik een groot fan van zijn werk. Als je het één keer hebt gezien, vergeet je het nooit meer.’

De binnenhoes van Sticky Fingers. Beeld
De binnenhoes van Sticky Fingers.

Toch was het niet Pasches originele ontwerp dat wereldwijd werd opgepikt door het succes van Sticky Fingers, volgens popcritici het beste Stones-album. ‘De binnenhoes was nogal een haastklus, dus ik faxte mijn ontwerp naar het kantoor van de platenmaatschappij in New York. Maar die fax was grijzig en grofkorrelig.’ Het oogde als een schets. Daarom bracht de Amerikaanse art director een paar wijzigingen aan: de tong werd iets smaller en kreeg een wit accent en er kwam een zwart keelgat bij. ‘Die aangepaste versie werd gebruikt voor de Amerikaanse markt. De rest van de wereld zag wel mijn ontwerp.’

Op de kop af vijftig jaar later is Tongue & Lips – of ‘de tong’ zoals Pasche zelf zegt – zonder twijfel het bekendste bandlogo aller tijden. Het prijkt op T-shirts, asbakken, damesslipjes (uiteraard) en sinds kort ook mondkapjes – met bijzonder geestig effect. Door de Britse krant The Independent werd ‘de tong’ verkozen tot het beroemdste T-shirt logo ooit, nog voor die met afdrukken van Che Guevara, het Hard Rock Cafe en de smiley. ‘Die vijftig pond was zelfs voor die tijd al krenterig’, lacht de 75-jarige ontwerper. ‘Voor mijn tourposter kreeg ik al 200 pond.’

Hoewel hij later een bonus van 200 pond kreeg en tussen 1976 en 1982 royalty’s ontving, ‘genoeg om een sportwagen van te kopen maar meer ook niet’, moest hij in 1982 zijn auteursrecht min of meer gedwongen afstaan. ‘Mijn advocaat zei dat ik een eventuele rechtszaak kon verliezen, omdat de Rolling Stones na al die jaren gebruiksrecht hadden verworven. In dat geval zou ik ook voor hun advocaatkosten moeten opdraaien en die zouden enorm kunnen oplopen.’ Dus koos Pasche eieren voor zijn geld. Het leverde hem eenmalig 26 duizend pond op, ruim 29 duizend euro.

Keith Richards in bed en Mick Jagger in T-shirt in de videoclip Respectable, 1978.  Beeld Getty Images
Keith Richards in bed en Mick Jagger in T-shirt in de videoclip Respectable, 1978.Beeld Getty Images

Inmiddels zijn de plooien gladgestreken. Ter gelegenheid van het vijftigjarige jubileum van het logo heeft het Stones-management Pasche toestemming gegeven gesigneerde schetsen van zijn ontwerp te verkopen. ‘De enige voorwaarde is dat ze met de hand geschilderd moeten zijn, zodat ze afwijken van het officiële logo. Misschien willen ze er zeker van zijn zijn dat ik er niet te veel verkoop, haha.’ De originele ontwerptekening verkocht hij in 2008 aan het Victoria & Albert Museum in Londen.

Ondanks de tegenvallende financiën heeft het logo hem veel gebracht. Pasche werkte jarenlang als art director voor diverse platenmaatschappijen en ontwierp voor onder andere The Stranglers en Fischer Z. ‘En ik heb zojuist de advertenties, posters en ander promotiemateriaal afgerond voor een serie klassieke concerten in Kew Botanical Gardens in Londen. Ik ben van rock-’n-roll opgeschoven naar de hogere cultuur.’

De consequente bezetting en muzikale koers van de Stones zijn doorslaggevend geweest voor het succes van zijn logo, meent Pasche. De uitgestoken tong is niet langer een melkkoe, het is het herkenningsteken van The Rolling Stones BV. De huiden van de bandleden worden rimpeliger en de stembanden stroever. Maar het logo blijft fris. Hoe ouder het wordt, hoe jonger het oogt. Het verbeeldt iets wat feitelijk niet meer bestaat, ook voor Pasche: voor hem is het vooral een herinnering aan zijn opwindende academiejaren. ‘Een jaargenoot werkte op de tekentafel naast mij aan de hoes van Dark Side of the Moon van Pink Floyd, met die lichtbundel die door een prisma uiteenbreekt in een kleurenboog. Stel je voor: twee iconische beelden uit de popgeschiedenis, die tegelijkertijd op amper een paar meter van elkaar werden gemaakt.’

De bekendste Stones-hoezen

Weinig rockbands trokken zo veel aandacht met het ontwerp van hun albums als The Rolling Stones. Na Andy Warhols ontwerp voor Sticky Fingers (1970) zijn dit de fijnste:

null Beeld

The Rolling Stones (1964)
Geen bandnaam, geen titel, geen lachende gezichten. Slechts een zwarte achtergrond en vijf serieuze mannen. Met lang haar! Een keuze die de kersverse manager Andrew Loog Oldham met vooruitziende blik verdedigde: ‘The Rolling Stones zijn meer dan een popgroep – het is een way of life.’ Grootste hit: Not Fade Away.

null Beeld

Beggars Banquet (1968)
De eerste Stones-hoes zonder de gezichten van de bandleden. In plaats daarvan zien we de wand van een groezelige plee, hoogstpersoonlijk bekrast door Mick en Keith. Dit ging platenmaatschappij Decca te ver en de Amerikaans release kreeg een roze trouwkaart als cover. Pas met de introductie van de cd werd de ‘pleehoes’ ook in de VS geïntroduceerd. Grootste hit: Sympathy for the Devil.

null Beeld

Exile on Main St. (1972)
Een collage uit het invloedrijke fotoboek The Americans van Robert Frank uit 1958. Genadeloos legde Frank de Amerikaanse samenleving vast, in rauwe fotografie waarin armoede en geweld domineerden. Later zou Frank de Stones-documentaire Cocksucker Blues (1972) maken. De ongepolijste seks- en drugsscènes gingen de band te ver en de film verdween jarenlang op de plank. Grootste hit: Tumbling Dice.

null Beeld

Love You Live (1977)
Opnieuw een hoesontwerp van Andy Warhol, al werd dit live-album minder bekend dan Sticky Fingers. Zou het komen doordat Mick Jagger eigenhandig de bandnaam en albumtitel toevoegde aan Warhols ontwerp, tot diens grote ergernis? Of omdat het eigenlijk een liefdeloze plaat vol hapsnap live-opnamen is? Aan de hoes heeft het niet gelegen, want het bontgekleurde hoofd van Jagger oogt als een onvervalste Warhol-zeefdruk.

null Beeld

Some Girls (1978)
Ingenieuze hoes met twintig vrouwenhoofden waaruit de gezichten zijn gesneden. Daardoor worden de damesachtig met make-up bewerkte gezichten van de bandleden op de binnenhoes zichtbaar. Een beetje Stones-hoes zorgt voor controverse, zo ook deze. De eerste editie met de hoofden van de actrices Raquel Welch, Marilyn Monroe en Lucille Ball moest uit de handel worden genomen. Ontwerper Peter Corriston zou ook de albums Tattoo You en Emotional Rescue ontwerpen. Grootste hit: Miss You.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden